Betekenissen van schuld:
1. Schuld als ‘het gedaan hebben’ (vb. art. 27 Sr redelijk vermoeden van schuld)
2. Schuld als overkoepelende aanduiding van opzet en schuld
3. Schuld als element: verwijtbaarheid (niet in d.o., ongeschreven voorwaarde voor
strafaarheid).
4. Schuld als bestanddeel: culpa ook wel aangeduid als schuld in enge zin.
Schuld als element: ongeschreven voorwaarde voor strafaarheid. Niet in d.o. opgenomen.
Vooronderstelde verwijtbaarheid.
- Vb. als jij bij een ander de hersens inslaat en die ander daarmee van het leven beroof dan is
met dat opzetelijk het ander van het leven beroven, niet alleen de verwijtbaarheid van jouw
gedrag, maar ook jouw verwijtbaarheid daaraan in beginsel gegeven.
Daarom hoef die verwijtbaarheid niet in de d.o. van doodslag te worden opgenomen, maar de
verwijtbaarheid is wel voorwaarde voor strafaarheid. De gedachte daarachter is dat jou een verwijt
kan worden gemaakt voor jouw gedrag, omdat jij ook er ook voor had kunnen kiezen het gedrag niet
te plegen. Je had er ook voor kiezen de ander zijn hersenspan niet in te slaan. Je had het kunnen
vermijden. In de vermijdbaarheid ligt ook de verwijtbaarheid.
Omgekeerd geredeneerd als zich een omstandigheid voordoet die de verwijtbaarheid van de dader
wegneemt. Dan wordt de dader ontslagen van alles rechtsvervolging schulduitsluitingsgrond art.
350 Sv 3de vraag strafaarheid van de verdachte ter zake van het bewezenverklaarde en het
gekwalificeerde strafare feit.
Opzet: wetens en willens (bijv. art. 287 Sr)
Als je art. 287 Sr doodslag vergelijkt met art. 307 Sr dood door schuld dan zien we dat in beide
bepalingen strafaar is gesteld het bewerkstelligen van de dood van een ander. In beide
strafepalingen veroorzaakt de dader de dood van het slachtofer.
- In art. 287 Sr doet hij dat opzetelijk dus willens en wetens. Je weet dat wanneer jij met een
pistool een aantal kogels afvuurt op het hoofd en de borststreek van een ander dan ook de
dood van die ander het gevolg zal zijn. Als jij dan toch schiet met die wetenschap dan wil je
dat gevolg ook. Jouw opzet is dan in juridische zin op de dood gericht.
- In art. 307 Sr ligt dat anders.
Stel je voor je hangt een bloempot onvoorzichtg aan de buitenzijde van jouw balkon. Op
enig moment valt het naar benden toevallig loopt net op dat moment iemand onder dat
balkon en die krijgt de bloempot op zijn hoofd. Slachtofer bezwijkt vervolgens aan zijn
ernstge hersenletsel. iiteraard heef degene die de bloempot aan het balkon ophing, de
dood van het slachtofer niet gewild, er is dus geen sprake van willens en wetens de dood
van een ander bewerkstelligen. Van de opzet op de dood is er geen sprake. Maar de dood
van het slachtofer is wel aan de grote onzorgvuldigheid te wijten, waarmee de dader de
bloempot aan het balkon heef opgehangen. Hoewel de dader dus niet de dood van het
slachtofer heef gewild, is de dood wel aan zijn schuld te wijten.
Die schuld vindt uitdrukking in art. 307 Sr en is daarmee dus een bestanddeel; in een
delictsomschrijving geschreven voorwaarde voor strafaarheid. Het is een bestanddeel in de d.o. en
moet daarom dus als je een veroordeling wilt bewerkstelligen in de t.l.l. worden opgenomen door de
OvJ. Als een in de t.l.l. op te nemen bestanddeel komt de schuld (culpa) aan de orde bij het eerste
vraagpunt van art. 350 Sv bewijsvraag. Als zich een strafuitsluitngsgrond zich voordoet, ongeachte of
, het gaat om een rechtvaardigings-schulduitsluitngsgrond dan volgt vrijspraak. De culpa omvat zowel
de wederrechtelijkheid als de verwijtbaarheid. Als er sprake is van een rechtvaardigingsgrond of van
een schulduitsluitngsgrond kan in geen van beide gevallen de culpa worden bewezen en volgt
vrijspraak.
