Samenvatting materieel bestuursrecht. Behaalde cijfer: 7,2. Benodigde literatuur voor het tentamen. Nieuwste druk van het boek 'Bestuursrecht Begrepen' gebruikt (2017).
1. Algemene inleiding: wat is bestuursrecht (week 1)
1.1. Het verband tussen besturen en bestuursrecht
Voorbeeld: een bestuur geeft leiding aan een dergelijke vereniging. Dit bestuur zorgt bijvoorbeeld
voor dat leden op tijd contributie betalen en besluit over belangrijke investeringen.
Nederland wordt bestuurd door een openbaar
bestuur.
Rijksoverheid
De overheid bestaat uit meerdere onderdelen.
De verschillende bestuursniveaus:
1) Rijksoverheid Provinciale Overheid
2) Provinciale overheid
3) Gemeentelijke overheid Gemeentelijke Overheid
Openbaar bestuur: dat deel van de overheid
dat zich bezighoudt met besturen.
De verschillende bestuursniveaus (1,2 en 3) zijn openbare besturen en hebben een bepaalde
organisatiestructuur die op alle niveaus terugkomt. Vaak is er een dagelijks bestuur dat gecontroleerd
wordt door een democratisch gekozen orgaan dat ook deel uitmaakt van datzelfde openbaar bestuur.
Openbaar bestuur op gemeentelijk niveau (nummer 3): op gemeentelijk niveau is er een
college van burgermeester en wethouders (art. 34 lid 1 Gemw), dit college is belast met het
dagelijks bestuur. Het college wordt gecontroleerd door de gemeenteraad (art. 169 Gemw).
De gemeenteraad wordt 1 keer in de 4 jaar gekozen door de inwoners van de gemeente. De
gemeenteraad vertegenwoordigt deze inwoners (art. 7 Gemw).
Openbaar bestuur op provinciaal niveau (nummer 2): het college van gedeputeerde staten is
het dagelijks bestuur van een provincie.
Een ander voorbeeld is een waterschap. Deze wordt ingesteld bij een besluit van de
Provinciale Staten. Een waterschap heeft een dagelijks bestuur en een voorzitter.
Openbaar bestuur op rijksniveau (nummer 1): de regering is het dagelijks bestuur die bestaat
uit de koning en de ministers (art. 42 GW). Deze ministers worden gecontroleerd door het
parlement dat bestaat uit de 1e en 2e kamer.
Het openbaar bestuur behartigt het algemeen belang. Er zijn verschillen tussen het openbaar bestuur
en het bestuur van een vereniging. Bijv.: een sport- of studentenvereniging is een privaatrechtelijke
rechtspersoon en behartigt het privaatrechtelijke eigenbelang van deze rechtspersoon.
Het openbaar bestuur mag geen eigenbelang behartigen en dus het algemeen belang. Dit moet
centraal staan bij de uitoefening van bestuurstaken. Algemene belangen worden dan ook ‘publieke
belangen’ genoemd.
1.2. Wat doet het openbaar bestuur ter behartiging van het
algemeen belang?
Het openbaar bestuur behartigt de belangen (het publieke belang) op verschillende manieren. Het
openbaar bestuur reguleert en stuurt een bepaald algemeen belang, o.a. activiteiten van burgers.
Voorbeeld: gemeentebestuur dat een subsidie aan een voetbalvereniging toekent, met het oog op
volksgezondheid. Hierbij stuurt een openbaar bestuur (namelijk de gemeente) een bepaald algemeen
belang (namelijk de volksgezondheid) d.m.v. het toekennen van een subsidie aan voetbalvereniging.
Hiernaast verricht het bestuur de publieke taken de taken die niet aan burgers kunnen worden
overgelaten.
1
,Bestuursactiviteiten van het gemeentebestuur:
Het gemeentebestuur verleent onder andere vergunningen voor bedrijven (zoals een discotheek),
wijzigt lokale belastingen (hondenbelasting) en stelt bestemmingsplannen vast waarin de
gemeenteraad bepaalt waar in de gemeente gebouwd mag worden etc.
