HOORCOLLEGE 1 BESTUURSRECHT
Wat is bestuursrecht?
Bij staatsrecht heb je gekeken hoe de overheid eruitziet en hoe de verhouding tussen de overheidslichamen is.
Dus de lichamen die met openbaar gezag is bekleed.
Bij bestuursrecht gaat het met name om de relatie tussen aan de ene kant de overheid en aan de andere kant
de burgers.
- Dus bestuursrecht is het geheel van rechtsregels dat betrekking heeft op de relatie tussen het
openbaar gezag (de overheid) en de burgers
De vraag die alleen kan ontstaan is wat precies nou ‘overheid’ inhoudt. Dus wanneer is een bestuursorgaan
met openbaar gezag bekleed en waarom is dit nou zo ontzettend belangrijk.
- Dit is belangrijk omdat die organen die tot de overheid behoren kunnen eenzijdig jouw rechtspositie
bepalen en beïnvloeden. En dat maakt dus dat van belang is dat je moet weten wanneer iets wel en
wanneer iets niet een bestuursorgaan is
Dus bestuursrecht ziet op:
Rechtsbetrekkingen tussen de overheid en burger
Waarbij de overheid burgers eenzijdig kan binden door overheidshandelingen
Waarbij rechtsnormen gelden en
Burgers tegen die handelingen kunnen opkomen
Vandaag gaan we het hebben over de overheid en de
bestuursorganen. Daarna (HC 2) over de belanghebbenden
die getroffen wordt door zo’n besluit.
Je moet altijd denken in de driehoek. Bestuur, rechter en
burger.
Wat is besturen?
Besturen is – volgens de leer van de trias politica – die overheidsfunctie die niet bestaat uit wetgeving of
rechtspraak. Bestuur ziet op het dienen van het algemeen belang.
- Wat duidelijk is, is dat de burger het recht heeft om zijn eigen belang te verdedigen. Hij komt op voor
zijn eigen belang en voor het bestuur geldt dat het geen eigen belang heeft. Het bestuur wordt geacht
het algemeen belang te dienen.
Legaliteitsbeginsel
Er zijn twee aspecten:
1. Bevoegdheden dienen uitdrukkelijk door de Grondwet of een andere wet te zijn toegekend.
a. Bij presterend en belastend overheidsoptreden (zie volgende bladzijde)
2. Bestuurshandelen dient in overeenstemming te zijn met geschreven en ongeschreven recht.
Het legaliteitsbeginsel is in het bestuursrecht ook de basis. En voor het legaliteitsbeginsel geldt dat in het
bestuursrecht lang de gedachte heeft geheerst dat je alleen maar een geschreven norm/wettelijk voorschrift
nodig had op het moment dat het bestuursorgaan een zogenaamde ingreep deed. → Dus belastend
overheidsoptreden.
- Dus alleen op het moment dat het bestuursorgaan een belastend besluit nam, zou daarvoor een
wettelijk voorschrift moeten zijn. En zou dat moeten voldoen aan het legaliteitsbeginsel.
- Dat uitgangspunt is nu achterhaald.
,Ook op het moment dat er een positief handelende overheid is, dus als de overheid optreedt en een prestatie
levert, denk aan het verstrekken van een subsidie, dan moet daarvoor een wettelijke basis zijn. Omdat heel
vaak in die mogelijkheid om positief op te treden voor de overheid de geïmpliceerde bevoegdheid ligt, die lang
niet altijd omschreven is in de wet, dat die dan ook die verleende subsidie kan intrekken.
Hierdoor dus zowel bij positief presterend handelen van de overheid als bij belastend handelen van de
overheid, dat daar een wettelijke basis onder moet liggen.
Democratische rechtsstaat
Andere uitgangspunten
Specialiteitsbeginsel: art. 3:4 lid 1 AWB:
Kan inhouden welke belangen ze in de weegschaal leggen en lid 2 van dit artikel zegt hierover dat je ze daarna
mag afwegen en welk belang zwaarder weegt. Dus lid 1 is van wat leg je in de weegschaal en lid 2 is dat je
daadwerkelijke afweging laat plaatsvinden
Rechtszekerheidsbeginsel: formeel en materieel
Het geldende recht moet worden toegepast en de rechtszekerheid vraagt ook dat dat dan voldoende duidelijk
moet worden omschreven. Dit is ook wel het lex certa beginsel.
Gelijkheidsbeginsel
Staat in artikel 1 van de Grondwet en in een aantal verdragen.
Stelselmatigheid: consistent en consequent beleid
Het bestuur moet stelselmatig, dus consistent en consequent beleid voeren. Dit zegt ook artikel 4:81 en
volgende AWB.
