Lesnotities slides van Financiële Instellingen gegeven door prof Jos Meir. Omvat uitgebreide nota's bij lessen omtrent Module 1: taken, producten en risico's van een bank. Module 2 en 3 worden later apart ge-upload.
Wat zijn financiële instellingen?:
- Banken: spreektaal, kredietinstelling: juridisch correcte term
- Ondernemingen waarvan de werkzaamheden bestaan in het van het publiek ontvangst
nemen van gelddeposito’s EN het verlenen van kredieten voor eigen rekening.:
Twee taken: in ontvangt nemen deposito’s EN verlenen kredieten
Geld verkregen door taak één gebruikt voor het verlenen van geld taak twee
Intermediaire instelling tussen spaarder en lener
Voor eigen rekening: verlies van geld leningen opgevangen door bank zelf
particulier kan enkel geld verliezen indien BANK failliet gaat -> risico zeer laag,
overheid staat garant voor op te vangen verliezen bank
TAAK 1: Intermediatie + transformatie (belangrijkste taak)
Banken ontvangen deposito’s die men omzet naar kredieten -> te gemoed komen aan noden van
beide partijen:
- Kredietgever: deposito’s -> geeft een krediet aan de bank in ruil voor intresten
particulier, bedrijf, gezinnen
- Kredietnemer: kredieten -> lenen van bank tegen een bepaalde intrest
bovenop andere partijen komt de OH (moet begrotingstekort financieren)
- BANK: staat in voor omzetting deposito naar krediet (schaal, termijn, munt)
Alternatief voor bank: financiële markt = obligaties, aandelen
ook hier spaaroverschotten gebruiken om degene met een spaartekort soelaas te bieden
MAAR inzake transformatie kan bank meer opties en voordelen bieden
Transformatie volgend uit intermediatie inzake termijn, schaal, munt:
1. Termijn: KT LT (belangrijkst)
LT deposito’s < LT kredieten (voorkeur: looptijd op langer termijn)
Gemiddelde looptijd deposito’s = 0 -> kredietgever moet steeds in staat zijn om over
geld te beschikken, TENZIJ kasbon op vastgesteld termijn
Bank probeert deze voorkeuren te verzoenen door het termijn te transformeren
meerdere deposito’s gebruiken om bepaald krediet te kunnen verlenen
2. Schaal: omvang klein groot
Gemiddelde omvang deposito < gemiddelde omvang krediet
Bank neemt kleine deposito’s samen om aan het grotere bedrag van het krediet te
komen -> KG: kleine omvang KN: grote omvang
, Module 1: Taken, producten en risico’s
Vb: obligaties verkopen aan individuele beleggers -> veel individuen verschaffen toch
grote som geld om te kunnen investeren
3. Munt: munt A munt B
Verschillende munteenheden met elkaar verzoenen
Gebeurt NIET door elke bank
Debetrente Creditrente
- wordt door bank ontvangen door de - wordt door bank uitgekeerd aan de
kredietnemer kredietgevers als vergoeding
- rente die bank krijgt - rente die bank betaalt
ACTIEF: PASSIEF:
Materiële vaste activa Eigen vermogen
Kredieten (vorderingen van klanten) Deposito’s (schulden bij klanten)
Gezonde situatie indien som alle debetrentes > som creditrentes RENTEWINST
Financiële markt: enkel transformatie inzake schaal
bank: transformatie inzake termijn, munt, schaal
Geen kapitaalrisico zoals op FM
Vb: spaarboekje: rente + geld meteen beschikbaar -> geen equivalent op FM
Op FM kunnen enkel grote bedrijven gefinancierd worden (bv: uitgeven obligatie is enige
optie) Bank geeft krediet aan IEDEREEN
VOORDELEN
Kredietgever Kredietnemer
+ grote keuze aan beleggingsproducten + ideale financieringsbron voor KMO’s
(bestemming geven aan geld) + voor beide partijen: verzoening
+ enkel verlies indien bank faalt voorkeursprofielen via transformatie
(kredieten voor eigen rekening bank)
GEVOLG INTERMEDIATIE: rentewinst
= verschil tussen ontvangen (debetrente) en betaalde (creditrente) rente (€)
DR > CR = rentewinst
rentemarge = rentewinst = % -> 3 bestanddelen (zie figuur slides)
Balanstotaal
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller studenthw123. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.40. You're not tied to anything after your purchase.