Hoofdstuk 1 basisconcepten en definities (deels zelfstudie)
• Fundamentele kenmerken van leren
➢ Leren en andere vormen van gedragsverandering
➢ Leren, performantie, en niveaus van analyse
➢ Een definitie van leren
• Naturalistische versus experimentele observaties
• Het “fundamentele” leerexperiment
➢ Het controleprobleem bij onderzoek naar leren
➢ De “algemeen-proces” benadering bij de studie van leren
➢ Het gebruik van proefdieren in leer-onderzoek
Wat verstaat de “niet-leerpsycholoog” onder “leren”?
• Een (motorische/perceptuele) vaardigheid, techniek, procedure onder de knie krijgen
➢ Leren lopen, fietsen, typen, zwemmen
➢ Leren schilderen, timmeren, bier brouwen, viool spelen, wijn proeven
Wat zegt “Van Dale” (2005)
• Niet minder dan 11 betekenissen, waaronder:
➢ studeren, leren voor “beroep x”
➢ een kundigheid, bedrevenheid verwerven
• Maar ook:
➢ zich een gewoonte eigen maken (“door zijn vrienden heeft hij leren liegen”)
➢ wijzer maken, doen inzien (“de ondervinding leert dat...” “Dat zal je leren!”)
,Leren in “leerpsychologie”
• Omvat dit alles, en nog veel meer:
➢ Niet enkel “intentioneel”, “bewust”, “expliciet “ leren, ook incidenteel, niet-bewust,
impliciet
▪ Angstig leren zijn voor honden
▪ Sound van de White Stripes leren herkennen
Als ge een liedje op de radio hoort is de kans groot dat ge weet van wie het
liedje is terwijl ge dit meestal niet bewust geleerd hebt
▪ Je weg in Leuven leren kennen
Je gedrag van nu is anders dan je gedrag hoe het vroeger was dus je hebt
bepaalde dingen geleerd
➢ Niet enkel leren bij mensen, ook leren bij alle andere diersoorten
▪ Vaak duiven/ratten onderzocht
▪ Van zeeslakken over fruitvliegjes en bijen tot mensapen
• Niet enkel “gesofisticeerde”, ook “basale vaardigheden”
Dingen waarvan je op het eerste zicht niet zou zeggen dat er leren bij aan de pas komt.
➢ Aangezichten, stemmen leren herkennen
Bijvoorbeeld gezichten van andere mensen herkennen, het feit dat we kunnen een
persoon koppelen aan een gezicht wil zeggen dat er leren heeft plaatsgevonden.
➢ Coördinatie bewegingen of beweging/perceptie bij acties (bv. fietsen, stappen,
paardrijden)
➢ Telefoon leren opnemen bij rinkelen, pull aan als koud..
• Niet enkel leren “doen”, maar ook leren “niet te doen”
Bepaalde gedragingen in bepaalde contexten inhiberen
➢ Leren zwijgen (= niet babbelen) in hoorcollege
➢ Leren stilzitten (= niet bewegen) bij tandarts
• Niet enkel motorisch-perceptueel-cognitief, ook emotioneel-affectief leren
➢ vrees voor spinnen, liften, enge ruimtes
Heeft vaak te maken met misgelopen emotioneel-affectief leren
➢ Koffie/alcohol leren lekker vinden, spruitjes slecht
Dit is iets wat niet aangeboren is, dus het is inbreng van een leerproces
• Niet enkel bij kinderen/jongeren, maar het hele leven door
We blijven onderworpen aan leermechanismen
,Naar een definitie van “leren”
• Leren is het middel waardoor dieren zich aanpassen aan veranderingen in hun omgeving, en
vervolgens deze aanpassingen bijhouden (gedragsmatige/neuronale“plasticiteit”)
• Leren wordt geïdentificeerd door een gedragsverandering (in bepaalde situatie)
• Deze gedragsverandering kan zowel een toename (of: verschijnen) als een afname (of:
verdwijnen) van een bepaalde respons inhouden
We registreren veranderingen, passen ons daaraan aan en we houden deze aanpassingen bij. Het
gaat altijd om een tijdsas, we maken een bepaalde situatie mee op een bepaald moment waarop we
op een bepaalde manier gaan reageren, als we dezelfde situatie later opnieuw meemaken kan het
zijn dat onze reactie op die situatie een beetje veranderd. We halen mogelijk een ander
gedragsrepertoire boven dan wanneer die eerst situatie niet had plaatsgevonden. Leren kunnen we
pas afleiden als er een gedragsverandering heeft opgetreden, als de reactie op de tweede situatie
anders is dan de reactie op de eerste situatie (situaties zijn hetzelfde). De gedragsverandering kan een
toename zijn van gedrag, of een afname of er kan een volledig nieuwe respons tevoorschijn komen.