Individuele rechtsbedeling: zorgvuldigheid
Het gaat uiteindelijk om het individu en daar moet zorgvuldig mee worden omgegaan.
Gelaagde normstelling
De wetgever in formele zin laat het stellen van normen veelal over aan lagere regelgevers. Dus de buitenkant
van de wetgeving (dus de kaders) van hogere wetgeving worden soms ingevuld door lagere regelgeving.
- Hierdoor heb je dus nooit voldoende aan 1 wet als je een casus gaat oplossen. Je hebt er altijd
meerdere nodig, denk bijvoorbeeld aan de Vreemdelingenwet, daaronder hangt een algemene
maatregel van bestuur in de vorm van een vreemdelingenbesluit.
Dan komt het bestuursorgaan en die gaat al die regels toepassen en dat proces van normstelling wordt dan
neergelegd in een beschikking. En zo’n beschikking bevat voorschriften voor een concreet geval. De algemene
normen worden omgezet naar voorschriften voor het concrete geval.
DE 3 B’S
- Besluit
- Bestuursorgaan
- Belanghebbende
BESTUURSORGAAN
Onder bestuursorgaan wordt verstaan (art. 1:1 lid 1 AWB):
a. Een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld
(A-orgaan)
b. Een ander persoon of college met enig openbaar gezag bekleed
(B-orgaan)
→ Hier blijft het niet bij, er komt verdieping van dit begrip bestuursorgaan, namelijk art. 2:1 lid 1 BW.
, A-ORGANEN:
Rechtspersonen als bedoeld in art. 2:1 BW
Lid 1: Staat, provincies, gemeenten, waterschappen en openbare lichamen met verordenende
bevoegdheid (art. 134 GW)
Lid 2: Bijzondere publiekrechtelijke rechtspersonen: bij of krachtens de wet bepaald
Voorbeeld art. 2:1 lid 2 BW
Artikel 2 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen:
1. Er is een Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, dat belast is met de taken,
bedoeld in hoofdstuk 5;
2. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen heeft rechtspersoonlijkheid en heeft
zijn zetel op een door Onze Minister te bepalen plaats
Hier zie je dat het wettelijk is vastgesteld dat het Uitvoeringsinstituut rechtspersoonlijkheid heeft. Het gaat hier
over een publiekrechtelijke rechtspersoonlijkheid, dus dan heb je een rechtspersoon ingesteld krachtens
publiekrecht.
- En dan is de volgende vraag of dat Uitvoeringsinstituut of dat ook een orgaan kan hebben. En kan dat
bestuur ook een A-orgaan worden? Ja als dat bestuur een voldoende zelfstandige positie heeft.
A-organen:
(Een)ieder die optreedt vanwege een ‘rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld’ en die een zekere
eigen taak of functie heeft of een zelfstandige plaats inneemt, moet worden beschouwd als een ‘a-orgaan’.
Let op: als je gaat toetsen of iets een bestuursorgaan is, dan toets je altijd eerst of iets een a-orgaan is. Je hebt
bepaald dat iets geen a-orgaan, dan door met het toetsen van een b-orgaan.
B-ORGANEN: EEN AND ER PERSOON OF COLLEGE MET EN IG OPENBAAR GEZ AG BEKLEED
Een ander persoon of college
- Geen onderscheidende betekenis/criterium (dit hoef je nooit te toetsen). Het enige wat je moet toetsen
of het met enig openbaar gezag is bekleed
- Natuurlijk persoon of (orgaan van) rechtspersoon als bedoeld in de art. 2:2 en 2:3 BW
Met enig openbaar gezag bekleed
“… eenzijdig rechten of plichten voor een ander in het leven te roepen of binden vast te stellen”
- Op basis van een ‘wettelijk voorschrift’. Vaak op basis van een wettelijk voorschrift heb je enig
openbaar gezag, dus krachtens de wet.
- 2 uitzonderingen hierop:
o Schipholregio
o Ambtenarenrecht: overwegende overheidsinvloed
Dus met enig openbaar gezag bekleed wordt vaak krachtens de wet vastgesteld (arrest VNG) en daarbij zijn 2
uitzonderingen, namelijk het arrest Schipholregio en het Ambtenarenrecht.
Uitzonderingen A-organen: art. 1:1 AWB:
Lid 2: wetgevende en rechtsprekende organen
Lid 3: uitzondering op lid 2 “voor zover zij besluiten nemen of handelingen verrichten”
Deze jurisprudentie koppelen aan het legaliteitsbeginsel:
Geen bevoegdheid zonder grondslag in de wet of Grondwet;
Geen bevoegdheid zonder verantwoordingsplicht.
Koningin & Kabinet van de Koningin
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller merle_1234. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.33. You're not tied to anything after your purchase.