Samenvatting fysiologie en pathofysiologie 2 deel 3
10 views 0 purchase
Course
Fysiologie II & Pathofysiologie II (G000862)
Institution
Universiteit Gent (UGent)
Dit is mijn samenvatting fysiologie en pathofysiologie 2 uit 2de bachelor en bestaat uit 3 delen. Het is een meer dan volledige samenvatting (meer cursus) waar alles in staat dat in de les werd besproken. Alle voorbeelden en oefeningen staan er in uitgewerkt. Ik heb gebruik gemaakt van veel kleur e...
Fysiologie II & Pathofysiologie II (G000862)
All documents for this subject (3)
Seller
Follow
dhaeyeremarthe
Content preview
Fysiologie en Pathofysiologie 2 2de Bachelor 2022-2023
Bloedonderzoek
• Kennis verwerven over welke parameters in een routine bloedonderzoek gebruikt worden en met
welk doel
• Weten welke verschillende oorzaken van stijgingen of dalingen van bloedparameters er bestaan EN
welk meest frequent voorkomen
• Dikgedrukt bij stijging/daling is belangrijkst
2 onderdelen in bloedonderzoek:
• Hematologie: voor soort bloedcellen
• Biochemie: voor evaluatie stofwisseling
• BOZ is momentopname
• Fysiologische variaties:
- Ras, leeftijd, productiestadium, ...
- Referentiewaarden: 95% van een “gezonde populatie”
• Primaire en secundaire afwijkingen
• Niet altijd (duidelijke) afwijkingen bij ziekte
• Optimaliseren diagnostische waarde door:
- Correcte staalname, correct en tijdig transport en correcte analyse
MARTHE D'HAEYERE 197
,Fysiologie en Pathofysiologie 2 2de Bachelor 2022-2023
Staalname:
• Liefst uit grote vene zonder veel onderdruk
• Vlugge verwerking
• Soorten buisjes (vullen in deze volgorde):
- Zonder anticoagulans (serum) (rood):
➢ Ongeveer alles behalve hematologie en stollingsfactoren
- Citraat (lichtblauw): perfecte chelator
➢ Stollingstesten en bloedtype-bepaling
- Heparine: antithrombine-werking
➢ Enige medium om bloedgassen te bepalen, elektrolieten, sporenelementen (Na-heparine)
- EDTA: chelator
➢ Hematologie, fibrinogeen, sporenelementen (Na EDTA)
- Fluoride (grijs): chelator en enzymblokkeerder
➢ Glucose / lactaat
=> Bij de analyse moeten altijd eigen referentiewaarden van labo gebruiken!
• Resultaten in functie van kwaliteit labo en gebruikte methode
• Geen (weinig) universele referentiewaarden
Ken de verschillende bloedbuisjes met de kleur en weet welk
onderzoek je hiermee kan
doen -> volgorde van vullen van buisjes
1. Zonder anticoangulantia (oranje) -> voor bepaling serum
2. Citraat (licht blauw) -> stollingstesten
3. Heparine (groen) -> bloedgassen, elektrolieten en sporen
bepalen
4. EDTA (paars) -> hematologie, fibrinogeen en
sporenelementen
5. Fluoride (grijs)-> bepalen glucose en lactaat
• Een te hoge waarde aan interfererende substanties kan ervoor zorgen dat een andere parameter
niet correct meer kan worden gemeten
- Hemolyse (=abnormale afbraak van RBC) is het belangrijkste
➢ Hoe roder het serum, hoe meer hemoglobine erin zit
➢ Hemolyse-index wordt vaak gegeven door de labo’s, waarbij ook wordt aangegeven vaak
welke parameters niet meer betrouwbaar zijn
➢ Kan ook in vitro optreden, waarbij je dan ook ziet dat kalium en enzymes als LDH en AST
gestegen zijn, terwijl niet-geconjugeerd bilirubine normaal is en er geen stijging in
reticulocyten is
MARTHE D'HAEYERE 198
,Fysiologie en Pathofysiologie 2 2de Bachelor 2022-2023
Stijging hematocrietwaarde
• Uitdroging dus zelfde cellen met minder volume: klinisch onderscheid dehydratatie door methode
