Wat is het belangrijkste gevolg van schaarste in de economie?
Answer: Schaarste betekent dat er niet genoeg middelen zijn om aan alle behoeften te voldoen.
2.
Wat zijn de drie belangrijkste functies van geld?
Answer: De drie functies van geld zijn ruilmiddel, oppotmiddel en rekenmiddel.
3.
Hoe verschilt chartaal geld van giraal geld?
Answer: Chartaal geld is tastbaar, zoals munten en bankbiljetten, terwijl giraal geld niet tastbaar is en bestaat als tegoed op bankrekeningen.
4.
Wat is een budgetlijn en wat toont het?
Answer: Een budgetlijn toont alle mogelijke productcombinaties die je met een bepaald budget kunt kopen.
5.
Wat is de rol van de centrale bank bij geldschepping?
Answer: De centrale bank is verantwoordelijk voor geldschepping en het reguleren van de geldhoeveelheid.
6.
Hoe kunnen transactiekosten invloed hebben op economische ruil?
Answer: Transactiekosten kunnen ruil belemmeren door het wederzijds voordeel van de ruil te verminderen.
7.
Wat is de ruilverhouding in een ruil?
Answer: De ruilverhouding is de waarde van het ene middel uitgedrukt in het aantal eenheden van het andere middel.
8.
Hoe kan scholing de arbeidsproductiviteit verbeteren?
Answer: Scholing kan de arbeidsproductiviteit verbeteren door het aanleren van nieuwe kennis en vaardigheden, waardoor men dezelfde productie in minder tijd kan leveren.
Wensen zijn behoeften: deze behoeften zijn onbegrensd (meer is altijd beter).
Om in je behoeften te voorzien, heb je middelen nodig. Er is één probleem: middelen zijn
niet onbeperkt beschikbaar. Hierdoor ontstaat er schaarste (tijd, bezit en geld). Het betekent
alleen dat er te weinig middelen zijn om in alle behoeften van iedereen te voorzien.
Middelen hebben een belangrijke eigenschap: ze zijn alternatief aanwendbaar (: dat je met
hetzelfde middel in verschillende behoeften kunt voorzien. De manier waarop een middel
gebruikt wordt, is de aanwendingsrichting.
De keuzes die gemaakt worden met betrekking tot behoeftes, verschillen van persoon tot
persoon.
Wat is de beste aanwendingsrichting van een middel?
1. Bepaal eerst alle mogelijke aanwendingsrichtingen van een middel.
2. Bereken vervolgens voor elke aanwendingsrichting de kosten en opbrengsten, ook
wel baten genoemd.
3. Ten slotte kies de aanwendingsrichting waarbij de opbrengsten het meest uitstijgen
boven de kosten.
Deze aanwendingsrichting heeft de hoogste nettobaten: baten – kosten.
§1,2 kiezen of delen:
Optelsom van alle middelen die iemand heeft, is zijn budget. Er zijn twee soorten middelen:
Tastbare middelen
Tijd
Het budget beperkt de keuzes die iemand kan maken. Er ontstaan combinaties van middelen
waar je het budget aan uitgeeft productcombinaties.
Budgetlijn: deze lijn geeft alle mogelijke productcombinaties die je maximaal kunt kopen
met een bepaald budget. De budgetlijn laat zo zien welke productcombinaties binnen een
budget passen en welke niet.
Alle product combinaties op en onder de budgetlijn kunnen worden aangeschaft.
Budget = (prijs goed 1 x aantal goed 1) + (prijs goed 2 x aantal goed 2)
, Met verschuiving va de budgetlijn kan twee oorzaken hebben:
1. Budget veranderd
2. Prijs veranderd
Door een stijging van het budget verschuift de budgetlijn van de oorsprong af, terwijl de
helling van de budgetlijn gelijk blijft.
In het algemeen geldt het volgende als de prijs van een product verandert, dan verandert de
helling van de budgetlijn.
(een budget lijn verschuift niet omhoog/omlaag maar naar rechts/links)
§2.1 wederzijds voordeel:
Een ruil komt tot stand wanneer er beide partijen er baat bij hebben. Zo ontstaat er
wederzijds voordeel.
Bij een ruil zijn twee middelen betrokken: de middelen die geruild worden.
Middel aanbiedt aanbieder
Middel vraagt vrager
Zonder ruil maakt iedereen alleen gebruik van de middelen die hij al heeft; iedereen is
zelfvoorzienend. In dat geval is er sprake van een economie in autarkie.
Om te kunnen ruilen moet de ruilverhouding bekend zijn.
De ruilverhouding = de waarde van het ene middel uitgedrukt in het aantal eenheden van
het andere middel.
§2,2 eigendomsrechten, transactiekosten en instituties:
De wettige eigenaar van een middel is vastgelegd in het eigendomsrecht. Een ruil is dan niets
anders dan de overdracht van eigendomsrechten. Deze rechten zijn terug te vinden in
officiële documenten (bijv. kassabon).
In dat geval is het eigendomsrecht vastgelegd in een patent, ook wel octrooi genoemd.
Patent staat vast wie de rechtmatige eigenaar is van een nieuw ontwikkeld middel.
Patenten vormen zodoende een bescherming tegen het kosteloos kopiëren van een vinding.
Schaduwzijde van patent ontstaat monopolie: situatie waarbij het nieuwe middel maar
door een partij wordt aangeboden (monopolist kan hoge prijzen vragen).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller danillevannorel. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.