PROBLEEM 7
- Hollander’s Kuikenbroederij
- De Ranitz/Ontvanger
- Ontvanger/Hamm
- Verhaal, Uitwinning en Rangorde: H2 en 5
- Goederenrecht: H9
1. Hoe wordt de rangorde van de boedelschuld
vastgesteld?
Wat als er niet genoeg is om alle boedelschulden te voldoen?
M.a.w: welke boedelschuldeiser krijgt dan wat?
DE RANITZ/ONTVANGER:
Er was een Centrum BV en die werd failliet verklaard en daarna legt de ontvanger, omdat de curator
bepaalde vermogensbestanddelen had verkocht, legt die een zogenaamde desinvesteringsbelasting
op. De ontvanger beweerde dat de belastingschuld dat dat een boedelschuld was en die heeft die ook
zo zodanig kenbaar gemaakt. De curator was het niet eens. Maar daarnaast waren ze het ook oneens
wat er nu precies moet gebeuren als er niet voldoende geld is en dan ook met name welke positie de
curator zelf binnen het faillissement neemt.
‘In beginsel naar evenredigheid van de omvang* van elke schuld moeten worden voldaan, behoudens
de daarvoor geldende wettelijke redenen van voorrang’.
- * bij de concurrente schuldeisers hetzelfde
- Dus het moet naar evenredigheid worden betaald. Dus het uitgangspunt is dat je al die
boedelschuldeisers allemaal op een gelijke manier moet betalen. Tenzij er een schuldeiser is
die naar die evenredigheid het weet te ontsnappen door middel van een voorrang, dus
bijvoorbeeld voorrechten.
Dus: kijken of de boedelschuldeisers een voorrecht hebben (bv. kosten tot behoud, bearbeiding,
werknemer)
Werknemer die in dienst blijft om het bedrijf draaiend te houden: algemeen voorrecht +
boedelschuld
Of een aannemer van stuttering: bijzonder voorrecht + boedelschuld
Een werknemer die in dienst gehouden is na faillissement door de curator krijgt dus loon en
die loon wordt automatisch een boedelschuld met algemeen voorrecht.
‘Kosten van executie en vereffening die zijn gemaakt, en vooraf uit de opbrengst moeten worden
voldaan, teneinde de ‘netto-opbrengst’ te verkrijgen, die onder de daarvoor in aanmerking komende
schuldeisers moet worden verdeeld. Onder die kosten vallen in elk geval het salaris en de verschotten
van curatoren, zoals ook strookt met het bepaalde in art 250 Fw.
- Dus: alvorens te verdelen onder de boedelschuldeisers: kosten van executie (salaris van de
curator) en vereffening voldoen
- Dus de curator komt helemaal bovenaan de boedelschuldeisers, dus voordat de overige
boedelschuldeisers betaald worden, zal de curator zichzelf moeten betalen voor zijn salaris en
zijn voorschotten.
Dus: kijken of de boedelschuldeisers een voorrecht hebben (bv. kosten tot behoud, bearbeiding,
werknemer) → werknemer die in dienst blijft om het bedrijf draaiend te houden: algemeen voorrecht +
boedelschuld of een aannemer van stuttering: bijzonder voorrecht + boedelschuld
, ‘kosten van executie en vereffening die zijn gemaakt, en vooraf uit de opbrengst moeten worden
voldaan, teneinde de ‘netto-opbrengst’ te verkrijgen, die onder de daarvoor in aanmerking komende
schuldeisers moet worden verdeeld. Onder die kosten vallen in elk geval het salaris en de verschotten
van curatoren, zoals ook strookt met het bepaalde in art 250 Fw.
Dus: alvorens te verdelen onder de boedelschuldeisers: kosten van executie (salaris van de curator)
en vereffening voldoen
Salaris curator;
- Wordt door rechtbank vastgesteld (71 lid 1)
- Het salaris wordt uit de boedel voldaan als hoog preferente boedelschuld. Dit brengt mee
dat de curator slechts een bescheiden salaris, of geen enkel salaris, ontvangt, indien de
boedel weinig of geen activa bevat.
Wat er in de praktijk gebeurd: als er niet genoeg geld blijkt te zijn → opheffing van het faillissement
(art 16 Fw) (niet hetzelfde als vereenvoudigde afwikkeling: art 137 Fw, als er alleen genoeg geld is
voor de boedelschuld).
Superboedelschuld
Als de bank per ongeluk geld heeft overgemaakt.
Onverschuldigde betalingen van vóór de faillietverklaring leidt tot een concurrente vordering, die
zich leent voor verificatie, MAAR bij onverschuldigde betalingen na de faillietverklaring ligt het
gecompliceerde: dergelijke betalingen leiden tot concurrente boedelvorderingen, of tot een soort
‘super preferente’ boedelvordering die de curator direct moet voldoen.
De terugbetalingsverplichting is een concurrente boedelvordering als de betaling achteraf
onverschuldigd blijkt te zijn, bijvoorbeeld omdat de rechtsgrond van de betaling met
terugwerkende kracht vervalt, MAAR deze terugbetalingsverplichting is een super preferente
boedelvordering, als er geen rechtsverhouding bestaat of heeft bestaan die aanleiding gaf tot
betaling, en de betaling slechts het gevolg is van een onmiskenbare vergissing.
ONTVANGER/HAMM
Er is op de verkeerde rekening betaald. Er is sprake ‘van een onmiskenbare vergissing’ (er was per
abuis een overboeking naar de gefailleerde gedaan). Er bestond geen rechtsverhouding tussen de
gefailleerde en ontvanger toen deze de failliet betaalde. En de curator wilde het geld niet teruggeven,
want hij had onvoldoende geld in zijn boedel zitten om alle schuldeiser terug te betalen, dus hij wilde
dit geld gebruiken om iedereen terug te betalen en dan krijgt u ook een deel en ik kan u nu niet
meteen terugbetalen.
HR: Het gaat hier om een betaling met een onmiskenbare vergissing.
- De curator moet daarom het geld meteen teruggeven: ‘wanneer de curator wordt
geconfronteerd met een zodanige onmiskenbare vergissing, handelt hij in overeenstemming
met hetgeen in het maatschappelijk verkeer als betamelijk wordt beschouwd indien hij
meewerkt aan het ongedaan maken van die vergissing’.
Er ontstaat een super-preferente boedelschuld: hij mag het ontvangene niet aan de boedel
toevoegen en verdelen onder de boedelschuldeisers
‘De aard van deze verplichting brengt mee dat de curator haar zo spoedig mogelijk behoort na te
komen, zonder de afwikkeling van de boedel af te wachten en met voorbijgaan van aanspraken van
andere boedelcrediteuren’. → Dus zo spoedig mogelijk het bedrag dat je ontvangen hebt onmiddellijk
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller merle_1234. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.