College aantekeningen BELRE3. Dit document bevat een samenvatting van de college en een deel van het boek dat wordt voorgeschreven door Nyenrode voor het vak belastingrecht 3. Ik heb dit vak moeten volgen voor de studie Bachelor of Science in Accountancy. Aan de hand van dit gemaakte bestand heb ik...
Nyenrode Business Universiteit (Nyenrode)
Bachelor Of Science In Accountancy
Belastingrecht 3 (BELRE3)
All documents for this subject (1)
Seller
Follow
Bacheloraccountancyy
Reviews received
Content preview
College 1 en 2: belastingplicht en winstbegrip in de vpb, vermogensvergelijking en
verliesverrekening
Onderdeel: binnenlandse en buitenlandse belastingplicht VPB
Binnenlands en buitenlands belastingplicht VPB:
- belastingplicht van lichamen (rechtspersonen) → art. 1 Vpb
- belastingplicht op grond van rechtsvorm → art. 2 lid 1 sub a en b Vpb
- belastingplichtig met gehele vermogen → art. 2.6 Vpb
Subjectieve belastingplicht → wie is belastingplichtig?
Objectieve belastingplicht → waarover wordt belasting geheven?
Feitelijke vestigingsplaats → daar waar de centrale leiding is gevestigd (art. 4 AWR)
Fictieve vestigingsplaats → als een lichaam is opgericht naar NL recht (art. 2 lid 5 Vpb)
Conclusie: wie zijn er belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting?
1. Binnenlandse belastingplichtigen: wordt belast voor zijn winst uit gehele wereld
→ art. 2 lid 1 sub …Vpb
a: NV of BV
b: Coöperaties en verenigingen
d: verenigingen en stichtingen indien en voor zover zij een onderneming drijven (zie
de betekenis van het drijven van een onderneming hieronder)
f: fondsen voor gemene rekening
g: publiekrechtelijke rechtspersonen voor zover zij een onderneming drijven
2. Buitenlandse belastingplichtigen: wordt alleen belast voor de winst die afkomstig
is uit NL (art. 3 en art. 17.3 Vpb)
Art. 4 Vpb → Er is sprake van het drijven van een onderneming als er in concurrentie
wordt getreden met ondernemingen. Dit is het concurrentiecriterium → bij het ontbreken
van een winststreven. Er is sprake van concurrentie als de aangeboden producten/diensten
ook bij andere ondernemingen te verkrijgen zijn.
,Art. 3 lid 4 Vpb → vaste inrichting (sub a = verdrag van toepassing en sub b = geen ‘’)
Definitie vaste inrichting (sub b) → een vaste bedrijfsinrichting → plaats van uitvoering van
een bouwwerk of constructie- of montagewerkzaamheden, waarvan de duur de 12 maanden
overschrijdt.
Art. 6 Vpb → subjectieve vrijstelling
Bij onder andere lichamen zoals bedoeld in art. 2 lid 1 sub e Vpb. Indien de winst van het
jaar niet meer bedraagt dan € 15.000, dan wel het betreffende jaar en de vier voorgaande
jaren de winsten samen niet meer bedragen dan € 75.000, dan is er sprake van een
vrijstelling voor de Vpb.
Art. 2 lid 1 sub g → overheidsbedrijven
→ indirecte overheidsbedrijven ogv. art. 2 lid 1 a t/m e Vpb
→ directe overheidsbedrijven: voor zover zij een onderneming drijven
Fiscaal transparant (besloten CV) → dan houdt dat in dat je door de CV kijkt en dat je bij
de personen erachter kijkt en dat zij dus de belasting moeten betalen (beherend- en stille
vennoot). Je kijkt er dus doorheen en je belast de personen erachter → IB plichtig
Niet fiscaal transparant (open CV) → dan is de winst belast in de VPB door de CV → VPB
plichtig in NL
Lichamen die hybride zijn: het ene land ziet het lichaam als VPB plichtige, terwijl het andere
land het misschien wel als een IB plichtige ziet (art. 2 lid 6 VPB).
,Onderdeel: einde belastingplicht Vpb
Er is sprake van het einde van de belastingplicht van de Vpb indien:
- einde inwonerschap (art. 15c Vpb)
- ophouden belastbare winst te genieten (art. 15d Vpb)
, Onderdeel: vermogensvergelijking Vpb
Onderdeel: winst Vpb
De winst Vpb wordt bepaald op grond van art. 8 lid 1 en 2 Vpb. Dit is grotendeels conform
de winst IB.
Art. 8 lid 5 Vpb → gemengde kosten
- bij een of meer werknemers in de zin van de Wet LB
- winst wordt mede opgevat conform art. 3.15 Wet IB
- art. 3. 15 lid 1 IB wordt vervangen door 0,4% van het verzamelloon van de
werknemers en is niet aftrekbaar indien deze uitkomst hoger is dan € 5.100,-
Deelneming is geen bedrijfsmiddel voor HIR (art. 8 lid 13 Vpb).
Art. 9 lid 1 Vpb → Aftrekbare kosten
Art. 10 lid 1 Vpb → Niet aftrekbare kosten
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Bacheloraccountancyy. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.36. You're not tied to anything after your purchase.