Niet elke gedragsverandering impliceert leren!
Andere oorzaken van gedragsverandering buiten leren.
, Leren = relatief duurzame gedragsverandering
• Oorzaken van tijdelijke, niet-duurzame gedragsverandering (≠ leren)
➢ Vermoeidheid
Deze verandering kan wijzigen als je slaapt
➢ Tijdelijke veranderingen in fysiologische/ motivationele toestand (bv.
arousalniveau/honger/sekshormonen)
Als ge zenuwachtig zijt of relaxt dan zult ge een andere reactie hebben. Als je
hongerig bent en je passeert langs een frituur gaat uw reactie anders zijn dan als je
pas gegeten hebt.
➢ Tijdelijke veranderingen in omgevingsstimuli (bv. licht plots uit/steentje in schoen)
Als plots het licht uitvalt zullen mensen zich plots heel anders gedragen bijvoorbeeld
onrust en babbelen, maar als het licht weer aangaat zal dit gedrag verdwijnen.
We spreken pas van leren als er een relatief duurzame reactie optreedt. Als er een
gedragsverandering optreedt maar later zien we van deze gedragsverandering niet meer terug dan
spreken we niet van leren.
Boek: de assumptie is dat eens iets geleerd is, het herinnerd wordt voor een bepaalde periode.
Leren = relatief duurzame gedragsverandering veroorzaakt door specifieke ervaringen
• Andere oorzaken van relatief duurzame gedragsverandering (≠ leren)
➢ Fysieke/fysiologische/neuronale maturatie & groei (cfr. ontwikkelingsψ)
▪ géén (of minder) inbreng specifieke “ervaring”
▪ Niet beperkt tot één bepaald soort gedrag (in één bepaalde situatie)
▪ MAAR: soms interacties, onderscheid niet steeds even duidelijk…(cfr.
zangpatroon zangvogels/visueel systeem katten)
Duurzame veranderingen die niet veroorzaakt worden door de situatie bijvoorbeeld maturatie-
effecten. Maturatie-effecten leiden tot duurzame effecten maar we gaan het toch niet als leren
beschouwen. Een maturatie-effect is vaak algemeen en niet beperkt tot een specifieke ervaring
bijvoorbeeld grijptechniek, dit uit zich niet alleen naar het grijpen naar snoepjes maar ook naar
knutselen of werken in de tuin enz. Maturatie-effecten hebben vaak een impact op veel en complexe
activiteiten. Het onderscheid tussen leren en maturatie is niet altijd duidelijk er is soms interactie
bijvoorbeeld zingen van een vogel, je kan zeggen dat het een maturatie-proces is maar uit observatie
is gebleken dat er toch input van de omgeving nodig is. Blijkbaar moeten de vogels in het begin van
hun leven blootgesteld worden aan het zingen van de ouders zodat ze dit later zelf kunnen. Als de
vogels geïsoleerd opgevoed worden dan kunnen ze dit zangpatroon niet vertonen. Het is dus een
maturatieproces maar er is een input tijdens de kritische fase van de ontwikkeling plaatsvinden om
tot gedragsverandering te komen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller gioialinzas. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.04. You're not tied to anything after your purchase.