100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting praktisch burgerlijk recht $4.31   Add to cart

Summary

Samenvatting praktisch burgerlijk recht

 106 views  3 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Deze samenvatting van het boek "Praktisch burgerlijk recht" is een zeer compacte en goede samenvatting inclusief voorbeelden, ... Slagen is dus gegarandeerd! Mijn behaalde score:16/20.

Last document update: 6 year ago

Preview 5 out of 34  pages

  • Yes
  • December 6, 2017
  • December 6, 2017
  • 34
  • 2016/2017
  • Summary
avatar-seller
‘’’’’’




Burgerlijk recht

Eigen cursus semester 1




GBM1B

,DEEL 1: ALGEMEEN RECHT
1. Algemene inleiding
1.1. Wat is recht?


- Regels (beïnvloeden ons gedrag)
- Maatschappij ordenen (=doel, anders complete chaos in de wereld)
Recht = - Opgelegd door de overheid
- afdwingbaar (=je moet de regels volgen!)




1.2. Indelingen van het recht
1.2.2. Privaatrecht – publiekrecht

 Privaatrecht: regelt de verhouding tussen de burgers onderling.

1. Het burgerlijk recht
Regels m.b.t. familiale verhoudingen, contracten tss burgers, zakelijke rechten...
Boek: burgerlijk wetboek
2. Handelsrecht
Regels inzake het statuut van handelaars en van bepaalde handelsverrichtingen
(cheques, wissels...)
Boek: wetboek van koophandel
3. Gerechtelijk privaatrecht (syn.: gerechtelijk procesrecht)
Geeft aan hoe de rechtbanken georganiseerd zijn en op welke wijze procedures
voor de rechtbank gevoerd moeten worden.
4. Internationaal privaatrecht
Geeft aan welke rechter bevoegd is en welke rechtsregels toegepast moeten
worden als er een grensoverschrijdend probleem is. (Bv. Een verkeersongeval met
een Zwitser in Zwitserland veroorzaakt door een Belg)

 Publiekrecht: heeft betrekking op publieke personen bv. Verhouding van de overheid tot
de burgers)
1. Het staatsrecht
Regels die betrekking hebben op de organisatie en de werking van de staat. (Bv.
De grondwet)
2. Het administratief recht
Regels die betrekking hebben op de werking van de overheidsinstanties, de
manier waarop de burger zich tot de overheid kan richten...
 = de uitvoerende macht: administratie
(Bv. Hoe je een bouwvergunning moet aanvragen: hoe ze de regels toepassen: ze
kijken of je 1 bouwvergunning krijgt of niet)
3. Het strafrecht
Regels over welke gedragingen strafbaar zijn en welke sanctie ertegenover staan.
(Bv. Straf krijgen bij nadat je een misdrijf hebt gepleegd)
4. Het strafprocesrecht
Welke misdrijven kunnen vastgelegd en opgespoord worden en hoe de procedure
verloopt om beklaagden te vervolgen.
5. Het fiscaal recht
Regelt de problematiek van de belastingen.


2

,  Sommige rechtstakken kunnen moeilijker worden geplaatst. Bv. Economisch recht,
financieel recht, sociaal recht zoals arbeidsrecht en sociale zekerheid, de intellectuele rechten
zoals auteursrechten en octrooien, ... Dus de opsplitsing tussen privaat-en publiekrecht
volstaat niet om alle rechtstakken zonder meer in een van beide categorieën te plaatsen.

1.2.3. Enkele andere indelingen

1. Het objectieve en subjectieve recht
Objectief recht = de regels zoals in de wetboeken
Bv. Wie een fietser aanrijdt moet de schade vergoeden.
Subjectief recht = wanneer je gebruik maakt van het objectief recht door iets te eisen.
Bv. De eis van de schadevergoeding van die fiets.
2. Het materieel en formeel recht
Materieel recht = de regels die rechten toekennen en plichten opleggen.
Bv. Burgerlijk recht, strafrecht  je mag niet moorden!
Formeel recht = hoe rechten en plichten afdwingen  hoe je de procedure moet
opvolgen.
Bv. Hoe komt het voor de rechter, het bewijsmateriaal (bij strafrecht)

