100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
HC 4 Inleiding Fiscaal Recht $4.43   Add to cart

Class notes

HC 4 Inleiding Fiscaal Recht

 5 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Omvat Hoorcollege 4 van het vak Inleiding Fiscaal Recht aan de EUR in Bachelor Jaar 1.

Preview 2 out of 12  pages

  • November 2, 2023
  • 12
  • 2019/2020
  • Class notes
  • -
  • College 4
avatar-seller
HOORCOLLEGE 4
Een onderneming gedreven door een natuurlijk persoon (ondernemer), deze wordt belast met IB: winst uit
onderneming.


Een onderneming gedreven door een lichaam, bijvoorbeeld een BV wordt belast met de Vpb → hierbij is de
aandeelhouder geen ondernemer
- Wat nou als die aandeelhouder een natuurlijk persoon is?


Systematiek IB
- Van wie wordt geheven? Natuurlijk persoon, art. 1.1 IB
- Waarover wordt geheven? Het object over 3 soorten inkomen, art. 2.3 IB en art. 2.4 IB
- Hoeveel wordt geheven? Voor H4: art. 2.12 IB en voor H5: art. 2.13 IB
- In welke volgorde wordt geheven? Art. 2.14 → het eerstgenoemde hoofdstuk gaat voor. Dus je begint
vooraan met toetsen.
- Wat voor soort belasting is het? Art. 9.1 IB: Aanslag belasting, de inspecteur stelt de belastingschuld vast.
En die aangifte is meer een hulpmiddel voor de inspecteur. Volgens art. 16 AWR mag de inspecteur
navorderen


Aandeelhouder en winst uit onderneming
Kan een aandeelhouder eigenlijk wel winst uit onderneming genieten? Kijken naar de hoofdregel of het wel of
niet kan:
- Het probleem is dat het natuurlijk persoon rechtstreeks wordt verbonden voor verbintenissen betreffende
die onderneming → Art. 3.2 jo 3.4
- Het woordje ‘rechtstreeks’ is hierbij het probleem
- De aandeelhouder is geen onderneming want de aandeelhouder is niet verbonden
- En medegerechtigde? Art. 3.3 zegt dat de winst anders dan als ondernemer of aandeelhouder → Dus de
aandeelhouder is ook geen medegerechtigde.
De conclusie is dus: aandeelhoudschap maakt niet dat de winst uit onderneming wordt genoten.


Er is een omstandigheid waarin opbrengsten uit aandelen toch winst uit onderneming kunnen zijn:
- Als we iemand hebben die al ondernemer is, denk bijvoorbeeld aan een schilder. En die persoon heeft
aandelen in een verf fabriek. En rekent die aandelen tot zijn ondernemingsvermogen. Dat betekent dus
dat je buiten het hebben van die aandelen, ook al ondernemer moet zijn en dat je daarnaast die aandelen
in je eigen onderneming kan gebruiken.
- Het kan dus alleen als die aandelen als ondernemingsvermogen kan worden gerekend, terwijl die
belastingplichtige dus nog een andere onderneming is → hierdoor kan je dus in die 3 boxen belasting
heffen.
o De eerste vraag is dan of het ondernemingsvermogen is? En dat kan je zien of het op de
balans staat
o Je moet dan dus ook de volgorde van de wet aanhouden volgens art. 2.14 IB


Box 2: aanmerkelijk belang
Deze box is een bijzonder regime voor de bezitters met een ‘groot’ aandelenpakket. Waarom?
- Positie van een 100%-aandeelhouder van BV die onderneming drijft en IB-ondernemer zijn economisch
en maatschappelijk vergelijkbaar.
- Wetgever streeft naar vergelijkbare belastingdruk: fiscaliteit moet niet doorslaggevend zijn bij keuze IB
onderneming of BV en zelf aandeelhouder zijn. → dus vergelijkbaar belasten.




1

, Vergelijking
IB-onderneming (eenmanszaak) 100%-aandeelhouder BV
Wie is belast en welk tarief? Natuurljik persoon: IB, progressief BV wordt belast over winst in Vpb
tarief (2.10 max. 51,75%) (art. 22: max 25%)
MKB-winstvrijstelling 14% → effectief
tarief is dus 51,75% x (100 – 14 = 86)
= 44,51%
- De reden: de IB ondernemer
vergelijkbaar belasten als een
aandeelhouder die een
onderneming drijft.
- Maar 44,51% is alsnog
beduidend meer dan die 25%


Belasting over onttrekkingen? Geen belasting over onttrekkingen Onttrekkingen (dividend) belast bij
(mits zakelijk: natura onttrekking) aandeelhouder in IB (art. 2.12:
- Hier ook dividend belasting, 25%)
alleen het is een voorheffing


Totale belastingdruk? Is dus max. 44,51% (door 43,75% → 25% + 25% IB over
ondernemersfaciliteiten vaak lager, (100 – 25)
zeker bij lage winst) Dit is lager als de winst niet direct
wordt uitgekeerd


Bij lagere winsten is de IB-onderneming aantrekkelijker, want dan heb je meer aftrek: zelfstandigenaftrek bijv.
Bij hogere winsten is de aandeelhouder aantrekkelijker.


Subject: wie heeft een aanmerkelijk belang?
- Centrale bepaling: art. 4.6 IB
- Hoofregel: al dan niet tezamen met partner voor ten minste 5% aandeelhouder van kapitaalvennootschap
- Maar er zijn meerdere opties om een aanmerkelijk belang te hebben, zie die opties in het artikel. Het
cruciale belang is wel die 5%


Maar die 5% hebben we ook gezien bij die deelnemingsvrijstelling. De vraag is dus nu of een
aanmerkelijkbelanghouder recht heeft op deelnemingsvrijstelling?
- Nee: want de deelnemingsvrijstelling staat in art. 13 vpb en geldt dus alleen voor lichamen, en bij het
aanmerkelijk belang hebben we te maken met een natuurlijk persoon want we zitten ook in de IB en niet
in de Vpb.
- BV A heeft 25% van de aandelen BV B. welke vennootschap heeft een aanmerkelijk belang? Is er niet,
want het zijn lichamen, dus we zitten niet met de natuurlijke personen en dus geen aanmerkelijk belang.




2

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller merle_1234. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.43. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

83750 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.43
  • (0)
  Add to cart