100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting boek Ruimtelijke economische dynamiek $6.98   Add to cart

Summary

Samenvatting boek Ruimtelijke economische dynamiek

 3 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van het gehele boek

Preview 3 out of 20  pages

  • Yes
  • November 2, 2023
  • 20
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Hoofdstuk 1
World Development Report van wereldbank kreeg in 2009 titel Reshaping Economic Geography:
groot belang gehecht aan geografische factoren bij verklaring eco verschillen tussen landen en
gebieden.

Economen verwijten geografen een gebrek aan algemeen geldende theorie.
Geografen verwijten economen gebrek aan aandacht voor empitie en ervaring als bron kennis.



Ellworth Huntington 1876/1947 – hierarchische indeling beschaving.
Verschillen in klimaat als relevante verschillen in omgevingsfactor voor producten en
gezamenlijk geleverde eco prestatie.

Ellen Churchil 1991 – Mens is prod van aardopp.

Roosevelt 1929 economie crisis bestrijden – oplossing van mens en technologie.

NL veel werkloosheid > mensen emigreerden naar Canada, Australië of Nieuw-Zeeland.
Regionaal beleid betekende dat overheid ‘werk naar mens bracht’ door subsidie voor
bedrijven. Ook werd infrastructuur verbeterd.
Geografie van regio aangepast om eco/welvaart te stimuleren.

David Landes 1998 – rehabilitatie van eco geografie binnen sociale wetenschappen in VS. Geografie
met nadruk op ongelijke verdeling van natuurlijke hulpbronnen en beperkingen door klimaat ten
onrecht in vergetelheid.

2 factoren Jan Luiten van Zanden ter bestrijding armoede:
- Machtsdeling
- Toegang tot natuurlijke hulpbronnen

Michael Porter 1990 – geografische basisfactoren beschreven die ieder land moet hebben om
concurrerend te zijn.
VB. Nl: haven Rotterdam/Schiphol A’dam (Gateway to EU)

Silicon Valley – goed klimaat zonder grote verkeersdrukte
Hoofdkantoren Apple 1977, Cisco, Google, Intel en Yahoo.
Succesfactoren silicon valley volgens Gordon Moore:
- Beschikbaarheid en instroom hoogopgeleide ingenieurs
- Ondernemerscultuur zonder angst voor falen
- Ruime beschikbaarheid risicokapitaal
- Voorwaardescheppend overheidsbeleid

Landen en regios clusteren voor eco ontwikk -> Food Valley in wageningen.

Richard Florida 2002 – productieactivi uit wersterse wereld uitbesteden in lagelonenlanden, creativi
bealngrijkste motor eco groei.

O’Brien 1992 – komst internet einde van geografie.

Homogeniserende benadering: (neo-)klassieke. Wil tot wetmatigeheden komen en negeert
hitorische/ruimtelijke afwijkingen
Particuliere benadering: berklaring van bijzondere en omarmt temporele en geografische affwijkingen
in eco.

,Crevoisier: ‘’ theorien van econoom moeten door zeeg van geograaf en historicus’’.

Locatie in ogen van van economen: ligging (kosten) en afflomeratievoordelen (opbrengsten

Ruimtelijke eco beleid naar lagere overheden en Rijk houdt zich bezig met stimulering van
topsectoren die internationale concurrentiekracht van NL eco moet versterken of behouden.

Pankaj Ghemawat – komst internet belang van afstand niet veranderd. Onderscheid 4 dimensies:
Geografisch
Cultureel
Administratief
Economie
Culturele en admin afstand hebben effect op internatio handelsstromen. Gezamenlijke munt verhoogd handel.
problemen ivm 4 vormen geeft desinteresse globalisering.
Leamer en Storper 2001 – geografische clustering van economsiche activi door internet niet
aangetast.

Rob martin 1999 – economische geograffie – inzichten uit eco/politicologie/sociologie/psychologie
tuspassen op wat er in ruimte gebeurt.
Levende ruimten: concrete locaties van eco activi/stromen of interacties.

Ron Boschma 2005 – geografische afstand geen noodzakelijke/voorwaarde is voor innovatie, bepaald
door cognitieve en organi nabijheid.
Men zit te dicht op elkaar voor nieuwigheid, teveel onderworpen aan bureaucratische
regelgeving, geen gunning, geen openheid en eerlijkheid.

Netwerken kan dit tegengaan > samenwerken om kosten te besparen/kennis te delen/ideeen
creeren.

Peter Taylor 2001 – niet mogelijke om locatiegedrag te verklaren als je het netwerk waarbinnen ze
werken niet kent.

