Dit is een samenvatting van het boek Ontwikkelingspsychologie van Feldman. Alle hoofdstukken staan erin, behalve H10 en H14. Ik heb met deze samenvatting het tentamen in één keer gehaald, dus dan kan jij het ook!
Hoofdstuk 1 t/m 15. h10 en h14 ontbreken
November 3, 2023
32
2021/2022
Summary
Subjects
psychologie
ontwikkeling
darwin
bandura
bevalling
foetus
embryo
groei
adolescent
leeftijdsgroepen
morele ontwikkeling
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Hogeschool Utrecht (HU)
Ecologische pedagogiek
Ontwikkelingsspychologie
All documents for this subject (9)
Seller
Follow
marlou1
Reviews received
Content preview
Ontwikkelingspsychologie domein A
Hoofdstuk 1
Ontwikkelingspsychologie= de wetenschappelijke studie naar patronen van groei,
verandering en stabiliteit bij mensen. Van conceptie tot ouderdom. Met accent op de jaren
tot volwassenheid.
Thematische gebieden
● Fysieke ontwikkeling. De invloed van het lichaam op ons gedrag. Denk aan de
invloed van onze hersenen, het zenuwstelsel, de spieren en de zintuigen, maar ook
de behoefte aan eten, drinken en slaap.
● Cognitieve ontwikkeling. Hoe groei en verandering in intellectuele (verstand)
vermogens ons gedrag beïnvloeden. Denk hierbij aan leren, denken, geheugen,
probleemoplossing en intelligentie.
● Sociaal-emotionele ontwikkeling. Sociale relaties, interacties met anderen en het
omgaan met emoties.
● Persoonlijkheidsontwikkeling. Stabiliteit en verandering in de
karaktereigenschappen die de ene persoon van de andere onderscheiden.
Morele ontwikkeling= geestelijk.
Specifieke leeftijdsgroepen
● Prenatale periode -> van conceptie tot geboorte
● Babytijd -> van geboorte tot 3 jaar
● Peuter-kleutertijd -> van 3 tot 6 jaar
● Schooltijd -> van 6 tot 12 jaar
● Adolescentie -> van 12 tot 20 jaar
Sociale constructie= een idee over de realiteit, maar afhangt van de maatschappij en
cultuur. Willekeurige cijfers.
Biologische verandering= het begin van het seksuele rijpingsproces.
Puberteit -> meisjes (11/12)
-> jongens (13/14)
Prepuberteit= periode voorafgaand aan puberteit waarin al hormonale veranderingen in het
lichaam optreden, maar nog niet van buitenaf zichtbaar zijn.
,Groep Tijd Ook wel bekend als... Kenmerken
Babyboomers 1941 - 1955 Protestgeneratie - Er waren veel protesten
- Flowerpowerbeweging
- Amerikaanse burgerrecht beweging
Generatie X 1955 - 1970 Geboren na de babyboom - Tijden van economische crisis
- ‘Verloren generatie
- Grote jeugdwerkloosheid
Generatie Y 1980 - 1995 Millennials - Geen leven meer voorstellen zonder
computer, telefoon en social media
Cohort= een groep mensen die rond dezelfde tijd op dezelfde plek zijn geboren.
Normatieve gebeurtenissen= gebeurtenissen die zich voor de meeste individuen binnen
dezelfde manier voltrekken.
Niet-normatieve gebeurtenissen= specifieke gebeurtenissen die plaatsvinden in het leven
van een bepaald persoon. De meeste anderen krijgen hier dan niet mee te maken.
Cohorteffecten= invloeden van cohorten op de ontwikkeling.
● Historisch bepaalde invloeden -> omgevingsinvloeden en biologische invloeden
die verbonden zijn aan een historisch moment.
● Leeftijdsgebonden invloeden -> biologische invloeden en omgevingsinvloeden die
gelijk zijn voor mensen in een bepaalde leeftijdsgroep, ongeacht waar ze opgroeien.
● Sociaal-culturele invloeden -> etnische afkomst, sociale klasse, lidmaatschap van
een subcultuur.
