100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
OEFENTENTAMEN 82 vragen - Neurobiologische achtergronden $4.88   Add to cart

Other

OEFENTENTAMEN 82 vragen - Neurobiologische achtergronden

1 review
 116 views  25 purchases
  • Course
  • Institution

Oefententamen met 82 vragen waarvan 69 MC-vragen en 13 open vragen.

Preview 3 out of 20  pages

  • November 2, 2023
  • 20
  • 2023/2024
  • Other
  • Unknown

1  review

review-writer-avatar

By: michellejoyaan • 7 months ago

avatar-seller
Neurobiologische Achtergronden van Opvoeding
en Ontwikkeling
Oefentoets
69 MC-vragen en 13 open vragen




Gemaakt door: Daniëlle
van der Gugten
(2023-2024)
1. Gezichten zijn Delen is verboden visuele stimuli. De eerste
analyse van informatie vindt plaats in

, de visuele cortex (V1) in de retina. In welke drie stappen gebeurt dit? (vul
lege plekken in)

Stap 1: Licht schijnt op de ……… van de retina
Stap 2: Activiteit van …… (contrast) en …….. (kleur) wordt omgezet in een
zenuwimpuls
Stap 3: Langs de ………….. wordt informatie van de …….. naar V1
gebracht.

2. Op welke manier wordt visuele informatie verwerkt in het brein? (2
correcte antwoorden)

A. Informatie uit het linker visuele veld wordt in de rechterhersenhelft
verwerkt.
B. Informatie uit het linker visuele veld wordt in de linkerhersenhelft
verwerkt.
C. Informatie uit het rechter visuele veld wordt in de linkerhersenhelft
verwerkt.
D. Informatie uit het rechter visuele veld wordt in de rechterhersenhelft
verwerkt.

3. Welke stelling is waar?

1: Verstoringen in de dorsale stroom leiden tot moeilijkheden met zien van
beweging, dit noemen we ook wel Agnosie.

2: Verstoringen in de ventrale stroom leiden tot problemen met
objectherkenning, dit noemen we Akinetopsie.

A. Stelling 1 is waar
B. Stelling 2 is waar
C. Beide stellingen zijn waar
D. Beide stellingen zijn niet waar

4. Stoornissen in het herkennen van vorm oftewel vormen worden wel
correct waargenomen maar kunnen niet benoemd worden noemen we:

A. Simultaan agnosie.
B. Akinetopsie
C. Associatieve agnosie.
D. Apperceptieve agnosie.

5. Wat houdt het capgras syndroom in?

A. De waan dat mensen die je niet kent vervangen zijn door spionnen.
B. De waan dat bekenden zijn vervangen door een bodydouble.
C. De waan dat bekenden zijn vervangen door aliens.

6. De Occipitale kwab en temporaalkwab bevatten gebieden die
gespecialiseerd zijn in gezichtsherkenning, noem deze gebieden:

, A. Fusiform lichaam-gebied (FBA), Occipital face area (OFA) en Mediale
prefrontale cortex (mPFC).
B. Occipital face area (OFA), fusiform face area (FFA)
C. Occipital face area (OFA), temporo-parietale junctie (TPJ) en superior
temporal sulcus (STS).
D. Occipital face area (OFA), fusiform face area (FFA) en superior
temporal sulcus (STS)

7. Welke stelling is juist:

1. Occipitale face area is verantwoordelijk voor de herkenning van
identiteit.
2. Occipitale face area is verantwoordelijk voor de herkenning van de
samenstelling van het gezicht.
3. Fusiform face area is verantwoordelijk voor de herkenning van
identiteit.
4. Fusiform face area is verantwoordelijk voor de herkenning van de
samenstelling van het gezicht.

A. 1 en 4 zijn juist
B. 2 en 3 zijn juist
C. 2 en 4 zijn juist
D. 1 en 3 zijn juist

8. Een beschadiging aan de fusiform face area leidt tot:

A. Prosopagonosie
B. Akinetopsie
C. Antropomorfisme

9. Waarom is oogcontact belangrijk?

A. Het is belangrijk in de samenwerking en het voorspelt de
staarrichting intenties.
B. Het voorspelt de staarrichting intenties en mensen vinden je er
aardiger door.
C. Het is belangrijk om te communiceren, voorspelt de staarrichting
intenties en is belangrijk in de samenwerking.
D. Het is belangrijk in de samenwerking, mensen vinden je er aardiger
door en het voorspelt de staarrichting intenties.

10. Laura (2) is met haar moeder aan het spelen in de tuin. Laura ziet de
kat van de buren over de schutting de tuin in springen. Laura wil dat haar
moeder dit ook ziet en begint te wijzen naar de kat. Dit noemen we:

A. Proto-imperatief wijzen.
B. Proto-declaratief wijzen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller daniellegugg. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.88. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.88  25x  sold
  • (1)
  Add to cart