H11. Ondernemingsrecht
1.Onderneming
Volgens art. 1 onder C Wet op de ondernemingsraden, is een onderneming: elk in de
maatschappij als zelfstandige eenheid optredend organisatorisch verband waarin krachtens
arbeidsovereenkomst of krachtens publiekrechtelijke aanstelling arbeid wordt verricht.
Ondernemers hebben voor de juridische vorm van hun onderneming keuze uit veel
rechtsfiguren.
2.Ondernemingen zonder rechtspersoonlijkheid
2.1. Eenmanszaak, zzp’ers zijn vrijwel altijd een eenmanszaak. Voor de oprichting bestaan
vrijwel geen juridische formaliteiten. Vereiste is wel dat zij wordt ingeschreven in het
handelsregister, dit op grond van art. 5 Handelsregisterwet 2007. Dit register bevindt zich bij
de kamer van koophandel. De wetgever heeft bij een eenmanszaak geen scheiding
aangebracht tussen ondernemings-/privévermogen. Deze is met zijn gehele vermogen
aansprakelijk voor schulden van zijn onderneming. Wanneer een ondernemer gehuwd is in
gemeenschap van goederen dan is het gezamenlijke vermogen aansprakelijk. Om dit te
voorkomen moeten er huwelijkse voorwaarden opgesteld worden waarbij gemeenschap van
goederen wordt uitgesloten.
2.2. Maatschap: overeenkomst waarbij twee of meer mensen zich verbinden om iets in
gemeenschap te brengen, met het oogmerk om het daaruit behaalde voordeel met elkaar te
delen (art. 7A:1655 BW). Aan de totstandkoming stelt de wet geen bijzondere eisen. Er
gelden slechts gewone vereisten voor het aangaan van een overeenkomst zoals in boek 6 BW.
We onderscheiden stille en openbare maatschappen. Een stille maatschap treedt niet naar
buiten in het economische verkeer en is dus als maatschap voor de buitenwereld onzichtbaar.
Als de maten met het voeren van één naam deelnemen aan het maatschappelijke verkeer is er
spraken van een openbare maatschap. De vraag is of het vermogen van de maatschap los
staat van het privévermogen van de maten. De HR heeft besloten dat voor de openbare
maatschap geldt dat deze een afgescheiden vermogen heeft. Bij een stille maatschap ontbreekt
een afgescheiden vermogen: crediteuren kunnen voor verhaal alleen bij de maten zelf terecht.
In beginsel deelt iedere vennoot naar evenredigheid van zijn inbrengen in de winsten en de
verliezen van de maatschap. Art. 7A:1670 BW: Het aandeel in de winst/verlies van de
vennoot die alleen arbeid heeft ingebracht, staat gelijk met het aandeel van de vennoot met de
kleinste inbreng in geld/goederen. Art. 7A:1671 BW: Zij kunnen echter niet bedingen dat zij
de beslissing over hun winstverdeling aan een van hen of aan een derde zullen overlaten. Art.
7A:1672 BW: Zij mogen ook niet afspreken dat alle voordelen een van de vennoten
toekomen, maar het is wel geoorloofd te bedingen dat sommige geen verliezen hoeven te
dragen. We onderscheiden twee rechtshandelingen die maten kunnen verrichten:
Beheersdaden, dit zijn alle handelingen die behoren tot de normale dagelijkse uitoefening
van de maatschap. Een maat heeft niet de toestemming nodig van andere maten voor het
verrichten van beheersdaden. Hij is echter wel zelf aansprakelijk t.o.v. de crediteur.
Beschikkingsdaden betreffen niet-alledaagse juridische aangelegenheden, zoals het kopen of
huren van een kantoorpand. Deze bevoegdheid komt aan alle maten samen toe.
2.2.1. Vennootschap onder firma
VOF is een bijzondere vorm van de maatschap overeenkomst. Als een maatschap naar buiten
toe optreedt als een maatschap ter uitoefening van een bedrijf, en dit doet onder een
gemeenschappelijke naam, dan is er sprake van een vof zoals beschreven in art. 16 Wetboek
van Koophandel (Wvk). Een vof heeft een afgescheiden vermogen. Crediteuren kunnen een
vordering eerst op het vermogen van de vof verhalen en daarna nog wanneer nodig op de
privévermogens van de vennoten. De vennoten zijn ieder hoofdzakelijk aansprakelijk op
grond van art. 18 WvK. Iedere vennoot die daarvan niet is uitgesloten, is bevoegd in naam
,van de vof te handelen, gelden uit te geven en te ontvangen, en derde aan de vennootschap
binden (art. 17 WvK). Dit is een verschil met de stille en openbare maatschap waar een
vennoot in beginsel een volmacht nodig heeft als hij andere vennoten wilt binden aan een
overeenkomst met derden.