Continue verandering= geleidelijke kwalitatieve ontwikkeling,
waarbij prestaties op een bepaald niveau voortvloeien uit vorige
niveaus.
Voorbeeld: verandering in lengte. Continue groei, kinderen worden
steeds een beetje langer.
Discontinue verandering= ontwikkeling die plaatsvindt in aparte
stappen en waarbij elk stadium gedrag oplevert dat kwalitatief
anders is dan gedrag in een eerder stadium.
Voorbeeld: kind dat plotseling zindelijk is.
,Kritieke periode= een specifieke periode in de ontwikkeling waarin een bepaalde
gebeurtenis, de grootste en onomkeerbare, gevolgen heeft.
-> komt voor wanneer de aanwezigheid van bepaalde soorten omgevingsstimuli
noodzakelijk is voor een normale ontwikkeling of wanneer blootstelling aan bepaalde stimuli
abnormale ontwikkeling tot gevolg heeft.
Stimuli= prikkels/ontwikkelingen in de uitwendige of inwendige omgeving waarop een
organisme reageert.
Plasticiteit= de mate van veranderlijkheid.
Gevoelige periode= een afgebakende tijd, meestal vroeg in het leven, waarin mensen extra
gevoelig zijn voor bepaalde omgevingsinvloeden en sterk ontvankelijk zijn voor het leren van
specifieke vaardigheden.
Voorbeeld: kinderen zijn in de eerste 6 jaar heel ontvankelijk voor het leren van taal.
Maturatie= het proces van het zich geleidelijk ontvouwen van voorbestemde genetische
informatie.
Biopsychosociale= biologische, psychische en sociale factoren die elkaar wederzijds
beïnvloeden.
, Hoofdstuk 2
Belangrijke perspectieven op de ontwikkeling van het kind:
1. Psychodynamisch. Gedrag wordt gemotiveerd door innerlijke krachten,
herinneringen en conflicten waarvan een persoon zich nauwelijks bewust is en
waarover hij weinig controle heeft.
❏ Belangrijke theorieën:
➢ Psychoanalytische theorie (Freud)= theorie die ervan uitgaat dat
onbewuste krachten bepalend zijn voor iemands persoonlijkheid en
gedrag. Ontwikkeling is min of meer compleet na de adolescentie.
➢ Volgens Freud kent elke persoonlijkheid drie aspecten:
1. ID= het onbewuste, ongeorganiseerde, aangeboren deel van
de persoonlijkheid dat opereert vanuit een genotsprincipe.
Denk aan honger, dorst en lust.
2. Ego= het bewuste, rationele en redelijke deel van de
persoonlijkheid, dat opereert vanuit het realiteitsprincipe.
3. Superego= grotendeels onbewust, iemands geweten en het
onderscheid maken tussen goed en kwaad.
Voorbeeld: ik heb zin chocola, ik heb honger (ID). Chocola is
ongezond, ik ben op dieet dus ik mag geen suiker eten (Superego). Ik
mag dus één chocolaatje bij de thee (oplossingsgericht -> Ego)
➢ Psychoseksuele ontwikkeling= 5 fasen die kinderen volgens Freud
doorlopen waarbij genot telkens met een ander deel van het lichaam
wordt geassocieerd.
1. Orale fase
2. Anale fase
3. Fallische fase= interesse in de genitaliën (geslachtsdelen)
4. Genitale fase= opnieuw ontluiken seksuele interesses
5. Latentiefase= seksualiteit raakt tijdelijk op de achtergrond
Fixatie= als er te veel of te weinig van die activiteit is.
Voorbeeld: dwang tijdens het voeden of weinig voeding in de jeugd.
Dit kan gevolgen hebben als nagelbijten of roken (orale activiteiten)
➢ Psychosociale theorie (Erikson)= de verandering in onze interacties
met anderen en in hoe we aankijken tegen het gedrag van anderen en
tegen onszelf in de maatschappij.
➢ Erikson richtte zich op de interactie met anderen. Groei en
verandering gaan het hele leven door. De adolescentie is pas het
startpunt van de ontwikkeling van een eigen identiteit.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marlou1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.57. You're not tied to anything after your purchase.