100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Feldman - Ontwikkelingspsychologie - Hele boek $9.51   Add to cart

Summary

Samenvatting Feldman - Ontwikkelingspsychologie - Hele boek

 16 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit is een samenvatting van het HELE boek van Feldman, geschreven in 2019

Preview 4 out of 69  pages

  • Yes
  • November 2, 2023
  • 69
  • 2018/2019
  • Summary
avatar-seller
Ontwikkelingspsychologie Feldman
Hoofdstuk 1
Ontwikkelingspsychologie is een wetenschappelijke benadering van vraagstukken over
groei, verandering en stabiliteit in ons leven met de nadruk op vraagstukken die spelen
vanaf onze conceptie tot aan onze volwassenheid.

Het vakgebied omvat de fysieke ontwikkeling, de cognitieve ontwikkeling, de sociale
ontwikkeling en de persoonlijkheidsontwikkeling van alle leeftijden tussen de conceptie en
de adolescentie.

Binnen hun specialisatie kijken ontwikkelingspsychologen meestal ook naar specifieke
leeftijden. Ze verdelen de kinderen en jongeren doorgaans in globale leeftijdsgroepen:
● de prenatale periode (van conceptie tot geboorte)
● de baby- en peutertijd (van geboorte tot drie jaar)
● de kleutertijd (van drie tot zes jaar)
● de schooltijd (van zes tot twaalf jaar)
● de adolescentie (van twaalf tot twintig jaar)
Het is van belang te bedenken dat deze leeftijdsgroepen en perioden (grotendeels
geaccepteerd door ontwikkelingspsychologen) sociale constructies zijn.

Cultuur, zowel in de brede als in de enge zin van het woord, is een belangrijke kwestie
binnen de ontwikkelingspsychologie. Veel aspecten van onze ontwikkeling worden niet
alleen beïnvloed door brede culturele verschillen maar ook door etnische en socio-
economische variaties binnen een bepaalde cultuur.

Elke persoon krijgt in zijn leven te maken met normatieve historisch bepaalde invloeden,
normatieve leeftijdgebonden invloeden, normatieve socio-culturele invloeden en niet-
normatieve gebeurtenissen.

1.2
Bij de eerste denkbeelden over de jeugd werden kinderen als miniatuurvolwassenen
beschouwd. Later werd de jeugd gezien als een afzonderlijke periode in het leven, wat tot de
opkomst van de ontwikkelingspsychologie heeft geleid.

Centrale vraagstukken in de ontwikkelingspsychologie: (1) de vraag of de ontwikkeling van
kinderen continu of discontinu is; (2) de vraag of die ontwikkeling grotendeels wordt bepaald
door kritieke of gevoelige perioden; (3) de vraag of men zich moet concentreren op bepaalde
perioden in de menselijke ontwikkeling of juist op het hele leven; (4) de nature-nurture
discussie, die gaat over het relatieve belang van genetische invloeden versus
omgevingsinvloeden.




Enkele te verwachten toekomsttrends zijn: groeiende specialisatie, meer samenwerking
tussen verschillende vakgebieden (interdisciplinariteit), meer aandacht voor

,diversiteitsvraagstukken en een grotere invloed van de ontwikkelingspsychologie op
kwesties van publiek belang.

Begrippen uit het boek
Cognitieve ontwikkeling: ontwikkeling die betrekking heeft op de manier waarop het gedrag
van mensen wordt beïnvloed door groei en verandering in de eigenschappen die de ene
persoon van de andere onderscheiden (intellectueel vermogen, leren, geheugen, het
oplossen van problemen, intelligentie)
Cohort: een groep mensen die rond dezelfde tijd op dezelfde plek zijn geboren
Continue verandering: geleidelijke ontwikkeling waarbij prestaties op een bepaald niveau
voortvloeien uit die van de vorige niveaus
Discontinue verandering: ontwikkeling die in aparte stappen of stadia plaatsvindt, en waarbij
elk stadium gedrag oplevert dat kwalitatief anders is dan gedrag in eerdere stadia
Fysieke ontwikkeling: ontwikkeling die betrekking heeft op de fysieke opbouw van het
lichaam, zoals de hersenen, het zenuwstelsel, de spieren, de zintuigen en de behoefte aan
eten, drinken en slaap
Gevoelige periode: een afgebakende periode, meestal vroeg in het leven van een
organisme, waarin dat organisme extra gevoelig is voor omgevingsinvloeden die betrekking
hebben op een bepaald facet van de ontwikkeling (in de eerste 6 jaar gevoelig voor het
ontvangen van taal)
Kritieke periode: een specifieke tijd in de ontwikkeling waarin een bepaalde gebeurtenis de
grootste gevolgen heeft (direct na de geboorte huid op huid contact = start veilige hechting)
Maturatie: het proces van het zich geleidelijk ontvouwen van voorbestemde genetische
informatie
Nature: de nadruk ligt op het ontdekken van erfelijke eigenschappen en vermogens
Nurture: de nadruk ligt op de invloed van de omgeving op iemands ontwikkeling
Normatieve gebeurtenis: gebeurtenis die zich voor de meeste individuen binnen een groep
op dezelfde manier voltrekt. Deze gebeurtenissen kunnen biologisch, sociaal of cultureel
bepaald zijn. (bv puberteit, leerplicht
Normatieve invloed: invloeden die leiden tot conformiteit omdat men de gevolgen van
afwijkend gedrag vreest (bv groepsdruk)
Normatieve, historisch bepaalde invloeden: dit zijn biologische invloeden en
omgevingsinvloeden die verbonden zijn aan een specifiek historisch moment (bv
vuurwerkramp in enschede 2000)
Leeftijdgebonden invloeden: dit zijn biologische invloeden en omgevingsinvloeden die gelijk
zijn voor mensen in een bepaalde leeftijdsgroep, ongeacht waar of wanneer ze opgroeien
(bv puberteit, menopauze)
Niet-normatieve gebeurtenissen: dit zijn specifieke gebeurtenissen die plaatsvinden in het
leven van een specifiek persoon op een tijdstip dat zulke gebeurtenissen de meeste andere
mensen niet overkomen (bv besef van het eerste kind dat ter wereld is gekomen met IVF)
Ontwikkelingspsychologie: de wetenschappelijke studie naar groei, verandering en stabiliteit
van conceptie tot ouderdom
Plasticiteit: de mate waarin een zich ontwikkelend gedragspatroon of fysieke structuur kan
worden gewijzigd (er zijn de laatste tijd meer aanwijzingen dat kinderen latere ervaringen
kunnen gebruiken om eerdere achterstanden in te halen)
Sociale constructie: een idee over de realiteit dat weliswaar breed geaccepteerd is, maar
afhangt van de maatschappij en de cultuur op een bepaald moment

