VIDEOCOLLEGE 2.1
Toegang tot de (straf)rechter
Geschillenbeslechter; strafrechter beslist in de ‘strijd’ tussen de officier van justitie en de verdachte.
Er is hier een strijd tussen de samenleving, want de maatschappij die wordt vertegenwoordigd door de OM in
de persoon van de OVJ en anderzijds de verdachte die zichzelf kan verdedigen tegen de aan hem ingebrachte
beschuldigingsvormen.
Op het moment dat de OvJ voornemens is om de verdachte voorlopig te gaan hechten, dus wat langer dan 3
dagen en 9 uur vast te houden dan zien we dat de wettelijke bepaling vereist dat een RC in ieder geval
marginaal een toets aanwerpt of de vrijheidsbeneming op dat moment legitiem is.
→ Mochten we dat langer doen, dus die vrijheidsbeneming voortzetten, dan gelden er al zwaardere
voorwaarden. Denk bijvoorbeeld dat er 3 rechters in een raadkamer ernaar gaan kijken.
→ Soms is er geen mogelijkheid meer om voorafgaand aan een onderzoek ter terechtzitting de verdachte van
zijn vrijheid te beroven en dan zien we dat de zaak moet worden gepresenteerd aan de zittingsrechter. En bij
die zittingsrechter kan de verdachte zijn verdedigingsrechten uitoefenen, maar kan ook de OvJ zijn
beschuldigingen en het bewijs voor die beschuldigingen naar voren brengen.
Waarom gaan we eigenlijk naar een rechter toe?
Je ziet hierboven dat het woord strijd tussen aanhalingsteken staat, want de OvJ is ook een beetje magistraat,
dus hij komt ook op voor de belangen van de verdachte. Hij is namelijk ook de toezichthouder in het
voorbereidend onderzoek en dat hij dus de politie aanstuurt.
En uiteindelijk is de OvJ een onderdeel van ‘ons’, dus dan heb je een apart onafhankelijke macht nodig, los van
de uitvoerende en wetgevende macht, die geschillen beslecht. Dus dat is de rechter die dus buiten de
verdachte en de OvJ staat.
K&K H5
Verschijningsvormen: rechter-commissaris, raadkamer en zittingsrechter
Onafhankelijke (derde) macht
Onpartijdig
Wraking als direct controlemechanisme
Buitengerechtelijke afdoening mogelijk (maar altijd consensueel): hierbij komt er geen rechter aan de
pas.
‘De’ strafrechter
Verschijningsvormen:
1) Zittingsrechter: dan hebben we te maken met de berechting en dat gebeurt op de terechtzitting. Die
terechtzitting eindigt met een (eind)uitspraak. En dat wordt verpakt in een vonnis.
a. Ook als appelrechter (hof) (arrest)
b. En cassatierechter (HR) (arrest)
2) Raadkamer: de raadkamer ziet er hetzelfde uit als een rechtbank op het onderzoek ter terechtzitting.
Zij trreden alleen niet op tijdens het ott, maar voorafgaand. En die beslissing ≠ niet ter terechtzitting
voorgeschreven, en die beslissingen kunnen leiden tot een beschikking van de raadkamer en dan kan
je denken aan een situatie dat de verdachte vastzit en dat het onderzoek ter terechtzitting niet is
aangevangen, maar dat de wet wel al voorschrijft dat daar onafhankelijke rechters naar moeten kijken
en dat is wat de raadkamer doet. Zij treden vóórafgaand ott op. Tegen die beschikking kan je in
bezwaar, meestal op ott over klagen maar kan soms ook op een ander moment.
3) Rechter-commissaris: dit is een individuele rechter. Deze rechter is er om de eerste
vrijheidsbeneming, dus vrij snel binnen 100 uur willen we dat er in ieder geval een rechter naar de
vrijheidsbeneming kijkt, dus die zal dat beoordelen, maar daarnaast heb je de RC ook nodig om
, bijvoorbeeld zwaardere opsporingsbevoegdheden of de inzet daarvan, om daar een machtiging voor te
verlenen. Toezichthouder, machtigingsrechter, onderzoeksrechter.
