Samenvatting Praktische psychologie voor sociaal werk - Psychologie (SW-1-PSYC-21)
34 views 1 purchase
Course
(SW1PSYC21)
Institution
Christelijke Hogeschool Ede (CHE)
Book
Praktische psychologie voor Sociaal werk
In deze samenvatting zijn alle begrippen die in de cursus en in de benoemde hoofdstukken van het boek 'praktische psychologie voor sociaal werk' worden behandeld samengevat. Het bevat alle informatie die je voor het tentamen moet weten. Ik heb hier zelf een 9.2 mee gehaald op het tentamen. Heel vee...
Samenvatting Psychologie blok 2
Week 47. Inleiding
Wat is psychologie?
Kennis van de ziel/geest. We zijn meer dan ons lichaam. Het ‘ik’ is de
waarneming van die psyche/geest. Wat is jouw persoonlijkheid/gedrag? Wat jou,
jou maakt.
Waarom psychologie?
Psychologie helpt om (afwijkend) gedrag van anderen te beschrijven, te
verklaren en te voorspellen. Je zoekt naar een oorzaak van het gedrag.
Psychologie helpt om je eigen persoon en gedrag beter te begrijpen. Het geeft je
techniek en interventies die je als sociaal werker kunt toepassen.
Toepassing in de hulpverlening
De aanwezigheid van theorieën over de persoonlijkheid is een voordeel in de
hulpverlening. Het doel van de hulpverlening bepaalt wat je nodig hebt om te
weten. Als hulpverlener wil je zien wat voor iemand je voor je hebt. Wat is het
geheim van zijn gedrag?
Persoonlijkheid
Persoonlijkheid is in de psychologie de beschrijving van de eigenschappen
die karakteristiek zijn voor iemand. De psycholoog vraagt zich af wat de
onderliggende, bepalende eigenschappen zijn van iemands persoonlijkheid. Uit
deze vraag ontstaat een theorie. Wat is relevant voor iemands persoonlijkheid?
(Persoonlijke) eigenschappen hebben drie niveaus:
Dat wat je met alle mensen gemeen hebt (behoeften van Maslow)
Dat waar je lijkt op sommige anderen of een groep (vegetariër zijn)
Dat wat je persoonlijk uniek maakt (voorkeur voor spruitjes)
Persoonlijkheidstypen (Claudius Galenus)
De eerste theorieën over de persoonlijkheid waren pogingen om mensen in
verschillende typen in te delen. Volgens Claudius Galenus (129-199), een
Griekse arts, waren er vier typen die volgens hem afhingen van de verhouding
tussen de vier belangrijke sappen in het lichaam: bloed, gele gal, zwarte gal en
slijm.
1) Sanguinicus. Een energiek menstype. Bloed is hier de dominante
vloeistof.
2) Sombere melancholicus. Menstype met veel zwarte gal.
3) Opvliegende cholericus. Menstype met veel gele gal.
4) Flegmatieke mens. Het menstype is koel en traag door het trage slijm.
Nu geloven we dat je persoonlijkheid bepaald wordt door hormonen en
neurotransmitters etc.
Driften (Sigmund Freud)
Eind 19e eeuw ontwikkelde Sigmund Freud zijn persoonlijkheidstheorie. Deze
was gebaseerd op de overtuiging dat in het onbewuste van de mens, het id,
sterke driften aanwezig zijn, gericht op overleving en voortplanting. De variaties
in deze driften bepalen mede iemands persoonlijkheid. Het uitleven van de
driften is in strijd met het leven in gemeenschap. Daarom worden ze in toom
gehouden door het ego en het superego.
Je ego is het bewuste gezonde verstand dat rekening houdt met de
realiteit.
1
, Je superego is je geweten. Het houdt de onbewuste drijfveren in bedwang
door ze te toetsen aan het aangeleerde besef van goed en kwaad.
Typologie
Freud maakte geen classificatie van typen mensen (typologie) zoals Galenus dat
deed. Typologieën waren omstreden. Mensen konden vaak niet in een één hokje
geplaatst worden. Daarom gingen psychologen achterhalen welke kenmerken
relevant zijn voor iemands persoonlijkheid.
Traittheorieën
Traittheorieën zijn theorieën die achterhalen of bepaalde kenmerken relevant zijn
voor iemands persoonlijkheid. Een trait (eigenschap) is een gebruikelijk
patroon van denken, doen en voelen. Zo’n kenmerk is polair. Je hebt de
eigenschap juist wel of juist niet.
Big Five
De Big Five is een bekende traittheorie. Het zijn vijf kenmerken/begrippen die
aangeven in welke mate iemand een eigenschap heeft. Je hoeft dus niet te
beslissen of iemand de eigenschap wel of niet heeft. De woorden geven een
dimensie aan.