Iedere rechtmatig in Nederland verblijvende die in zulke omstandigheden verkeert/dreigt te raken dat
hij niet over de middelen beschikt om in de noodzakelijke kosten van het bestaan te voorzien heeft
recht op bijstand van overheidswege (art. 11 lid 1 en 2 Participatiewet). Het college van B&W en de
gemeenteraad dragen verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de bijstandsregels. In de
Participatiewet zijn aan het college van B&W specifieke bevoegdheden toegekend met betrekking tot
de uitvoering van de bijstandsregels en de toekenning van bijstandsuitkeringen.
Ook kun je bij de gemeente subsidie krijgen voor bepaalde gevallen, bijv. wanneer je huis aangepast
moet worden voor een gehandicapte.
Bestuursactiviteiten van het provinciebestuur:
Op provinciaal niveau is de bestuursactiviteit voor burgers minder zichtbaar. Het college van
gedeputeerde staten is het dagelijks bestuur van een provincie. Zij oefenen bijv. toezicht uit op de
gemeenten. Dit doen zij bijv. door een gemeentelijke begroting goed te keuren.
Het provinciebestuur vervult ook taken op het gebied van de ruimtelijke ordening. Provinciale staten
(=de volksvertegenwoordiging van de provincie) is bevoegd om op grond van provinciale belangen in
bepaalde gevallen gemeenten te dwingen om medewerking te verlenen bij het realiseren van
bepaalde projecten. Bijv.: aanleg van een bepaald bedrijventerrein.
Ook op andere beleidsterreinen vervult het provinciebestuur taken, zoals: cultuur, verkeer en vervoer,
regionale economische ontwikkelingen. De gedeputeerde staten kent bijv. subsidies toe aan diverse
culturele en economische initiatieven.
Bestuursactiviteiten op landelijk niveau:
Op landelijk niveau worden door verschillende organen van het openbaar bestuur bevoegdheden
uitgeoefend. Bijv: het toekennen van studiefinanciering door de minister van Onderwijs. Op landelijk
niveau kan ook worden bedoeld: inkomstenbelasting, verlenen van uitkeringen en verstrekken van
kinderbijslag (door de SVB=sociale verzekeringsbank).
1.3. ...
1.4. Bevoegdheden van het openbaar bestuur+eis van
wetmatigheid van bestuur
Om de verschillende bestuurstaken en daarmee het algemeen belang goed te kunnen behartigen zal
het bestuur ook tegen de wil van de burgers kunnen optreden. Daarvoor geeft de wetgever het
bestuur bevoegdheden in verschillende wetten. Dit kunnen zijn:
- Wetten in formele zin (die worden gemaakt door de SG + regering)
- Wetten in materiële zin: Lagere algemeen verbindende voorschriften, zoals gemeentelijke
verordeningen (die worden gemaakt door de gemeenteraad).
Een in de praktijk veel voorkomende bevoegdheid van het bestuur is de vergunningsbevoegdheid. Dit
is een van de belangrijkste bevoegdheden om ordenend in maatschappelijke processen te kunnen
optreden. Door een vergunning kan het gedrag van burgers worden beïnvloed, omdat deze bedoeld is
voor 1 concreet geval.
Verloop: eerst verbiedt de wetgever het verrichten van een bepaalde activiteit zonder te beschikken
over een benodigde vergunning. Dan zegt de wetgever dat het uitvoeren van die activiteit zonder
vergunning strafbaar is. Het met straf bedreigde verbod is niet absoluut, een burger kan het
bevoegde bestuur toestemming vragen om iets te mogen verrichten. Door het verlenen van de
vergunning vervalt het strafbare karakter van de activiteit. De activiteit waarvoor een vergunning
2
,nodig is, is op zich meestal geen ‘kwalijke’ activiteit. Vb.: bouwen van een huis is belangrijk voor de
volkshuisvesting. Het bestuur kan voorwaarden verbinden met het oog op het algemeen belang.
Het bestuur kan dan in een vergunning regels neerleggen over bijv. brandveiligheid en hoogte. Er
wordt ook wel gezegd dat een vergunning dient om normstelling ‘in concreto’ te bewerkstelligen.
