100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Probleem 5 BPR $3.24   Add to cart

Other

Probleem 5 BPR

 6 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Omvat het probleem 5 van het vak BPR aan de EUR in Bachelor Jaar 2.

Preview 2 out of 13  pages

  • November 2, 2023
  • 13
  • 2020/2021
  • Other
  • Unknown
avatar-seller
PROBLEEM 5
- Compendium H18 en 12
- Hoda International/Mondi Foods-arrest
- Bijl/Van Baalen
- Kempkes/Samson
- Smokehouse/Culimer
- Ontvanger/Bos
- Mondelinge uitspraak

Welke soorten spoedprocedure zijn er?
KORT GEDING
Aard en functie
De wettelijke regeling van het kort geding treft men thans aan in art. 254 Rv.
Functie van het kort geding: de aan de lange duur van de gewone procedure verbonden bezwaren zo veel
mogelijk op te vangen en om eigeninrichting te voorkomen


Absolute bevoegdheid:
 Voorzieningenrechter → 50 RO
 Kantonrechter → 254 lid 5 Rv: ‘ook’ Bij twee rechters heeft de eiser de keuze


Relatieve bevoegdheid:
 Volgens de regels van 99 e.v. Rv


Provisionele vordering
Art 223 Rv: als al een bodemprocedure aanhangig is en de eiser heeft een (spoedeisend) belang bij het
gevorderde of de gedaagde heeft erkende en deel van de vordering schuldig te zijn, zonder evenwel tot
betaling over te gaan, kan de provisionele vordering een alternatief voor het kort geding zijn.
- Connexiteitsvereiste: de provisionele eis moet samenhangen met de hoofdzaak; zij kan strekken tot
toewijziging van hetzelfde of een gedeelte van de hoofdzaak.
- De uiteindelijke beslissing omtrent het gevorderde wordt in de bodemprocedure bepaalt; daar wordt
de rechtsverhouding bepaalt


VEREISTEN KORT GEDING
1. De zaak moet geschikt zijn om in kort geding te worden beslist
Art. 256 Rv → als de voorzieningenrechter oordeelt dat de zaak niet geschikt is, weigert hij de voorziening.
De zaak wordt dan dus niet naar de bodemrechter verwezen, al komt de beslissing daar wel op neer.
Ongeschikt, wanneer…
> Door het beperkte tijdbestek niet voldoende inzicht kan worden verkregen in de feiten
> De gevolgen van een eventuele beslissing onvoldoende te overzien zijn


Het is niet zo dat feitelijke ingewikkelde zaken nooit tot een voorziening kan leiden; soms is het zelfs beter
om een onmiddellijke voorziening te treffen dan te wachten totdat de feiten zijn uitgekristalliseerd.


2. Spoedeisend belang (externe factor)
Dit is het centrale vereiste voor de aanspraak op een voorziening in kort geding, dus dat een zaak
spoedeisend is (art. 254 Rv). Er moet een grond zijn voor rechterlijk ingrijpen en een beslissing in de
gewone procedure moet niet kunnen worden afgewacht.
 Art 254 Rv; moet ambtshalve worden gecontroleerd

,  Wordt bepaald door afweging belangen van partijen, beoordeeld naar de toestand ten tijde van de
uitspraak het is dus ook afhankelijk van de bevoegdheid van de kortgedingrechter, zij moet dan dus
ook ambtshalve door hem worden gecontroleerd.
 Naarmate het waarschijnlijker is dat de eiser de vordering toegewezen krijgt, hoe minder eisen aan
de spoedeisendheid worden gesteld


3. Voorziening bij voorraad (interne factor)
De beslissing moet een voorziening bij voorraad zijn → een ordemaatregel waarmee wordt vooruitgelopen
op de rechtsbeslissing die in de bodemprocedure zou kunnen worden gegeven


Dus niet mogelijk bij declaratore en constitutieve vonnissen: declaratore missen het karakter van een
ordemaatregel en constitutieve niet omdat niet aan vereiste van definitieve wijziging van de rechtstoestand
kan worden voldaan → uitzondering: Smokehouse/Culimer
- Het opheffen van beslag is een constitutief vonnis, want de rechtstoestand wordt gewijzigd. Dus het
opheffen van beslag is een consitutief vonnis, maar is een uitzondering, want dat kan wel in kort
geding worden gewezen.
Constitutief vonnis, waarbij een rechtstoestand wordt geschapen, wordt beëindigd of wordt gewijzigd ('Ik
vernietig de overeenkomst tussen partijen').
Declaratoir vonnis, waarbij een rechtstoestand wordt vastgesteld ('Deze overeenkomst is nietig')


4. Onherstelbare gevolgen
Ondanks de bewoordingen van art. 257 Rv (‘geen nadeel aan de zaak ten principale’) vormt géén beletsel
de omstandigheid dat de gevolgen van de gevorderde maatregel in feite niet meer herstelbaar zullen zijn en
dat dan slechts de mogelijkheid van schadevergoeding overblijft, aangenomen dat het spoedeisende
karakter aanwezig is en de gevraagde voorziening door een billijke afweging van de belangen van partijen
wordt gerechtvaardigd.
- Onherstelbare gevolgen vormen geen beletsel, ondanks dat dat misschien lijkt uit art 257 RV
- Art 257 Rv zegt ons dat de bodemrechter niet gebonden is aan de beslissing van de
kortgedingrecher.

5. Belangenafweging
De beslissing van de kortgedingrechter is het resultaat van een afweging van belangen.
- Er moet steeds een afweging worden gemaakt tussen enerzijds het voorlopig karakter van het
rechterlijk oordeel in het kort geding en de ingrijpendheid van de gevolgen van een eventueel verbod
voor de verweerder, anderzijds de omvang van de schade voor de eiser indien een verbod zou
uitblijven.


SMOKEHOUSE/CULIMER
Smokehouse heeft in kort geding gevorderd dat, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, zal worden
opgeheven het gelegde conservatoir vreemdelingenbeslag op een aan Smokehouse toebehorende partij
gerookte zalm door Culimer. Smokehouse stelt dat de bestelling zalm uitsluitend is gedaan om daardoor
voor Culimer een verhaalsobject binnen de Nederlandse grenzen te vekrijgen en dus OD.
 Culimer vordert verweer, vordering Smokehouse wordt geweigerd. Culimer zegt dat Smokehouse
geen belang heeft bij uitvoerbaarverklaring bij voorraad. Dit verweer faalt. Ook zegt Culimer dat het
arrest van het Hof geen stand zal kunnen houden gelet op de omstandigheden. Dit verweer faalt
ook. Smokehouse heeft hoger beroep ingesteld + aanvulling eis met zekerheid stellen voor schade
als gevolg van het beslag.


Het enkele feit dat, zo de rechter een beslag opheft, voor de werking van die uitspraak geen vorm van
tenuitvoerlegging vereist is, brengt nog niet mee dat zich een geval als bedoeld in de aanhef van art. 233 en
234 Rv voordoet, waarin ‘de aard van de zaak’ uitvoerbaarheid bij voorraad uitsluit.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller merle_1234. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.24. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67096 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.24
  • (0)
  Add to cart