Taaldidactiek College 1 (H4)
Mondelinge taalvaardigheid
07-09-2023
Casus uit de PowerPoint:
- In groep 2 merkt leerkracht Havva dat haar leerlingen weinig tot spreken komen. Ze
heeft een gesprek van haar en haar klas gefilmd en bij het terugkijken ziet ze dat zij
minstens 75% van de tijd aan het woord is en dat haar leerlingen antwoorden in korte
zinnetjes. Dit moet anders, Havva heeft net geleerd dat het heel belangrijk is dat
leerlingen veel moeten praten om hun mondelinge taalvaardigheid te verbeteren.
- Wat kan Havva concreet doen om dit te verbeteren? Noem minimaal twee dingen en
gebruik hierbij vaktaal.
1. Taalruimte creëren
2. Verbinding maken met alle leerlingen (veilige sfeer)
Taalgroeimiddelen:
- Taalaanbod > Betrokkenheid, Begrijpelijk & Boven niveau (de 3B’s)
- Taal ruimte > Beurtruimte & onderwerpsruimte
- Feedback > Verbeteren, helpen (verhelderen) & bevestigen
Taalleermechanisme:
- Een gesprek is goed voor de taalontwikkeling als er een balans is tussen taalaanbod
van de volwassene enerzijds en taalproductie door het kind anderzijds
- Uitgangspunt is het taalleermechanisme > Een kind dat zelf iets moet zeggen,
realiseert ineens welke woorden hij niet weet en let dan vervolgens in het gesprek op
om te ontdekken wat er gezegd wordt en zijn kennis uit te breiden.
Casus uit de PowerPoint:
- In groep 6 wordt iedere dag aandacht besteed aan de stelling van het jeugdjournaal.
Helaas verzandt het meestal in: ‘ik vind dat gewoon zo’ of ‘omdat het zo is’.
Leerkracht Janne zou graag hebben dat de leerlingen zich beter leren verwoorden en
hun mening kunnen onderbouwen.
- Welk kerndoel past er bij dit vraagstuk? Wat is het precies waaraan gewerkt moet
worden?
1. Dit past bij kerndoel 3 > De leerlingen leren informatie te beoordelen in discussies en
in een gesprek dat informatief of opiniërend van karakter is en leren met argumenten
te reageren.
2. Er moet gewerkt worden aan het reageren met argumenten
, - Bedenk twee werkvormen/opdrachten die Janne met haar klas kan gaan uitvoeren.
Gebruik vaktaal.
1. Filmpjes kijken over argumentatie met de klas
2. Zelf klassikaal voorbeelden geven van eigen argumenten bijvoorbeeld: “ik vind dat we
goed voor de aarde moeten zorgen omdat we er nog heel lang op moeten leven en
dat kan anders misschien niet meer”
DAT en CAT:
- DAT > Dagelijks Algemeen Taalgebruik
Ook wel thuistaal genoemd, maar dat is misleidend!
Concreet Het is warm buiten!
- CAT > Cognitief Academisch Taalgebruik
Taal dat vaak gebezigd is in teksten en boeken
De Temperatuur stijgt
Abstract
Tweedetaalverwervers & DAT/CAT
- Het kost gemiddeld 7 jaar voordat een kind op het niveau is van een
eerstetaalverwerver!
- Na de taalschool zijn ze dus nog lang niet klaar > Wat vraagt dit van de reguliere
leerkracht?
,Bloom’s Taxonomie:
1. Onthouden > Wat gebeurde er nadat..? Wat is..? Wie..? Wat is de definitie van..? Wat
is goed/fout? Benoem..?
2. Begrijpen > Kun jij uitleggen waarom..? Wat denk jij dat er zal gebeuren als..? Hoe
verklaar je dat…? Kun jij een samenvatting geven van…? Wie zal er volgens jou..?
3. Toepassen > Welke factoren zullen er veranderen als…? Welke vraag zou jij stellen
aan..? Kun jij nu aan de hand van deze informatie een instructie geven over..? Weet jij
nog een andere situatie waar..?
4. Analyseren > Wat zijn mogelijke andere uitkomsten? Op welke manier verschilt … van
…? Kun je uitleggen wat er gebeurde toen…? Welke problemen kom je tegen bij..? Als
… waar is, wat betekent dat dan voor…? Waarom gebeurde …?
5. Evalueren > Hoe zou jij … Hebben aangepakt? Wat zijn mogelijke alternatieven? Is er
een betere oplossing voor…? Vind je … Goed of fout? Welke veranderingen voor …
raad jij aan? Hoe effectief zijn…?
6. Creëren > Wat zou er gebeuren als..? Op hoeveel manieren kun je …? Kun je een
nieuwe, ongebruikelijke manier verzinnen om … te gebruiken? Zie jij een mogelijke
oplossing voor..? Kun je een voorstel schrijven waarmee je…?
, Taaldidaktiek College 2 (H5 & H8)
Woordenschat & begrijpend lezen
15-09-2023
Casus uit de PowerPoint:
- Je geeft les in groep 7 en je hoort dat er na de herfstvakantie een nieuwe leerling bij
komt van de taalschool. Amin is daar een jaar geweest om Nederlands te leren. De
taalschool heeft nog geen gegevens doorgestuurd, maar jij wil je wel alvast goed
voorbereiden.
- Noem 3 onderdelen waar Amin waarschijnlijk nog moeite mee zal krijgen in groep 7
en leg uit hoe dat kan. Gebruik hierbij vaktaal.
Antwoord:
- Interventie fouten > Bijvoorbeeld een spreker van het Turks die geen lidwoorden
gebruikt in het Nederlands omdat die in zijn eerste taal niet voorkomen.
- Vaktaalwoorden > Niet alle woorden zijn aangeleerd bij de taalschool omdat dat
eigenlijk onmogelijk is. Amin zal dus meer moeite hebben dan Nederlandse kindjes
met bepaalde vaktaalwoorden (woordenschat)
- Fonologisch component > In zijn eigen taal zal er niet hetzelfde klankverschil zijn zoals
in Nederland met bijvoorbeeld man en maan
Van label naar concept:
- Het label verwijst naar het concept (de betekenislading van een woord: ideeën,
betekenissen, associaties en beelden die elk weer verbonden zijn met andere
woorden)
Woordenschat en anderstalige leerlingen:
- De eerste 1000 tot 2000 woorden doen kinderen op in een ervaringscontext.
- Vanaf het achtste jaar groeit de woordenschat van anderstalige kinderen jaarlijks veel
minder. Dit heeft te maken met de groter wordende rol van de zaakvakken. Blijkbaar
profiteren meertalige leerlingen hier veel minder van. Door hun kleine woordenschat
begrijpen ze teksten vaak niet en zijn ze ook niet in staat de betekenis van nieuwe
woorden af te leiden uit de context.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller s1182655. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.50. You're not tied to anything after your purchase.