100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Oefenvragen en antwoorden tentamen Goederen- en insolventierecht $6.44
Add to cart

Exam (elaborations)

Oefenvragen en antwoorden tentamen Goederen- en insolventierecht

 1 purchase
  • Course
  • Institution

Uitwerking van tentamenvragen, zowel vragen als antwoorden. Verdeeld per leerstuk van goederen- en insolventierecht.

Preview 4 out of 43  pages

  • November 4, 2023
  • 43
  • 2022/2023
  • Exam (elaborations)
  • Questions & answers
avatar-seller
Goederen- en Insolventierecht - Erasmus Universiteit Blok 2 - B2

Samenvatting van alle Tentamens per onderwerp



Keuze voor Beperkte Rechten

Vraag 1 - Keuze Beperkte rechten
A is eigenaar van een stuk grond waarop hij een motorcrossbaan heeft aangelegd. Omdat hij geld nodig heeft,
wil hij het stuk grond verkopen aan motorcrosser B, die de motorcrossbaan als oefencircuit wil gaan gebruiken.
A wil de motorcrossbaan echter ook nog enkele keren per week kunnen gebruiken na de verkoop. Bovendien
wil hij daar ook ‘s avonds kunnen racen. A, die geen andere stukken grond in eigendom heeft, wil daarom bij de
verkoop bedingen dat:

- B moet toestaan dat A na de overdracht van het stuk grond op de motorcrossbaan zal blijven racen;
- B zal zijn gehouden om een verlichtingsinstallatie naast de motorcrossbaan te plaatsen.

A weet dat de kans bestaat dat B de grond ooit zal overdragen aan een derde. A wil daarom zoveel mogelijk
zekerheid hebben dat hij de bovenstaande bedingen ook jegens die derde zal kunnen afdwingen.

1. Voor welke rechtsfiguur (of rechtsfiguren) moet A kiezen om zo veel mogelijk zekerheid te hebben dat
hij het eerste beding ook jegens de derde kan afdwingen? Geef aan hoe sterk de zekerheid voor A
precies is. Motiveer uw antwoord.
2. Voor welke rechtsfiguur (of rechtsfiguren) moet A kiezen om zo veel mogelijk zekerheid te hebben dat
hij het tweede beding ook jegens de derde kan afdwingen? Geef aan hoe sterk de zekerheid voor A
precies is. Motiveer uw antwoord.

Antwoord
(1) Hij moet kiezen voor een kwalitatieve verplichting: art. 6:252 lid 1 BW. Het gaat immers om een negatieve
verplichting die wordt opgelegd aan een registergoed. Een erfdienstbaarheid kan niet, omdat er geen heersend
erf is. Een kwalitatieve verplichting biedt veel zekerheid, omdat de verplichting automatisch mee overgaat op
de nieuwe eigenaar van het registergoed (in casu het stuk grond).

(2) Hij moet kiezen voor een kettingbeding. Erfdienstbaarheid en kwalitatieve verplichting kunnen niet, omdat
het om een positieve verplichting gaat (de uitzonderingen bij de erfdienstbaarheid die op positieve
verplichtingen zien, zijn hier ook niet aan de orde; bovendien is nog steeds sprake van één erf). De zekerheid die
een kettingbeding biedt is niet heel sterk, omdat de ketting kan worden doorbroken (bv. overdrager legt het
beding niet op aan zijn koper of de koper accepteert het niet).

,Vraag 2 - Keuze voor beperkte rechten
Jansen spreekt met zijn tante De Wit af dat hij elke week van zaterdag 11.00 uur tot zondag 20.00 uur van een
deel van haar tuin gebruik zal mogen maken. Stel dat ze naar de notaris gaan om dit aldus vast te laten leggen
in de vorm van een erfdienstbaarheid. De notaris zegt echter dat hij dit met slechts deze gegevens niet zal
kunnen doen, omdat hij er niet zeker van is dat aan alle voorwaarden voor het vestigen van een
erfdienstbaarheid is voldaan.

A. Aan welke voorwaarde is volgens de notaris niet voldaan? 1 voorwaarde.
Antw: Of er een heersend erf is.

Stel dat aan de voorwaarde die u onder b heeft genoemd is voldaan en dat de erfdienstbaarheid wel tot stand
komt.

B. Als De Wit dan haar grond overdraagt aan De Vries, waarom is De Vries dan gehouden te dulden dat
Jansen wekelijks in zijn tuin zit? 1 term.
Antw: Zaaksgevolg/droit de suite

Stel dat ze ook in de vestigingsakte van de erfdienstbaarheid opnemen dat Jansen in ruil voor het genot van de
erfdienstbaarheid wekelijks het gras van De Wit zal maaien.

C. Is een latere koper van het erf van Jansen dan ook gebonden aan die verplichting?
Ja/Nee en motivering, 1 zin + wetsartikel.
Antw: Nee, een retributie kan alleen in geld bestaan, art. 5:70 BW (5:71 lid 2 BW: is alleen van
toepassing als tante De Wit zou moeten maaien)

D. Jansen en De Wit willen dat al hun beider rechtsopvolgers gebonden zijn door, respectievelijk
aanspraak kunnen maken op, de bijkomende verplichting tot het maaien van het gras.
Om welke twee redenen kan die verplichting niet in de vorm van een kwalitatieve verplichting worden
gegoten?



Antw: In dat geval vindt er een wisseling plaats en wordt als het ware het erf van Jansen het dienend
erf. De redenen zijn:
1. een kwalitatieve plicht kan alleen bestaan in een dulden of niet doen
2. er is alleen derdenwerking aan de passieve zijde (niet aan de zijde van De Wit; een
kwalitatieve verplichting gaat alleen over aan de kant van het dienend erf).