1) Extraversie tegenover introversie. Extravert wil zeggen dat iemand
gericht is op de wereld buiten hemzelf. Introverte mensen zijn meer bezig
met hun eigen gedachten en dingen.
2) Vriendelijk tegenover onvriendelijk. Een vriendelijk iemand zal sneller
een ander helpen. Een onvriendelijk iemand is meer gericht op
eigenbelang.
3) Zorgvuldig tegenover slordig. Hierbij hoort ook zorgvuldig zijn in je
denken en doen.
4) Emotioneel stabiel tegenover neurotisch. Het gaat hier om de vraag
of iemand snel in paniek raakt of geëmotioneerd is of dat iemand rustig
blijft ook in heftige situaties.
5) Open staan voor nieuwe ervaringen tegenover
geslotenheid/intellectuele autonomie. De een wil hierbij het oude
behouden en de ander wil graag dingen vernieuwen.
Persoonlijkheidsmodel van Cloninger
De psycholoog Robert Cloninger ontwikkelde een theorie over temperament en
karakter. Deze twee aspecten vormen samen de persoonlijkheid. Temperament
(nature) is aangeboren en karakter (nurture) ontstaat later op basis van
levenservaring. Je persoonlijkheid is altijd een mix van aanleg en ervaring.
Het temperament heeft in Cloningers theorie vier bepalende eigenschappen:
1) Harm-avoidance. Het vermijden van leed en gevaar. Sommige
mensen zijn voorzichtig, anderen nemen meer risico.
2) Novelty seeking. De neiging om nieuwe dingen te willen ervaren. De
behoefte aan prikkels.
3) Reward dependence. De afhankelijkheid van waardering.
4) Persistence. De neiging om vol te houden.
Bij karakter gaat het om drie kerneigenschappen:
1) Self-directness. Zelfsturing. De mate waarin je zelf keuze maakt, ageert
en niet alleen reageert. Zelfsturing is in sterke mate van invloed op je
welzijn.
2) Cooperativeness. De neiging tot samenwerken, behulpzaam, empathisch
en tolerant zijn.
3) Self-transcendence. Zelf-overstijging is de neiging om op een wijze en
minder ik-gerichte manier naar jezelf en het leven op aarde te kijken.
2
, Persoonlijkheidsstoornissen
Soms is iemands persoonlijkheid zodanig dat je moet zeggen dat dat niet meer
normaal is en er sprake is van een stoornis. Gestoord is gedrag dat buiten het
normale valt en storend is. Het veroorzaakt lijden voor de persoon zelf en/of voor
de omgeving. In de klinische psychologie worden tien
persoonlijkheidsstoornissen onderscheiden in drie groepen: de vreemde,
de dramatische en de angstige groep. Het gaat om drie clusters:
A. De paranoïde, de schizotypische en de schizoïde
persoonlijkheidsstoornis.
Wordt gekenmerkt door vreemd, excentriek gedrag. Iemand denkt
achtervolgd te worden.
B. De borderline, antisociale, narcistische en theatrale
persoonlijkheidsstoornis.
Wordt gekenmerkt door moeite met impulsbeheersing en met
emoties.
C. De afhankelijke, ontwijkende en obsessief-compulsieve
persoonlijkheidsstoornis.
Wordt gekenmerkt door angsten.
Psychopathologie
Psychopathologie is de leer van psychische ziekten of lijden. Het is een deel
van de psychologie en de psychiatrie dat zich bezighoudt met de vraag: Wat is
normaal en wat is abnormaal?
Rosenhan-experiment
Rosenhans experiment maakt duidelijk dat de bril waardoor je kijkt, bepaalt hoe
je interpreteert wat je ziet. Het is belangrijk te realiseren dat je geneigd bent
anders naar iemand te kijken die een diagnose heeft.
Stigma
Een krachtig negatief sociaal stempel dat de manier waarop mensen zichzelf
zien en gezien worden beïnvloedt door onbegrip, vooroordelen, uitsluiting
en discriminatie.
Diagnostic and Statistical Manual (DSM)
Om erop te kunnen vertrouwen dat elke deskundige dezelfde diagnose stelt bij
dezelfde klachten heeft de Amerikaanse psychiatrische Associatie (APA) een
diagnostisch systeem ontwikkeld: de Diagnostic and Statistical Manual.
Hierin staan criteria voor psychiatrische stoornissen beschreven.
Criteria voor wanneer het abnormale een psychiatrische stoornis is
1) Abnormaal verschijnsel of gedrag wijkt af van een sociale norm of het
‘normale.’
2) Het veroorzaakt lijden bij de persoon of zijn omgeving.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller helenebogerd. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.04. You're not tied to anything after your purchase.