BELANG VAN HET STAATSRECHT
Publiekrecht = het geheel van rechtsnormen die de uitoefening van openbaar gezag betreffen
Staatsrecht = het fundament van al het recht. Het is het geheel van rechtsnormen betreffende het regeren.
Het doel van het staatsrecht is de begrenzing van de macht. Dus dat je als overheid niet zomaar alles kan
doen.
Democratische rechtstaat heeft 5 kenmerken:
1. Vertegenwoordiging
2. Fundamentele rechten
3. Controle
4. Onpartijdig bestuur
5. Deelname van burgers aan het bestuur
Drie verschillende functies binnen het staatsrecht van de Grondwet:
Constituerende functie (creëren van overheidsambten)
Attribuerende functie (toekennen van bevoegdheden aan de ambten)
Regulerende of matigende functie (het regelen van de onderlinge betrekkingen)
Construeren: Wat betekenen deze functies, eerste betekent het in het leven roepen van overheidsambten,
dus deze creëren door de grondwet. Dus overheidsambten creëren.
Attribueren: Het tweede wat we doen als je die ambten hebt dan zorg je dat deze bevoegdheden krijgen.
Dus het toebedelen van de bevoegdheden. Toekennen van bevoegdheden aan de ambten
Reguleren: Ten slotte regulerende functie, houdt in het regelen van de onderlinge betrekkingen van die
ambten, dus hoe ze zich tot elkaar verhouden en tot onderdanen. Met name laatste is matigend, omdat ze
geen onbepaalde bevoegdheid moeten hebben tegenover onderdanige, dus is vooral inperkende functie.
Ook grondrechten maken deel uit van deze laatste functie, dus van de regulerende of matigende functie.
MACHTENSCHEIDING
We gaan uit van 3 klassieke staatsmachten = functionele machtenscheiding
1. Wetgevende (regelgevende)
2. Rechtsprekende (rechter)
3. Uitvoerende (bestuur)
Deze 3 thema’s pakken we samen onder de term functionele machtenscheiding.
En hierbij moet je dus het toewijzen van die functies doen aan de verschillende ambten. En dat is de
organisatorische machtenscheiding.
Wetgevende: De wetgevende macht komt tot aan de Staten-Generaal tezamen met de regering. En je kan
dus niet tegelijkertijd minister zijn en kamerlid. Dit is met name theoretisch, want in de praktijk ligt het
complexer. Hier is geen strikte scheiding. Er is hier eerder sprake van checks and balances.
- Het is niet zo dat de wetgevende en uitvoerende macht strikt van elkaar gescheiden zijn
- Bijvoorbeeld art. 81 GW → hier is de wetgevende macht geregeld en die wetgevende macht komt
toe aan de Staten-Generaal, het parlement en de regering die in het klassieke denken eigenlijk altijd
onder de uitvoerende macht vallen.
, BASISBEGRIPPEN
OVERHEIDSVERBAND
Centrale begrip in het staatsrecht is overheidsverband. Dit is een verzameling overheidsambten.
Dus definitie: een structuur waarin overheidsambten in …
In een rechtens bepaalde relatie staan tot elkaar
In een (wederkerige) relatie staan tot onderdanen of groepen daarvan
Welke overheidsbanden heb je dan in Nederland? Hebben er een stuk of 7, maar waar 3 die echt belangrijk
zijn. Deze zijn de staat, provincie en gemeente. Laatste twee specifiek benoemd in de grondwet, komen we
later nog op terug.
Naast deze hoofdstructuur hebben we 4 hulpstructuren, ook te vinden in hoofdstuk 7 van de grondwet (art.
132a e.v.) oudste is de waterschap (133 Gw). Openbare lichamen (132a en 134 Gw). PBO’s (134 Gw).
Samenwerkingsverbanden (135 Gw). → komen verder niet echt aan de orde, focus voornamelijk op
hoofdstructuur.
Dus je hebt 4 hulpstructuren: waterschap, openbare lichamen, pbo’s en samenwerkingsverbanden
En dus 3 hoofdstructuren: staat, provincie en gemeente
STAATS- EN REGERINGSVORMEN
Ambten in de hoofdstructuur:
Staat:
Regering (42 Gw)
Ministerraad (45 Gw)
Staatssectretarissen (46 Gw)
Dit is het bestuur en hiernaast nog andere ambten:
Staten-Generaal (50-72 Gw)
Raad van State (73-75 Gw)
Algemene Rekenkamer (76-78 Gw)
Nationale ombudsman (78a Gw)
Provincie en gemeente:
Gekozen ambt (gemeenteraad op gemeentelijk niveau)
Dagelijks bestuur (college van B&W op gemeentelijk niveau)
Van rijkswege benoemd ambt (burgemeester op gemeentelijk niveau)
Andere twee termen die nog van belang zijn:
- Staatsvorm = hoe verhouden de overheidsbanden in een staat zich tot elkaar, dus staat provincie en
gemeente. Is er bijv. sprake van hiërarchie. En de verdeling van bevoegdheden over deze
overheidsbanden.
- Andere term is regeringsvorm = verhouding binnen een enkel overheidsverband, hoe zijn de
bevoegdheden in dit overheidsband.
Een land heeft een staatsvorm en elke overheidsverband heeft een regeringsvorm. Je kunt dus in een staat
meerdere regeringsvormen hebben
STAATSVORMEN KONINKRIJK DER NEDERLANDEN
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller merle_1234. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.31. You're not tied to anything after your purchase.