Ecologie
Een ecoloog aan het werk
Biotische factoren: invloeden afkomstig van de levende natuur. Bijv: soortgenoten, predatoren,
prooidieren, ziekteverwekkers.
Abiotische factoren: invloeden afkomstig van de levenloze natuur.
Bijv: klimaat temp licht wind neerslag bodemgesteldheid zuurstofgehalte zoutgehalte stroming
Drie mogelijke ontwikkelingen in een ecosysteem:
1. één evenwicht: schommeling van aantallen van verschillende populaties rond een bepaalde
waarde
2. twee evenwichten: heen en weer gaan tussen twee min of meer stabiele situaties, met twee
verschillende kantelpunten van de een naar de ander terug.
3. chaos: een ongeordend en onvoorspelbaar verloop van de aantallen in de verschillende
populaties.
De organisatieniveau's van de ecologie
Biosfeer (+- systeem aarde): het gedeelte van de aarde en de atmosfeer dat door organismen
bewoond wordt.
Ecosysteem: een min of meer natuurlijk begrensd deel van de biosfeer, zoals een duingebied, een
heideveld. Ieder ecosysteem heeft kenmerkende biotische en abiotische factoren.
Populatie: een groep individuen van dezelfde soort in een bepaald gebied, die samen onderling
kunnen voortplanten.
Individu: een enkel organisme.
Emergente eigenschappen: eigenschappen die wel gelden op het organisatieniveau van de
populatie, maar niet op dat individu. Bijvoorbeeld heeft een populatie dichtheid als emergente
eigenschap. Ook zijn biodiversiteit (verschillende soorten) en complexiteit (de ingewikkeldheid van
de relaties tussen soorten) emergente eigenschappen.
Molecuul: ecologen doen ook onderzoek aan DNA. DNA in de bodem geeft informatie over de daar
levende organismen.
Individuen
Tolerantie: het vermogen van organismen om schommelingen in een abiotische factor te
verdragen.
Verspreidingsgebied (areaal): het gebied op aarde waar
individuen van een bepaald soort voorkomen. Soorten met
een grote tolerantie hebben een groot verspreidingsgebied.
Een optimumkromme voor een abiotische factor geeft weer:
- de tolerantiegrenzen (min en max)
- tolerantiegebied (traject tussen min en max)
- optimum (meest gunstige waarde)
1
, Klimaat
Klimaat: een combinatie van verschillende abiotische factoren zoals licht wind water neerslag. Voor
waterorganismen spelen abiotische factoren zoals temperatuur, zuurstofgehalte, zoutgehalte, licht
en stroming een belangrijke rol.
Macroklimaat: Grote gebieden waarbinnen het zelfde klimaat heerst.
Temperatuur
De temperatuur heeft een grote invloed op de verspreiding van planten en dieren over de wereld.
Chemische processen in organismen worden geregeld door enzymen. De enzymactiviteit is
afhankelijk van de temperatuur.
Dieren met een constante lichaamstemperatuur hebben in het algemeen een groot tolerantie
gebied voor de temperatuur. Bij hogen temperaturen moeten zij warmte kwijt raken.
Licht
Zonplanten groeien het best bij een hoge lichtintensiteit. Schaduwplanten bij lage lichtintensiteit.
De daglengte heeft bij veel organismen invloed op het tijdstip van voortplanting.
Lucht
Bij planten kan de wind voor de bestuiving en/of de verspreiding van zaden zorgen. De wind
bevordert de verdamping van water uit de bladeren.
Water
Planten hebben aanpassingen aan de hoeveelheid water in hun omgeving (bijv. de grootte van het
wortelstelsel, de dikte van de bladeren en het aantal huidmondjes).
Landplanten hebben aan de buitenkant van de bladeren een cuticula (waslaagje). Vaak hebben ze
alleen aan de onderkant van de bladeren huidmondjes.
waterplanten hebben weinig stevige delen. het wortelstelsel is klein of afwezig. De huidmondjes
bevinden zich aan de bovenkant van de bladeren. In de stengels
Dieren in een droog milieu hebben een huid die ondoordringbaar is voor water, en een
geconcentreerde urine.
Bodemgesteldheid
Zand heeft grote bodemdeeltjes, bevat veel lucht en weinig water. Klei heeft kleine bodemdeeltjes,
bevat weinig lucht en veel water. Humus verbetert de structuur van de bodem. De pH van de
bodem is van invloed op de plantengroei.
Populatie dichtheid: gemiddeld aantal individuen per oppervlakte-eenheid of per volume eenheid.
Factoren die van invloed zijn op de populatiedichtheid:
- dichtheidsAFhankelijke factoren:
- predatie
- parasitisme
- ziekte
- voedsel concurrentie
- dichtheidsONafhankelijke factoren:
- klimaat
- invloed van de mens
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller loisneut. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.95. You're not tied to anything after your purchase.