Culpa: verwijtbare aanmerkelijke onvoorzichtigheid (bijv. art. 307 Sr)
- Weten, niet willen (bewuste schuld)
- Niet weten en niet willen (onbewuste schuld)
Culpa = verwijtbaar aanmerkelijk onvoorzichti iedrai. Kan zich aandienen als bewuste en als
onbewuste schuld.
1. Bij bewuste schuld ben je op zichzelf wel bekend met de mogelijke gevolgen van jouw gedrag
maar ga je ervan uit dat die gevolgen wel niet zullen intreden. Je vertrouwt er ten onrechte
op dat het gevolg niet zal intreden. Je wilt dat gevolg ook helemaal niet. Het verwijt dat jou
dan kan worden gemaakt is dat jij er niet van uit had mogen gaan dat het gevolg niet zou
intreden. Je bent te lichtvaardig en daarmee verwijtbaar vanuit gegaan dat het gevolg niet
zou intreden.
o VB. veroorzaken van een dodelijk verkeersongeval. i rijdt te hard door de bebouwde
kom je weet op zichzelf best dat dat doden tot gevolg zou kunnen hebben. i gaat
ervan uit te lichtvoetg dat u geen brokken zult veroorzaken en dus ook geen doden
zult veroorzaken. i kent het gevolg van uw handelen wel maar u wilt dat gevolg niet
(vergelijking met Porsche arrest).
2. Bij onbewuste schuld ben je er je niet van bewust dat jouw onvoorzichtge gedrag tot zeer
ernstge gevolgen kan lijden. een klassiek voorbeeld daarvan biedt het zogenaamd
verpleegster-arrest.
HR Verpleegster
Verpleegster werkzaam in de operatekamer had een zeer lange dienst gehad was oververmoeid
geraakt. Haar werd op enig moment gevraagd in een operatekamer een verdovingsvloeistof te
pakken. Zij liep naar de medicijnenkast en zij pakte daar de verdovingsvloeistof novocaine. Dat was
althans de bedoeling. Zij pakte dat fesje uit de kast oververmoeid als ze was, haalde zij het eruit en
keek zij wel op het etket wat er op stond, maar zij liet kennelijk niet goed tot haar doordringen wat
er op dat etket stond. Zij reikte dat fesje aan een collega aan, zodat vervolgens de anesthesist de
betrefende patinte kon gaan verdoven.
Dat gebeurde en hij spoot vervolgens ook de adrenaline in, die de verpleegster had gepakt. In plaats
van novocaine had zij adrenaline gepakt. Dit is niet echt een bevorderlijk middel als je iemand onder
verdoving wilt brengen. Deze patint heef het niet kunnen navertellen.
Deze verpleegster had eigenlijk op het moment dat zij dat fesje pakte geen fauw benul van wat ze
aan het doen was. Ze stond er helemaal niet bij stl dat haar handelen een fataal efect op de patint
zou kunnen hebben.
Het strafrechtelijke verwijt dat haar hier werd gemaakt was dat zij aanmerkelijk tekort was
geschoten in de op haar rustende plicht om dus wel de nodige opletendheid te betrachten toen zij
dat fesje oppakte het bekeek en het aan haar college gaf.
Hoe keek de wetgever van 1886 in der tjd tegen culpa aan, toen het wetboek van strafrecht werd
ontworpen? De toenmalige minister van justte Modderman die maakte de volgende vergelijking: bij
opzet gaat het er om dat jij je vermogens verkeerd gebruikt, terwijl je bij schuld in de zin van culpa
erom gaat dat jij jouw geestesvermogen niet gebruikt waar je ze had behoren te gebruiken. Gebrek
aan het nodige nadenken/kennis/voorzorg/beleid.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Ir90. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.