Samenvatting van hoofdstuk 1 en 3 uit het handboek diagnostiek in de leerlingbegeleiding, van Verschueren en Koomen. In hoofdstuk 1 staat de diagnostische procedure centraal. In hoofdstuk drie staan technisch lezen en spellen staan centraal. Zelf gemaakt en gebruikt voor het vak leer- en onderwijsp...
Twee overlappende invalshoeken om het proces van lezen en spellen inzichtelijk
te maken:
taakanalytische modellen
-> technisch lezen en spellen wordt beschouwd als het eindpunt van een
groeiproces waarin specifieke deelvaardigheden in een relatief vaste
volgorde verworven worden -> latere vaardigheden bouwen voort op de
vroegere.
Klank-tekenkoppeling en auditief synthetiseren: ‘kat’ wordt als k/a/t/
gespeld en vervolgens tot /kat/ gesynthetiseerd ->klanken moeten in de
juiste volgorde onthouden worden -> auditief sequentieel geheugen. De
tekens en klanken moeten op een adequate wijze onderscheiden kunnen
worden -> visuele en auditieve discriminatie). In een latere fase kan het
kind via visuele synthese clusters van tekens verklanken en synthetiseren
om uiteindelijk tot directe woordherkenning te komen.
Bij de spellende leesstrategie staat naast de teken-klankkoppeling de
auditieve synthese (afzonderlijke klanken samenvoegen tot één woord)
centraal. Bij spellen staat juist de auditieve analyse (woord splitsen in
afzonderlijke klanken) centraal. Auditieve synthese en auditieve analyse
zijn tegenovergesteld. Om auditieve analyse te kunnen uitvoeren moeten
het auditief sequentiële geheugen en de visuele en auditieve discriminatie
voldoende ontwikkeld zijn. Bij de directe spellingsstrategie hoeft er geen
voorafgaande auditieve analyse plaats te vinden.
Fonologisch principe: klankzuivere woorden, die volgens het fonologische
principe van de Nederlandse taal geschreven worden
Morfologisch principe: vormleer -> regelstrategie gebruiken.
Etymologisch principe: inprentingsstrategie, bijv. bij leenwoorden -> kind
moet echt onthouden hoe je het woord schrijft of hoe je een klank schrijft
in een bepaald woord -> /ei/ of /au/
De vaardigheden ontwikkelen zich mede onder invloed van formeel lees-
en spellingsonderwijs. Lees en spellingsvoorwaarden ook wel belangrijke
voorbereidende deelvaardigheden genoemd.
De taakanalytische modellen zijn meer prescriptief (wat didactisch te
doen) dan descriptief (hoe verloopt het ontwikkelingsproces precies).
informatieve verwerkingstheorie
Lezen en spellen wordt in deze benadering opgevat als het verwerken van
informatie -> informatieverwerker selecteert sensorische prikkels uit de
omgeving en kan deze als auditief-verbaal-linguïstische representaties
(phonological codes) kort vasthouden in het korte termijngeheugen om ze
daarna in het werkgeheugen te verwerken. -> wordt bepaalde
vewerkingsstrategie voor gebruikt en deze wordt uitgevoerd op basis van
kennis die ter beschikking is in het lange termijngeheugen (voorkennis).
Dit kennisbestand bestaat uit declaratieve kennis (feitenkennis),
procedurele kennis (oplossingswegen om een bepaald resultaat te
bereiken) en metacognitieve kennis (weten wanneer je welke informatie
nodig hebt). De informatie en de resultaten van de verwerking kunnen
worden vergeleken met het aanwezige kennisbestand en daar vervolgens
bij opgeslagen.
Kenmerkend voor een informatieverwerkingsbenadering is dat er vanuit
gegaan wordt dat de informatieverwerker kan beschikken over diverse
strategieën om dezelfde taak aan te pakken -> procedurele of backup
strategieën(volgen van een bepaalde oplossingsweg) en anderzijds
, geheugen- of retrievalstrategieën (onmiddellijk beschikken over de juiste
oplossing).
Spellende leesstrategie en de auditieve spellingstrategie zijn voorbeelden
van de procedurele strategieën -> de deelvaardigheden uit de
taakanalytische modellen kunnen beschouwd worden als de taakspecifieke
voorkennis die noodzakelijk is om deze procedurele strategieën te kunnen
uitvoeren. Directe woordherkenning en directe woordspelling zijn
voorbeelden van geheugenstrategieën.
Automatisering komt tot stand als er een overgang gemaakt wordt van
procedurele strategieën naar geheugenstrategieën -> snelheid en
accuratesse nemen toe -> belangrijk omdat zo energie en aandacht
vrijkomen voor de meer complexe aspecten van lezen en spellen, bijv.
begrijpend lezen en het ordenen en verwoorden van gedachten die men op
wil schrijven.
Leesstrategieën kunnen in drie categorieën worden ondergebracht:
indirecte woordherkenning -> decoderend lezen van woorden die nog niet
direct herkend worden. Onderscheid tussen verklanken op het niveau van
individuele tekens en verklanken gebruik makend van clusters of
woorddelen (sublexicaal decoderen).
directe woordherkenning -> herkennend lezen als eindpunt van het
decoderend lezen, waarbij de clusters zo groot zijn geworden dat ze
volledige woorden dan wel grote woorddelen bevatten en de herkenning
snel en geautomatiseerd plaatsvindt (lexicaal decoderen) -> ook wel self-
teaching mechanism, omdat het opdoen van ervaring via oefening
essentieel is.
gebruik maken van de context -> de leessnelheid wordt bevorderd doordat
de lezer zich door de inhoud laat leiden en via korte informatieverwerking
tot woordherkenning kan komen (anticiperend lezen). Om de context te
kunnen gebruiken moet de lezer strategieën voor lees- en luisterbegrip
toepassen en voldoende woord- en wereldkennis over het te lezen
onderwerp hebben.
-> bovengenoemde zijn vormen van woordidentificatie, afhankelijk van de
opgeslagen voorkennis wordt hier onbewust een keuze in gemaakt.
Interactief-compensatorisch proces -> zwaktes in één strategie kunnen door
sterktes in een andere gecompenseerd worden. Bijv. decodeerachterstand
verbloemen door veel contextinformatie.
Bij spellen komen de volgende strategieën voor:
auditieve strategie -> klank voor klank in tekens omzetten
regelstrategie -> het systematisch toepassen van een spellingsregel
analogiestrategie -> het schrijven van een woord analoog aan een gekend
woord (bureau = cadeau)
inprentingstrategie -> het actief oproepen van woorden (zonder
automatisering)
mnemotechnische strategie -> gebruiken van ezelsbruggetjes om
spellingsproblemen te onthouden
hulpmiddelenstrategie -> gebruik van externe hulpmiddelen (woordenboek
etc.)
visueel-motorische strtegie (of direct spellen) -> de woorden vloeien uit de
pen
Ook spellen is een interactief-compensatorisch proces (zwaktes verbloemen) ->
zwaktes in de een strategie omzeilen door een andere strategie te gebruiken.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller willekesikken70. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.