Inhoudsopgave
Inhoudsopgave...................................................................................................................................2
Europees Recht College 1A (Instellingen en organen; institutioneel evenwicht)....................................4
Overzicht............................................................................................................................................4
Samenstelling en interne organisatie..................................................................................................4
Institutioneel evenwicht.....................................................................................................................6
Europees Recht College 1B (Bevoegdheden, instrumenten en besluitvorming).....................................6
Overzicht............................................................................................................................................6
Attributie, subsidiariteit en evenredigheid.........................................................................................6
Europees Recht College 2A (De Europese Unie als Rechtsstaat I)...........................................................9
Rechtstatelijk karakter van de Europese Unie.....................................................................................9
Rechtstreekse beroepen bij het Hof of het Gerecht I..........................................................................9
Europees Recht College 2B (De Europese Unie als Rechtsstaat II)........................................................12
Indirect beroep bij het Hof: de prejudiciële procedure (art. 267 VwEU)..........................................12
Europees Recht College 3A (Doorwerking van het EU-recht: Autonomie, voorrang en rechtstreekse
werking van het Unierecht ).................................................................................................................14
Autonomie........................................................................................................................................14
Voorrang...........................................................................................................................................15
Loyale samenwerking.......................................................................................................................15
Doorwerking van het Unierecht I......................................................................................................16
Europees Recht College 3B (Doorwerking van het EU-recht: Rechtstreekse werking II).......................18
Doorwerking van het Unierecht II.....................................................................................................18
Europees Recht College 4A (Doorwerking van het EU-recht; Doorwerkingsmechanismen: OR, RW en
CI).........................................................................................................................................................19
Doorwerking van het Unierecht III....................................................................................................19
Europees Recht College 4B (Procedurele autonomie)..........................................................................21
Randvoorwaarden aan nationaal procesrecht..................................................................................21
Legaliteits- en specialiteitsbeginsel...................................................................................................21
Trias politica......................................................................................................................................22
Res iudicata.......................................................................................................................................22
Ambtshalve toetsing aan het Unierecht...........................................................................................23
Europees Recht College 5A (Mededingingsrecht I)...............................................................................23
Europees Recht College 5B (Mededingingsrecht II)..............................................................................25
Europees Recht College 6A (Interne Markt I)........................................................................................27
Douanerechten en heffingen van gelijke werking (art. 30 VwEU).....................................................27
2
Edwin van der Velde Rijksuniversiteit Groningen
,Europees Recht Collegeaantekeningen 2017/2018
Het verbod op discriminatoire belastingen op in- en uitvoer (art. 110)............................................28
Kwantitatieve beperkingen op invoer en maatregelen van gelijke werking......................................28
Europees Recht College 6B (Interne Markt II).......................................................................................29
Vervolg: vrij verkeer van goederen (Dassonville, Keck en rechtvaardiging).......................................29
Kwantitatieve beperkingen op uitvoer en maatregelen van gelijke werking.....................................30
Rechtvaardigingen (art. 36 VwEU en jurisprudentie)........................................................................30
Europees Recht College 7A (Vrij verkeer van werknemers en vrijheid van vestiging)...........................31
Vrij verkeer van werknemers............................................................................................................31
Vrijheid van vestiging........................................................................................................................32
Europees Recht College 7B (Vrij verkeer van diensten / kapitaal).........................................................33
Vrij verkeer van diensten..................................................................................................................33
Vrij verkeer van kapitaal...................................................................................................................33
3
Edwin van der Velde Rijksuniversiteit Groningen
, Europees Recht Collegeaantekeningen 2017/2018
Europees Recht College 1A (Instellingen en organen; institutioneel
evenwicht)
Overzicht
Aanvankelijk was het doel van de supranationale organisatie (de EGKS) het beheren van de kolen- en
staalproductie teneinde een ruimte van vrede en veiligheid te creëren. De volgende stap in de Europese
integratie betrof economische integratie en het daarmee gepaard gaande vrije verkeer van kapitaal,
diensten, mensen en goederen. De vraag is of deze integratie moet worden gezien als een traditioneel
intergouvernementeel verdrag, of als een apart systeem sui generis.
De twee belangrijkste arresten van het hof van Justitie van de Europese Unie zijn het Van
Gend en Loos- en het Costa/ENEL-arrest. Uit die arresten volgt dat de Europese Unie verder gaat dan
een enkele intergouvernementele overeenkomst. Het betreft een eigen rechtsorde waaraan de staten op
beperkt terrein bevoegdheden hebben toegekend en daarmee hun eigen soevereiniteit hebben beperkt.
Deze overdracht van bevoegdheden creëert een behoefte aan een institutioneel stelsel om van deze
bevoegdheden gebruik te maken. Ook vragen de algemene uitgangspunten van de Europese Unie om
uitwerking in concrete wetgeving en maatregelen.
Gelet op deze behoefte aan Europese instellingen bevat art. 13 VEU een aantal instellingen
van de Europese Unie. Het gaat om:
Het Europees Parlement;
De Europese Raad;
De Raad (van Ministers);
De Europese Commissie;
Het Hof van Justitie (waaronder het Hof en het Gerecht);
De Europese Centrale Bank;
De Rekenkamer.
Daarnaast zijn er organen of instanties die niet als instelling worden aangemerkt, zoals het Comité van
de Regio’s en het Economisch en Sociaal Comité (art. 13 lid 4 VEU).
Samenstelling en interne organisatie
Het Europees Parlement
Het Europees Parlement bestaat uit rechtstreeks door de Europees burgers gekozen
vertegenwoordigers (art. 14 lid 2 VEU). De vertegenwoordigers zitten doorgaans in Europese politieke
partijen die feitelijk zijn samengesteld uit (een samenvoeging van) de nationale politieke
vertegenwoordigers. Het Parlement stemt met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen
(art. 231 VwEU). In sommige gevallen is echter een meerderheid van de stemmen van het aantal
leden vereist, zoals bij de gewone wetgevingsprocedure (art. 294 VwEU). Dit is dus een zwaarder
stemvereiste. Dit geldt ook voor gevallen waarin een gekwalificeerde meerderheid noodzakelijk is,
zoals in het kader van de controle op de Commissie (art. 234 VwEU).
Drie taken van het Europees Parlement zijn:
1. Wetgeven en begroten (samen met de Raad), zie art. 14 lid 1 VEU. Zo stelt het Parlement
secundair Unierecht vast, dat wil zeggen Unierecht afgeleid van het VEU en het VwEU (het
primaire Unierecht), zie art. 294 VwEU, stelt het Parlement de begroting vast (art. 314 VwEU)
en is het Parlement betrokken bij het sluiten van internationale akkoorden (art. 218 lid 6
VwEU);
2. Adviseren en aanbevelingen doen bij secundair Unierecht waar de bijzondere
wetgevingsprocedure geldt, zoals ingeval van art. 87 lid 3 VwEU;
3. Controleren door middel van het recht van enquête (art. 226) en de mogelijkheid van
benoeming van en een motie van afkeuring jegens de Commissie (art. 17 lid 7 en 8 VEU en
234 VwEU).
4
Edwin van der Velde Rijksuniversiteit Groningen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller edwin7788. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.72. You're not tied to anything after your purchase.