Basis Anatomie
Terminologie Anatomica in Latijn of Grieks. Latijn kent geen lidwoord, het zijn samengestelde
termen.
,Overzicht skeletsysteem
Het skeletsysteem biedt ondersteuning, bescherming en het faciliteert beweging. Ook dient het als
opslag van stoffen zoals calcium, fosfaat en vet. Het skeletsysteem bestaat uit botten.
Botten
In totaal zitten er 206 botten in het skeletsysteem. Deze hebben verschillende
vormen. Er zijn korte botten (middenhandsbeentjes), lange botten (beenderen
met schacht en twee uiteinden: bovenbeen) en platte beenderen (borstbeen en
ribben).
Kenmerken
De algemene structuur van een bot bestaat uit het compacte bot,
spongieus bot en het beenmerg. Botten groeien door ossificatie en
calcificatie.
Onderverdeling skeletsysteem
Het skeletsysteem kan in twee delen worden opgedeeld namelijk, axiaal en appendiculair skelet.
Axiaal skelet
Het axiaal skelet bevat onder andere de schedel, wervelkolom en thorax (borstkas). Het
omvangt ca. 40% van alle botten en is weinig bewegelijk maar stevig.
, Appendiculair skelet
Het appendiculair skelet bestaat uit alle ledematen (extremiteiten) en verbindingen. Het zijn
vooral de lange beenderen en is mobiel.
Gewrichten
Botverbindingen worden ook wel gewrichten genoemd. Articulatie is de verbinding met twee of
meer botten. Het is een combinatie tussen stevigheid en mobiliteit.
Er zijn vier soorten gewrichten: bindweefselverbinding, kraakbeenverbinding, botverbinding en
synoviale gewrichten.
Bindweefselverbinding
In het latijn wordt dit syndesmose genoemd. Deze verbinding is meestal
minder bewegelijk. Deze zit bijvoorbeeld in het membrana interossa
tussen radius en ulna. Ook zit deze in het onderbeen.
Kraakbeenverbinding
Ook wel synchondrose. Dit is vaak wat bewegelijker.
Voorbeelden zijn het ribkraakbeen en
tussenwervelschijf.
Botverbinding
In anatomie: synotose. Er is geen beweging mogelijk en
de botschijven groeien aan elkaar. Voorbeelden zijn het
heupbot (os coxae) en andere verbeende groeischijven.
Synoviale gewrichten
Synoviale gewrichten zijn omhuld door gewrichtskapsel
en de botten zelf zijn bedekt met kraakbeen. De ruimte
hiertussen is de synoviale ruimte die is gevuld met
synoviale vloeistof.
De functie is de lubricatie van het gewricht door het
kraakbeen en de vloeistof. Ook zorgt het voor de
distributie van voedingsstoffen en het absorberen van
schokken.
Overige structuren:
• Vetkussentjes (fatpads) en ligamenten (ondersteunining en versteviging)
• Slijmbeurzen (zakjes met synoviale vloeistof, verminderen van frictie)
• Pezen (stugge uitlopers van de spier, verbinden spier met bot)
Onderverdeling synoviale gewrichten
Er is een verschil in structuur en in functie/mobiliteit. Er zijn drie soorten synoviale gewrichten:
• Kogelgewricht: kent beweging in 3 assen, schouder en heup
• Zadelgewricht: beweegt in 2 assen, duim
• Scharniergewricht: beweging in 1 as, ellenboog
Schouder
Belangrijke botten van de schouder zijn sleutelbeen (clavicula), schouderblad (scapula) en de
bovenarm (humerus).
, Sleutelbeen (clavicula)
S-vormig bot van ca. 12cm, dicht aan de oppervlakte. Pathologie:
frequent fracturen bij kinderen en volwassenen Er zitten twee
gewrichten aan de clavicula: art. sternoclavicularis en art. acromio-
clavicularis.
Art. sternoclavicularis
Zit tussen sternum en clavicula en beweegt mee met de schouder
Art. acromioclavicularis
Zit tussen acromion (scapula) en clavicula
Schouderblad (scapula)
Is deel van het schoudergewricht.
Het is een plat bot met uitsteeksels. Het grootste uitsteeksel op de
achterzijde heet dorsaal, en het kleine uitsteeksel ventraal. Dorsaal
tevens richel (spina).
Art. glenohumerales
Schoudergewricht zit tussen scapula en humerus. Het is een kogelgewricht, meest
bewegelijke gewricht in het lichaam. Kan uit de kom (luxatie). Ook wel art. scpulohumerale.
Versteviging: schouder is versterkt met ligamenten. Deze vormen samen capsula articularis
Spieren en beweging
Ook spieren zorgen voor stevigheid (rotatorenmanchet: het geheel van spieren rond de schouder,
groep van 4, ook wel rotator cuff)
• M. supraspinatus
• M. infraspinatus
• M. teres minor
• M. subscapularis
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lucyverfaille. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.45. You're not tied to anything after your purchase.