Normstelling ‘in concreto’ betekent dat het bestuur voor ieder bouwwerk afzonderlijke voorschriften
in de vergunning kan opnemen.
Door het stellen van vergunningsvoorschriften kan de vergunde activiteit nauwkeurig worden
gereguleerd. De voorschriften moeten betrekking hebben op het doel van de wet waarop de
vergunningsbevoegdheid steunt. In een omgevingsvergunning voor de bouw van een woonhuis
mogen bijv. geen voorschriften worden opgenomen over de beplanting in de achtertuin.
Andere bestuursbevoegdheden dan de vergunningsbevoegdheid:
Handhavingsbevoegdheid – op basis hiervan kan het bestuur in de regel illegale activiteiten
beëindigen. Een belangrijk type handhavingsbevoegdheid is de bevoegdheid tot het opleggen
van de last onder bestuursdwang. Door toepassing van deze bevoegdheid kan het bestuur
een illegale activiteit feitelijk beëindigen. De bestuursdwangbevoegdheid kan ook gebruikt
worden om bijv. een illegaal gebouwde woning af te breken.
Vergunnings- en ontheffingsbevoegdheid – bestuursorganen kunnen in bepaalde gevallen in
de wet bevoegd zijn verklaard om een vrijsteling/ontheffing te verlenen van (bepaalde)
wettelijke voorschriften. Er zijn bijzondere situaties denkbaar waarin bepaalde regels beter
niet kunnen worden toegepast. Vandaar deze bevoegdheid.
Vb.: ontheffing als burgemeester en wethouder toestemming geven om (in afwijking van art.
2 Winkeltijdenwet) op zondag een winkel geopend te hebben.
Subsidiebevoegdheid – art. 4:21 Awb – een bestuursorgaan kan op verzoek van een
(rechts)persoon financiële middelen ter beschikking stellen om bepaalde activiteiten te
verrichten. Bijv. een college van B&W dat op bassi van een gemeentelijke
subsidieverordening bijv. subsidie verleent aan een plaatselijke sportvereniging.
Wetmatigheid van bestuur = bestuur mag alleen handelen als de wetgever daarvoor een specifieke
bevoegdheid heeft verleend.
Het bestuur is in de democratische en sociale rechtsstaat gebonden aan strakke regels. De wetgever
heeft de bestuursbevoegdheden met het oog op het algemeen belang in het leven geroepen.
Een van de fundamentele regels in de democratische rechtsstaat is dat het bestuur in beginsel niet
mag handelen tenzij de wetgever dit heeft toegestaan. Dit in tegenstelling tot burgers, die altijd
rechtens mogen handelen.
Uitgangspunt: het bestuur moet over een op de wet gebaseerde hoeveelheid beschikken.
➜ Beginsel van wetmatigheid van bestuur of het legaliteitsbeginsel, of legaliteitsvereiste. Dit
vereiste waarborgt de vrijheid voor burgers en dient de rechtszekerheid en rechtsgelijkheid.
Door de eis te stellen dat een bestuursbevoegdheid gebaseerd moet zijn op de wet wordt het
bestuurshandelen dus beter voorspelbaar. Het beginsel van wetmatigheid is van belang voor:
- Bevoegdheden van het bestuur waarvan de vrijheid van burgers kan worden beperkt.
- Voor bevoegdheden op basis waarvan een burger kan worden ‘begunstigd’, zoals een
subsidiebevoegdheid.
De wetgever normeert in de wet de bevoegdheden van het bestuur de wet formuleert de
inhoudelijke en procedurele voorwaarden waaronder het bestuur zijn bevoegdheden mag (en/of
moet) uitoefenen. Belangrijk is dat de wetgever bepaalt welke belangen mogen (en tevens moeten)
worden behartigd. Als de wetgever bevoegdheden aan het bestuur toekent, worden deze naar doel
afgebakend. Zo wordt voorkomen dat het bestuur zijn bevoegdheden voor van alles en nog wat zou
kunnen gebruiken.
