1. Welke beperkte genotsrechten zijn er?
INLEIDING
Een beperkt recht is op grond van art. 3:8 BW een recht dat is afgeleid uit een meer omvattend recht, het
moederrecht. Het moederrecht is met het beperkt recht bezwaard. Het moederrecht kan een volledig recht
zijn, maar kan ook een beperkt recht zijn, waarop een ander minder verstrekkend beperkt recht wordt
gevestigd. Beperkte rechten worden onderscheiden in genots/gebruiksrechten en zekerheidsrechten.
Beperkte genotsrechten volgen het goed waarop zij rusten (droit de suite) en kunnen met een
goederenrechtelijke actie tegen inbreuken door de hoofdgerechtigde of door derden worden beschermd.
Het oudere beperkte recht op een goed gaat voor boven een jonger beperkt recht op datzelfde recht
(prioriteit).
Ten slotte is het aantal genotsrechten beperkt, er bestaat een gesloten systeem. De beperkte genotsrechten
zijn: het recht van vruchtgebruik, de rechten van gebruik en bewoning, erfdienstbaarheden, het recht van
erfpacht en het recht van opstal.
Als wordt gekozen voor genotsrechten op contractuele basis is dit anders. Partijen zijn, binnen de algemene
grenzen van goede zeden en openbare orde, vrij het contract de inhoud te geven die zij willen. Het daaruit
voortvloeiende (persoonlijk) genotsrecht heeft geen derdenwerking.
Beperkt recht met genotsfunctie
1. Erfdienstbaarheid
2. Erfpachtrecht
3. Recht van vruchtgebruik (je fiets lenen bijvoorbeeld)
4. Opstalrecht
Beperkt recht met zekerheidsfunctie
1. Hypotheekrecht
2. Pandrecht
VRUCHTGEBRUIK
Waarvoor kan het recht gebruikt worden?
Het begrip wordt niet gedefinieerd, maar het wordt wel aangegeven welke bevoegdheden uit het recht
voorvloeien.
De essentie van vruchtgebruik staat in art. 3:201 BW: het geeft het recht om (a) andermans goederen te
gebruiken en (b) daarvan de vruchten te genieten.
Art 3:201: ‘Vruchtgebruik geeft het recht om goederen die aan een ander toebehoren, te gebruiken en
daarvan de vruchten te genieten.
Lijkt op erfpacht maar is ruimer dan erfpachtrecht (erfpachtrecht kan alleen op onroerende zaken):
Waarop: goederen =
- Zaken
- Vorderingen
- Effecten
- Vermogensrechten
, Komt door de geschiedenis dat ze naast elkaar staan: vruchtgebruik is een meer familierechtelijk ding
(overdragen aan kinderen, maar zelf nog wel een vruchtgebruik hebben). Vruchtgebruik gevolg van een
testament/overlijden. Erfpacht altijd bij overeenkomst.
Het vruchtgebruik is een beperkt genotsrecht dat op alle goederen rust, zowel op zaken (voor mens vatbaar
stoffelijk object) als rechten (vordering) en daarom is het in Boek 3 geregeld en daarom pachtrecht in boek 5
want dat gaat over onroerende zaken.
Rust het vruchtgebruik op een zaak, dan is het een beperkt zakelijk genotsrecht.
Onder oud recht was de gedachte dat de vruchtgebruiker slechts de vruchten mocht genieten en dat het
vruchtgebruikvermogen zelf in stand moest blijven. Hierbij ging het vooral om omvangrijke familievermogens,
bestaande uit onroerende zaken die voor het vruchtgebruik niet verloren mochten gaan voor de familie van
de vruchtgebruikgever, terwijl anderzijds het enkele recht van vruchttrekking vaak voldoende opbracht om
van te leven.
Thans bestaat een particulier vermogen voor een groot deel uit roerende zaken en beleggingen in effecten.
Daarom zijn nu alle goederen, ook goederen die door gebruik tenietgaan, vatbaar voor vruchtgebruik. Voorts
wordt de hoofdgerechtigde beschermd door de verplichting van de vruchtgebruiker om ten aanzien van de
vruchtgebruik goederen de nodige zorg in acht nemen, door verplichte zekerheidstelling, door de
toepasselijkheid van de beginselen van redelijkheid en billijkheid en door de mogelijkheid om bewind in te
stellen.
Maatschappelijk betekenis
De belangrijkste betekenis van het vruchtgebruik in het testamentaire erfrecht, waarbij de één tot erfgenaam
wordt benoemd, terwijl aan een ander het vruchtgebruik wordt vermaakt. De één verwerft het vermogen,
terwijl een ander de opbrengsten daarvan geniet. Vruchtgebruik is recht om van een goed het genot te
hebben alsof je de eigenaar bent, zonder dat je effectieve eigenaar bent.
Stelsel van wettelijke verdeling: de echtgenoot van de erflater verkrijgt door het overlijden van rechtswege
alle tot de nalatenschap behorende goederen, en de kinderen verkrijgen als erfgenaam van rechtswege een
geldvordering op de echtgenoot die in beginsel pas met het overlijden van die echtgenoot opeisbaar wordt.
- Hiervan kan d.m.v. een uiterste wilsbeschikking worden afgeweken.
Bevoegdheden vruchtgebruiker
- Gebruiken (3:207)
- Conform gestelde regels OF aard en gewoonten & alles dienstig tot goed beheer
- Bebouwen en beplanten (3:208 lid 2)
- MAAR 1: met respect voor bestemming (3:208 lid 2)
- MAAR 2: restitutieplicht na einde (3:225)
- Vruchten genieten = zich de vruchten toe-eigenen (3:216)
1. Vruchttrekking
De vruchtgebruiker heeft als eerste kernbevoegdheid het recht om van het vruchtgebruikgoed de vruchten te
genieten, art. 3:201. Hij wordt daarvan tevens rechthebbende krachtens vruchttrekking, hem komen alle
vruchten toe, die tijdens het vruchtgebruik afgescheiden of opeisbaar worden, art. 3:216 jo. art. 5:17.
Hieronder vallen natuurlijke en burgerlijke vruchten in de zin van art. 3:9.
2. Gebruik en verbruik
De vruchtgebruiker heeft als tweede kernbevoegdheid het recht om van het vruchtgebruikgoed gebruik te
maken, art. 3:201. Volgens art. 3:207 lid 1 heeft de vruchtgebruiker de bevoegdheid het goed te gebruiken of
te verbruiken overeenkomstig de bij de vestiging van het recht gestelde regels. Als deze regels ontbreken,
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller merle_1234. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.