van huidturgor toe te passen
• Miltcontractie ten gevolge van cortisolvrijstelling -> mobiliseren
• Polycytemie dus teveel RBC
• Polycytemie is tumor in RBC -> zeer zeldzaam
• High Mountain Disease door EPO vrijstelling -> beenmerg gestimuleerd en zo meer RBC
aangemaakt dus meer transporters van zuurstof -> FiO2 gedaald dus hoogteziekte
Daling hematocrietwaarde -> door anemie
• Hemorragisch dus door bloeding: we verliezen volume en eiwitten dus daling zuurstofspanning ->
vanuit weefsel vocht naar circulatie getrokken zodat volume op peil blijft maar minder RBC in
volume
• Hemolytisch: invivo door infectie, intoxicatie of immunorespons -> antlichamen binden op RBC en
vernietigen deze
• Aplastisch: oorzaak in beenmerg dus beenmerg is niet in staat om voldoende RBC aan te maken ->
reticulocyten in bloedcirculatie om lichaam normaal te laten circuleren → kan door ijzer tekort,
tumor en nierletsel (EPO)
Regeneratieve anemie dus enkel bij hemorragische en hemolytische anemie maar niet bij aplastische
anemie
Rode bloedcellen
RBC vertonen tussen de diersoorten verschillen in grootte en kleur: stervomige RBC zijn acantocyten die
ontstaan door slordig uitstrijkje of door probleem met de lever Bepalen of het regeneratief is: bij
regeneratief probleem is lichaam altijd nog in staat tekort aan RBC op te lossen
MARTHE D'HAEYERE 199
, Fysiologie en Pathofysiologie 2 2de Bachelor 2022-2023
Reticulocyten zijn aanwezig: blauwer, groter en basofiele stippellijn vast resten kernmateriaal (Howell Jolly
lichaampjes) -> paard maakt geen reticulocyten aan maar bij paard zien we fysiologische macrocytose en
anisocytose
Aplastische anemie door ijzer tekort: infectie hebben de bacteriën ijzer nodig voor de groei dus ijzer uit
lichaam gehaald om zo ijzer te bekomen -> zoogdieren kunnen eigen ijzer capteren maar nu is ijzer niet
beschikbaar voor bacterie maar ook niet voor lichaam zelf Door ijzercaptatie niet gereneratief dus milde
vorm van anemie
• Hematocriet is een parameter die berekend wordt op basis van aantal RBC en MCV (=mate van hoe
volumineus de RBC zijn)
• PCV is soort volume, na centrifugatie wordt gekeken welk deel bestaat uit RBC en welk deel uit
plasma.
• Hct en PCV kan verschillen bij zelfde dier door:
- Verschil van gebruik van toestel
- Fout in het tellen
- PCV kan fout gaan bij centrifugeren, waarbij er te kort wordt gecentrifugeerd
• Acanthocyten: soms bij gezonde dieren, anders mogelijke indicatie voor leverletsels (stoornis
lipiden in celmembraan)
- Het zijn soort stervormige RBC, dat ook kan komen door fout bij uitstrijkje te maken we naam
RBC bij regeneratieve anemie:
• Reticulocyten:
- Polychromasie (ribosomen, mitochondriën, jonge reticulo’s)
- Basofiele stippeling (RNA, oudere reticulo’s): zijn blauwer
- Howell Jolly lichaampjes (kernresten)
- Normaal 0%, geringe respons bij hemolyse of bloeding
- Begint na 2-4 dagen, top op 7-14 dagen, afnemend na 14 dagen (rund)
• Hypochrome macrocytose / anisocytose (=ongelijke cel): na 14 dagen
- Bij herkauwers is zekere graad van anisocytose normaal
• Bij paard: maakt geen reticulocyten aan, dus enkel regeneratieve anemie
vermoeden als je hypochrome macrocytose kunt zien in combinatie met
anisocytose
MARTHE D'HAEYERE 200
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dhaeyeremarthe. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.07. You're not tied to anything after your purchase.