De strafrechter komt dus in die fases van het strafprocesrecht steeds terug. Maar er worden dus ook andere
begrippen gebruikt:
- Beschikking wordt gebruikt bij de raadkamer en de RC en de zittingsrechter wijst een vonnis.
De strafrechter bestaat dus niet, hij komt dus alleen voor in meerdere verschijningsvormen.
Onafhankelijke (derde) macht en onpartijdig
Onafhankelijk (art. 113 en 117 Grondwet)
Oganisatorisch en financieel (extern)
Ook binnen de rechtspraak (intern)
De rechterlijke macht moet strafzaken beslechten en dan kennen we de interne onafhankelijkheid en de
externe onafhankelijkheid. Extern: aan de ene kant moet de overheid de rechterlijke macht scheppen en
loszetten van zijn eigen organisatie. Dus organisatorisch en financieel moet die rechter zichzelf kunnen
besturen, zonder dat de overheid daar inspraak op heeft. Je moet de OvJ altijd gelijk geven. Intern: binnen de
rechtspraak, dus binnen de hoven en de verschillende afdelingen binnen de rechtspraak, moet de rechter ook
vrij zijn in zijn beslissing. Dus in die zin moet hij ook los staan van wat andere rechters doen. Je mag dus
bijvoorbeeld ook niet minder betaald krijgen als je minder verdachte veroordeeld.
Onpartijdig
- Objectief bezien
- Maar ook subjectief bezien
Bij de objectieve onpartijdigheid houdt het in dat je de schijn van onpartijdigheid moet vermijden. Dus je moet
laten zien dat je geen belang hebt en de rechter moet bijvoorbeeld als hij een partij kent moet hij zichzelf
verschonen. Dus dan mag hij de zaak niet behandelen. Als je het niet eens bent met de rechter dan kan je hem
wraken. Je kan wraken niet misbruiken om het proces bijvoorbeeld te vertragen. De subjectieve partijdigheid
heeft te maken met de persoonlijke instelling van de rechter. Een rechter wordt vermoed uit hoofde van zijn
aanstelling onpartijdig te zijn, tenzij er sprake is van een uitzonderlijke omstandigheid die een zwaarwegende
aanwijzing oplevert voor het oordeel dat een rechter vooringenomen is.
Verschoning (bv ‘ik ken de verdachte dus als rechter verschoon ik me van de zaak) & wraking (als je als
verdediging aanvoert dat de rechter niet partijdig is en dat je niet meer wil dat de rechter deelneemt aan de
zaak, kan je hem wraken)
Eindverantwoordelijkheid
Strafrechter moet er uiteindelijk voor zorgen dat het strafproces eerlijk en met eerbiediging (grond)rechten
tegen de verdachte verloopt, zie je met name terug:
Rechter-commissaris en raadkamer bevelen de voorlopige hechtenis
Rechter-commissaris houdt toezicht in het voorbereidend onderzoek (zie ook arrest Onderzoek
Smartphone: vraag die aan de orde is: zijn de bepalingen die de politie heeft om een smartphone is
beslag te nemen, volstaan die ook om op diezelfde bevoegdheid de hele smartphone/ alle gegevens
daarop te bekijken. Aan de ene kant heb je een bevoegdheid, aan de andere kant heb je de reikwijdte
van een bevoegdheid.
HR: als je een voorwerp in beslag mag nemen, dan betekent dat dat je ook onderzoek mag doen naar
dat voorwerp, maar als dat onderzoek meebrengt dat je bv een heel volledig beeld krijgt over iemands
persoonlijke levenssfeer, dan is dat dermate ingrijpend dat dat misschien soms wel vraagt dat een
zwaardere autoriteit daarvoor toestemming geeft, en dat dat dus niet zomaar door de
opsporingsambtenaar kan maar dat daarvoor een RC wordt betrokken) (dus politie mag wel bv even
een fotootje bekijken, maar niet bij inbeslagname van een laptop helemaal deze van a tot z
leegplukken)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller merle_1234. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.34. You're not tied to anything after your purchase.