Bestuursbevoegdheden dienen voor een specifiek doel specialiteitsbeginsel = iedere
bestuursbevoegdheid is met een bepaald doel door de wetgever in het leven geroepen. Het doel is
het behartigen van een onderdeel van het algemeen belang (zoals milieu, ruimtelijke ordening, etc.).
3
, Iedere bestuursbevoegdheid is altijd beperkt van aard en altijd overeenkomstig de
bedoeling van de wetgever moet worden uitgeoefend.
Dat de wetgever bevoegdheden aan het bestuur verleent en deze bevoegdheden tevens beperkt en
dat het bestuur alleen op grond van en in overeenstemming met deze beperkte bevoegdheden mag
handelen is een kernelement van de democratische rechtsstaat.
Als het bestuur over onbeperkte bevoegdheden beschikt, dan zou dat resulteren in een totalitaire
samenleving, dat is een samenleving waarin het bestuur naar eigen inzicht op basis van een
algemene bevoegdheid regulerend zou kunnen optreden.
Normering van bestuursbevoegdheid = dat er in de wet inhoudelijke en procedurele voorwaarden
zijn opgenomen die het bestuur in acht moet nemen. Soms kunnen zulke voorwaarden voortvloeien
uit regels van ongeschreven recht.
Het bestuursrecht wordt vooral gezien als het recht dat waarborgen biedt tegen de onrechtmatige
uitoefening van bestuursbevoegdheid. Bestuursbevoegdheid kan worden gezien als een instrument
om te besturen.
1.5. Bestuursbevoegdheid en andere publiekrechtelijke
bevoegdheden zoals wetgeving en rechtspraak
Hoofdregel: een bestuursbevoegdheid is gebaseerd op de wet = eis van wetmatigheid van bestuur.
Op basis van bestuursbevoegdheid behartigt het openbaar bestuur publieke belangen met als doel de
regulering (ofwel sturing) van het maatschappelijk leven.
Bestuursbevoegdheid= een bepaald type publiekrechtelijke bevoegdheid die door een
bestuursorgaan wordt uitgeoefend. Er zijn 3 soorten publiekrechtelijke bevoegdheden:
- Wetgevende macht (wetgever in formele zin, art 81 Gw)
- Rechtsprekende macht (rechter)
- Uitvoerende macht (dat wil zeggen de uitoefening van bestuursbevoegdheden)
Publiekrechtelijke bevoegdheid is verdeeld over de drie staatsmachten: de wetgevende macht, de
uitvoerende macht (het bestuur) en de rechtsprekende macht de trias politica.
Publiekrechtelijke bevoegdheden hebben gemeenschappelijke kenmerken.
Bevoegdheid = een vermogen van een orgaan om (doelgericht) ‘rechtsgevolgen’ tot stand te brengen.
Een rechtsgevolg is een gevolg in de wereld van het recht.
Een publiekrechtelijke bevoegdheid is iedere bevoegdheid van een overheidsorgaan om positief
recht te vormen, vast te stellen of te handhaven. Wanneer een gemeenteraad in de APV een
aanlijnplicht voor honden opneemt, gaat deze regel deel uitmaken van het geldende recht. Er is
sprake van een algemeen verbindend voorschrift (AVV).
Kenmerkend voor alle publiekrechtelijke bevoegdheden:
- Een publiekrechtelijke bevoegdheid kan en mag alleen maar door een overheidsorgaan
uitgeoefend worden. Burgers beschikken niet over deze bevoegdheden.
- De uitoefening van deze bevoegdheden vinden in de regel eenzijdig plaats met inachtneming
van geschreven en ongeschreven publieke rechtsnormen.
Voor het tot stand brengen van gewenste rechtsgevolgen heeft het overheidsorgaan geen
medewerking of instemming van de burger nodig.
1.6. Bestuursrecht: formeel en materieel bestuursrecht
Het bestuursrecht houdt zich vooral bezig met de rechtsverhouding tussen het bestuur en de burgers.
Het bestuursrecht heeft betrekking op de bevoegdheden waarover het bestuur beschikt om in het
algemeen belang in te grijpen in de rechtspositie van burgers, om deze rechtspositie te wijzigen of
vast te stellen.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller HeleenElisa. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.49. You're not tied to anything after your purchase.