,Sociale ontwikkeling: ontwikkeling die betrekking heeft op sociale relaties en interacties met
anderen
Persoonlijkheidsontwikkeling: ontwikkeling die betrekking heeft op duurzame eigenschappen
die de ene persoon van de andere onderscheiden

Psychodynamisch perspectief
● psychoanalyse
● innerlijke krachten, wat er in de mens zelf zit
● freud: id, ego, superego
● ervaringen uit het vroegere leven zijn bepalend voor het verdere leven en zijn
persoonlijkheid en gedrag
● als er in de ene fase iets mis gaat, heb je er in je volwassen leven last van
● kritiek: hij heeft drugs gebruikt om het onbewuste naar boven te halen. het gaat altijd
over seks bij hem. freud gaat uit van twee basisbehoeften: eros (seks) en thanos
(woede)
● ontwikkeling stopt bij adolescentie
● erikson: sociale interactie, acht stadia van ontwikkeling met elk zijn crisis
● heeft psychoanalyse verfijnd
● ontwikkeling gaat je hele leven door (55+)

es: driften, eros en thanos
ich: persoonlijkheid
uber-ich: geweten, hoe je zou willen zijn

Behaviorisme
● watson/skinner
● nature vs nurture
● je wordt geboren als onbeschreven blad en alles wat je om je heen gebeurt wordt je
aangeleerd
● wat beïnvloedt bepaalt gedrag?
● je kunt dingen aan en afleren en ervoor kiezen om een respons te veranderen
● gingen uit van ontwikkelingspatronen
● ontwikkeling = kwantitatief, je leert steeds meer
● tabula rasa: onbeschreven blad
● alleen onderzoeken wat je ziet, rest is een ´black box
● kinderen leren door te observeren
● pavlov: klassieke conditionering, hond van pavlov (bel)
● skinner/watson: duiven en ratten, belonen en straffen
● bandura: kinderen leren door te observeren


Cognitieve psychologie
● inhoud van black box is belangrijk
● er gebeurt meer dan alleen het gedrag laat zien, in de hersenen gebeuren dingen
● er zit een motivatie achter het gedrag, maar wat is dat? waarom-vragen worden
gesteld in het onderzoek
● piaget: heeft kinderen geobserveerd en heeft geprobeerd de denkontwikkeling van
kinderen te beschrijven

, ● kinderen denken in cognitieve schema’s. die schema’s worden meer uitgebreid
omdat je ervaringen opdoet
● cognitieve ontwikkeling verloopt in fasen
● adaptatie bestaat uit assimilatie en accommodatie (zie filmpje uit pp)
● adaptatie: de manier waarop kinderen reageren op en zich aanpassen aan nieuwe
informatie
● assimilatie: omgeving aanpassen aan je bestaande denkschema, iets wat je in je
handen krijgt ga je mee kijken of het rammelt = rammelaar
● accommodatie: aanpassen van je denkschema aan je omgeving, je leert nieuwe
dingen

Systematisch perspectief
● bronfenbrenner: bio-ecologisch model (micro etc)
● je hebt een kind, daarom zitten ringen. welke aspecten hebben invloed op het kind,
zoals werk van ouders (lange werkdagen), kinderdagverblijf of niet
● vygotsky: socioculturele theorie
● door samen te spelen en te werken, leert een kind meer (zone van de naaste
ontwikkeling)
● relatie tussen individuen en invloeden die ze op elkaar hebben
● ontwikkeling vindt plaats tussen de relaties die het kind heeft (stad, dorp, nederland,
nicaragua)
● systeemtherapie: niet alleen het kind maar het hele gezin krijgt therapie

Evolutionair perspectief
● darwin: gedrag is genetisch bepaald
● lorenz: gevoelige periode van het inprenten
● survival of the fittest: natuurlijke selectie, vergelijkbaar met dierenwereld
● welk gedrag laten we uit de oertijd zijn? fight, flight of freeze

Humanistische psychologie
● rogers
● maslow: je moet voldoen aan de basisbehoeften en vanuit daar kun je verder leren
● mens is verantwoordelijk voor eigen keuzes en gedrag
● mensen zijn gericht op groei en ontwikkeling
● je moet mensen vooral volgen en voorwaarden creëren zodat ze zichzelf kunnen
ontwikkelen




Biologische psychologie
● swaab
● scherder: max masterclass, veel onderzoek naar de hersenen
● gedrag wordt bepaald door hormoonhuishouding, chemische hersenprocessen,
erfelijke aanleg

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller laptrs. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.51. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

83430 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$9.51  1x  sold
  • (0)
  Add to cart