Bedrijfskunde houdt zich bezig met optimaliseren van bedrijfsprocessen: organisatorisch en omgeving
- Internatio beslissing: toegang tot buitenlandse markt en bescherming eigen producten. > centraal
betere ligging.

Vestigen > connecten met regio:
(eigen keus bedrijf waarom daar wel of niet vestigen)
zakelijk: leverancier/afnemer/ondersteunende diensten/juridische voordelen
sociaal-culturele verbinding: sponsoring/duurzaamheidsontwikk

Kredietcrisis 2008 gaf duidelijkheid over sterke samenhang finan markten internationaal en hoe
banken etc met hun acties beleid van landen beinvloeden

Peter Dicken 2011 – verhouding tussen dagelijkse finan transacties en reële handel in 1973 ongeveer
twee tot een was, en in 2007 honderd tot een > deel door handel en investering, steeds groter deel
kortetermijnwinsten en speculatie
Vroeg concu uit eigen regio tegenwoordig hele wereld.

Omgeving = alles wat buiten bedrijf geberut en waarin in bedrijfsvoering rek mee moet worden
gehouden: EU en wereldwijd/politiek, jurdisch en martkontwikk.
Functioneel en ruimtelijk = plaatsbepaaldheid van eco activi.

, 2 kenm aspecten van eco geografie:
- Locatiekeuze: rechtstreeks gevolg van interne organi van bedrijf. Te maken met kosten en opbr.
Territoriale invalshoek: lokaal/regionaal/nationaal/internationaal
- Regionale ontwikk

Verschillen in NL beperkt: 1 belastingregime/cao-loon overal evenduur/geen prov waar geen uni of
hogeschool zit/wegen net overal aan minimum eisen voldoen.

Urban field = bedrijven hebben ruime marges bij locatiekeuze en maakt niet uit waar vestigen.

Nl heeft lokale verschillen.
- Zachte locatiefactoren: uistraling gebouw/kwali omgeving/reputatie regio -> afh van bedrijfsactivi.

Hoofdstuk 2
Locatietheorie = geheel van samenhangende uitspraken die verklaring geven voor locatiekeuze van
bedrijven/voorzieningen.

Adam Smith (1723-1790) – grondlegger klassieke theorie.

Grondbeginsel: elk aanbod schept eigen vraag. Beschikbare prodfactoren volledig benutten.
Klassieke eco > beschikbare prodfactoren bepalen mogelijkheden bedrijf. Prodfactoren betlen in
loon/rente/pacht/huur/aankoopkosten

Allocatieprobleem = hoe kan tegen laagste kosten hoogste prod gerealiseerd worden? > Uitkomst
belangrijk voor welvaart van landen : lage kosten per prod > concuvoordeel.

Von Thünen 1783-1850 – grondgebruik in landbouw
Alfred Weber 1868-1958 – locatiekeuze industie
Beide theorien stellen dat ondern voor plaats kiest waar totale kosten laagste zijn.
Klassieke theorie gaat uit vna volledige mededinging = markt met veel aanbieder die prijs niet kunnen
beinvloeden.
Ruimtelijke verschillen zijn kosten drukken: grond/arbeid en kapitaal/transportkosten grondstoffen en
prod.

Klassieke locatietheorie gaat uit van volledig geinfo en raioneel handelende mens = home
economicus.
Isotrope ruimte = wereld waar geen gebreken zijn; bergen/rivier/infra/soci-cultu verschillen/etc.
Deductie = logisch redeneren om tot algemeen wetmatigeheid te komen, overeenkomst is
interessant.

Von Thünen 1826 – toenemende afstand tot marktcentra veranderde grondgebruik: gaat om
gewassen en niet om het land. Volgens hem keken boeren naar verschil kosten en opbr per gewas.
Grond gebruik afgeleide van prijs grond; dure grond andere gewassen.
David Ricardo (1772-1823) – verschillen pachtprijzen veroorzaakt door verschillen vructhbaarheid =
economic rent.
Von Tunen voegde hier transportkosten aan toe = location rent.
- Max winst = marktprijs – (prodkosten + transportskosten) BLZ 31


Weber 1909 – locatiefactoren van Von Thünen > laagste transportkosten; afvoer en aanvoer prod.
Hield ook rek met ruimtelijke verschillen in arbeidskosten en externe schaalvoordelen = pvoordelen.
Agglomeratievoordelen = voordeel bedrijf als ze bij andere bedrijven in buurt gevestigd is.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller irisvruwink. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.98. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

71184 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.98
  • (0)
  Add to cart