1.3. De bronnen van het recht
= waar de rechtsregels kunnen worden teruggevonden.

1.3.1. Wetgeving sensu lato

1. Internationale verdragen en beslissingen van supranationale organisaties
 De Eu
 3 belangrijke beleidsinstrumenten:
- De richtlijnen
= een aantal regels die door de nationale overheid van de diverse lidstaten
verplicht moeten worden opgenomen en verwerkt in de eigen wetgeving.
Bv. De Eu die de staat oplegt dat ze 2 maanden de tijd hebben om iets te
veranderen.
Bv. vrouwen mogen niet gediscrimineerd worden, vrouwen en
mannen moeten dezelfde loon ontvangen.
- Verordeningen
= bevatten een algemene en volledige reglementering die rechtstreeks van
toepassing is in alle lidstaten.
Bv. je werkt 10 jaar eerst in België, dan 10 jaar in Spanje. Vervolgens
ga je op pensioen en zeggen ze dat je maar 10 jaar in Spanje hebt
gewoond dus krijg je maar het pensioen van dei 10 jaar. Wetgeving
zegt dat je je pensioen ontvangt van alle landen!
- Beschikkingen
= regels die van toepassing zijn op de daarin aangeduide bestemmeling (dat
kan een staat, bedrijf of persoon zijn). Zo kan het bv gaan om een beschikking
waarbij bepaalde boetes worden opgelegd aan een lidstaat of een
onderneming.
Bv. Apple had voordelen en subsidies van Ierland, maar de regering
vond dit niet ok: boete!




3

,  Internationale verdragen tussen twee of meer staten (bv. vrije handel)
 Bv. verdragen die een regeling treffen over welke rechtbanken bevoegd zijn in
geschillen waarbij meerdere nationaliteiten betrokken zijn, welk recht dan
toepasselijk is, dubbelbelastingsverdragen, ...

2. Grondwet
 De gecoördineerde grondwet (de grondwet die voortdurend wordt aangepast)
 Kan beschouwd worden als meest fundamentele (Belgische) wet.
 Regelt de inrichting van de machten binnen de staat.
 Waarborgt de rechten en vrijheden van de burgers.
 Hierin is vastgelegd wie de wetgevende, de uitvoerende en de rechterlijke macht
binnen de staat toekomen.
 Waarborgt enkele fundamentele rechten en vrijheden (bv. de vrije meningsuiting)
 Kan niet zomaar gewijzigd worden  bijzondere procedure voor nodig lijst
opmaken met de te wijzigen grondwetsartikelen die in de wetgevende kamers
moeten worden ontbonden EN er moeten verkiezingen gehouden worden.  2/3 van
de meerderheid moet akkoord zijn van de leden van elke kamer en moet zowel in de
Kamer als in de Senaat een meerderheid van 2/3 voorstemmen.

3. Wet sensu stricto
= de wet die door de Kamer van Volksvertegenwoordigers tot stand komt.
 Publiceert de wet vervolgens in Belgisch Staatsblad

4. Decreten
= de wetten die op het niveau van de Gemeenschappen en Gewesten gestemd
worden.  Deelgebied bevoegd voor plaatsgebonden materies (economie, ruimtelijke
ordening en milieu.)
 Decreten staan op hetzelfde niveau als een federale wet.
 Bij Brussels Hoofdstedelijk Gewest spreken ze ipv decreten over ordonnanties.
 De decreten van het Vlaamse en Waalse Gewest hebben enkel kracht van wet op
de respectieve grondgebieden van deze instellingen. (2 aparte: In Brussel kan iedere
persoon afzonderlijk kiezen in welke gemeenschap ze willen.)
De decreten van de gemeenschappen kunnen soms het grondgebied overstijgen of
soms minder ver reiken. (Een gemeenschap = een deelgebied die bevoegd is voor
persoonlijke gebonden materies, taal en cultuur.)
 Situeert zich dus op regionaal niveau  wordt steeds belangrijker!!

5. Koninklijk Besluit (KB)
 Besluit wordt genomen door Koning of ministers
 Uitvoering van wetten (= uitvoeringsbesluit)

6. Besluit van de gemeenschap- en gewestregeringen
= de besluiten van de gemeente- en gewestregeringen worden beschouwd als de
‘regionale Koninklijke Besluiten’  Staan op zelfde hoogte als een KB.

7. Andere wetgevende bronnen
Op een hiërarchisch lager vlak vind je andere regels terug zoals de Ministeriële
Besluiten (MB) en de besluiten van een lid van de gemeenschap- en gewestregering.
Je hebt: - gemeentelijke reglementen
- provinciale reglementen




4

, Extra uitleg:
 Publicatie: 1 keer wou de koning de wet niet bekrachtigen. Koning Boudewijn werd zogezegd
geestelijk niet in staat verklaard. Dan kan het parlement (de regering) invallen.  bv. bij de
ABORTUSWET.
 10 dagen na de publicatie wordt een wet wettig verklaard. (Uitz. Als er bv. 1jan. staat)
 Wet (sesu stricto)
 Commissie: Bij 20% cov’ers  20% in de commissie

EXAMEN: Noem 2 belangrijke verschillen tussen een wet en een decreet.
 Wet is voor heel België en een decreet voor een gemeenschap.
 De bevoegdheden/materies  wet: defensie, justitie, buitenlandse zaken, ...
 decreet: taal, ...




5

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller vcjhw. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.31. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

66579 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.31  3x  sold
  • (0)
  Add to cart