E. Jansen heeft recent als enig erfgenaam een stuk grond geërfd dat aan zijn eigen grond grenst. Hij wil
graag van de eerstgenoemde grond gebruik maken om sneller naar het dorp te kunnen gaan.

Waarom kan daarvoor geen erfdienstbaarheid worden gevestigd? 1 zin.
Antw: Heersend en dienend erf mogen niet in een hand zijn/Omdat beide stukken grond van Jansen
zijn.

,Vraag 3 - Keuze beperkte rechten
Aarts wil met Bastiaanse afspreken dat Bastiaanse en zijn rechtsopvolgers over het land van Aarts mogen lopen
en dat de rechtsopvolgers van Aarts dit ook moeten dulden. Aarts en Bastiaanse vestigen om dit vast te leggen
een erfdienstbaarheid.

A. Wat zijn de vestigingsformaliteiten voor deze erfdienstbaarheid?
Twee wetsartikelen en de formaliteiten.
Antw: Art. 3:98 jo 89 BW: notariële akte en inschrijving daarvan in de openbare registers.

B. Waarom kiezen Aarts en Bastiaanse voor een erfdienstbaarheid en niet voor het vestigen van een
kwalitatieve verplichting?
Antw: Een kwalitatieve verplichting bindt wel Aarts en zijn rechtsopvolgers, maar geeft geen recht aan
de rechtsopvolgers van Bastiaanse.

C. Als Aarts zijn land overdraagt aan Cornelisse, op grond van welk beginsel is Cornelisse dan gehouden
om te dulden dat Bastiaanse en zijn rechtsopvolgers over zijn land lopen? Een term.
Antw: Zaaksgevolg

D. Als Aarts en Bastiaanse in de erfpachtakte de afspraak vastleggen dat Aarts bij de erfdienstbaarheid
verplicht is de weg waarover gelopen mag worden goed te onderhouden, zijn de rechtsopvolgers van
Aarts dan aan die verplichting gebonden?
Antw: Ja, weliswaar moet in beginsel een erfdienstbaarheid bestaan uit een dulden of een
niet doen, maar volgens art. 5:71 lid 2 BW kan de last ook inhouden de verplichting tot onderhoud van
werken op het dienende erf zoals de weg die daar kennelijk loopt.



Vraag 4 - Keuze beperkte rechten - Opstal
Bijvank bouwt op de grond een huis en gaat erin wonen.
A. Wanneer de gemeente Aris en Bijvank geen nadere afspraken maken, zal het huis van de gemeente
Aris zijn. Waarom is dat zo?
Antw: (vanwege natrekking, art. 5:20 lid 1 sub e/5:3 BW)

B. De gemeente Aris en Bijvank kunnen dit voorkomen. Welk recht moeten zij daarvoor in het leven
roepen en waarop moet dat dan worden gevestigd? Recht en waarop.
Antw: Opstalrecht op de grond (art. 5:101 lid 1 BW)

, Vraag 5 - Keuze beperkte rechten - Erfdienstbaarheid
Harm en Myra zijn buren in Kralingen. Zij willen afspreken dat Harm maandelijks het gras op het stuk grond van
Myra komt maaien.

A. Kunnen Harm en Myra deze afspraak vastleggen in de vorm van een erfdienstbaarheid?
Antw: Nee, een positieve verplichting (gras maaien) kan geen erfdienstbaarheid zijn, art. 5:71 lid 1
eerste zin BW
OF Nee, het gaat in casu niet om een dulden of niet doen, art. 5:71 lid 1 eerste zin BW.

B. Kunnen Harm en Myra deze afspraak vastleggen in de vorm van een kwalitatieve verplichting?
Antw: Nee, een positieve verplichting (gras maaien) kan geen kwalitatieve verplichting zijn, art. 6:252
lid 1 BW
OF Nee, het gaat in casu niet om een dulden of niet doen, art. 6:252 lid 1 BW.



Vraag 6 - Keuze beperkte rechten - Erfpacht
​Stel dat het voornoemde recht van erfpacht rechtsgeldig is gevestigd. Harm start vervolgens met de bouw van
het schuurtje op het erf van Myra. Tussen Harm en Myra ontstaat enige tijd later discussie over de eigendom
van het schuurtje. Harm claimt dat hij eigenaar is geworden van het schuurtje, Myra claimt van niet.

A. Wie heeft gelijk? (naam + motivering + wetsbepaling(en)
Antw: Myra heeft gelijk, omdat zij door natrekking eigenaar is geworden van het schuurtje, art. 5:20
lid 1 sub e BW.

Stel nu dat Harm en Myra geen recht van erfpacht, maar een erfdienstbaarheid van overpad op het stuk grond
van Mayra vestigen. Vervolgens verkoopt Harm zijn perceel aan Liselotte.

B. Op grond waarvan kan Liselotte de erfdienstbaarheid van overpad uitoefenen?
Antw: Afhankelijkheid.



Vraag 7 Keuze beperkte rechten - Vruchtgebruik
De heer Jansen is lange tijd goed verzorgd door zijn huishoudelijke hulp De Wit en zijn vrouw De Wit Klasen. Hij
wil hen hiervoor bedanken en geeft hun in zijn testament bij legaat een kosteloos recht van vruchtgebruik op
zijn grond met huis, zijn auto en zijn vordering op Kras van 10.000. Kras moet 10 % rente per jaar betalen en
deze aflossingsvrije schuld moet op 1 januari 2020 worden terugbetaald.
A. Tot welke dag duren deze rechten van vruchtgebruik wanneer hierover niets is neergelegd in het
testament?
Antw: Tot de dag dat De Wit en De Wit-Klasen dood zijn.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Ingestudie. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.44. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64450 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$6.44  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added