2.2.2 Commanditaire vennootschap (cv): Een variant op de VOF. Deze vorm kent een
beherende vennoot en een stille vennoot. Bij een gewone vof voeren alle vennoten
gezamenlijk het beheer, terwijl zij ook naar buiten toe optreden. De cv kent daarnaast de stille
vennoten: deze voeren geen beheer en treden niet naar buiten toe, de buitenwereld merkt niets
van hen. Zij zijn vennoten omdat ze de cv geldt hebben gegeven: ‘vennoot bij wijze van
geldschieting’. De stille vennoot is draagplichtig voor verliezen van de cv tot het bedrag dat
hij zelf ingebracht heeft dit op grond van art. 20 lid 3 WvK. Zijn risico is dus tot dat bedrag
beperkt, terwijl beherende vennoten voor schulden van de cv hoofdelijk aansprakelijk zijn met
hun volledige privévermogen.
3. Ondernemingen met rechtspersoonlijkheid.
3.1 Algemeen: Het rechtspersonenrecht is geregeld in boek 2 BW. De staat kent belangrijke
organisaties met rechtspersoonlijkheid zoals de Staat, provincies, gemeenten en
waterschappen. Andere openbare organisaties waaraan een deel van de overheidstaken is
opgedragen, kunnen bij op krachtens de wet eveneens rechtspersoonlijkheid verkrijgen:
rijksuniversiteit. Op grond van art. 2:2 BW hebben kerkgenootschappen ook
rechtspersoonlijkheid. De derde categorie rechtspersonen zijn privaatrechtelijke
rechtspersonen, deze worden in art. 2:3 BW genoemd: verenigingen, coöperaties, onderlinge
waarborgmaatschappijen, naamloze vennootschappen, besloten vennootschappen met
beperkte aansprakelijkheid en stichtingen. Dit is een gesloten systeem dat limitatief is voor
het Nederlandse recht maar niet met betrekking tot het Europese recht.
Statuten: Statuten gelden als wet. Zo zullen besluiten die door rechtspersoon worden
genomen vallen binnen de grenzen en bevoegdheden die in die statuten zijn vastgelegd. De
statuten vormen het bouwwerk waarbinnen de activiteiten van elke rechtspersoon zich
afspelen.
Oprichting: De wet eist voor de oprichting van een privaatrechtelijke rechtspersoon een
notariële akte. Deze akte van oprichting moet de statuten bevatten met daarin de naam, de
zetel en het doel van de vennootschap, zie art. 2:66 en 117 BW. Een rechtspersoon moet altijd
worden ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Zonder
inschrijving zijn zij namelijk hoofdelijk aansprakelijk voor alle rechtshandelingen van de
rechtspersoon, zie art. 2:69 en 180 BW.
Vertegenwoordiging: De personen die het meest namens de rechtspersoon handelen zitten in
het bestuur. De bevoegdheid van het bestuur om de rechtspersoon te vertegenwoordigen is
voor elke soort rechtspersoon in de wet vastgelegd.
Voordelen van de rechtspersoon:
1. Beperking van de aansprakelijkheid: Rechtspersoon heeft een gescheiden
vermogen. Daarom lopen aandeelhouders in een rechtspersoon geen groter risico dan
dat hun aandeel zijn waarde verliest. Een en ander is voor de NV en BV vastgelegd in
art. 2:64 en 2:175 lid 1 BW.
2. Continuïteit van de onderneming is verzekerd, deze is niet aan het vermogen van
ondernemers gebonden, maar aan de rechtspersoon zelf. Zo is het faillissement of de
dood van een ondernemer niet van invloed op het bestaan van de onderneming.
3. Financiële motieven: eenvoudig om kapitaal aan te trekken. Rechtspersonen zijn
onderworpen aan vennootschapsbelasting: het tarief daarvan is aanmerkelijk lager
dan het progressieve tarief van de inkomstenbelasting.
,3.2NV & BV: Art. 2:64 BW geeft de definitie van een NV als: ‘Naamloze vennootschap is
een rechtspersoon met een in overdraagbare aandelen verveeld maatschappelijk kapitaal’. Art.
2:175 lid 1 BW omschrijft BV als volgt: ‘Besloten vennootschap met beperkte
aansprakelijkheid is een rechtspersoon met een in een of meer overdraagbare aandelen
verdeeld kapitaal.’ De NV heeft een opener karakter en de BV een meer gesloten. De drie
belangrijkste verschillen zijn:
1. Soorten aandelen: Ze kunnen op naam of op toonder zijn:
BV kent uitsluiten aandelen op naam. Het bestuur van de BV is verplicht een
register bij te houden waarin de namen en adressen van de aandeelhouders zijn
opgenomen (art. 2:194 BW). Elke aandeelhouder heeft recht op een kosteloos
uittreksel van dit register. (Aandelen op naam zijn per definitie niet vrij
overdraagbaar).
De NV kan zowel aandelen op naam als op toonder uitgeven zie art. 2:82
BW. (Aandelen via de effectenbeurs zijn altijd op toonder).
2. Overdraagbaarheid van aandelen: Als hoofdregel geldt dat in een BV de aandelen
niet vrij overdraagbaar zijn, terwijl dat in een NV wel het geval is. De statuten van de
NV kunnen een blokkeringsregeling bevatten. De wetgever stelt in art. 2:87 BW wel
een grens aan de blokkeringsregeling bij de NV: de overdraagbaarheid van aandelen
mag niet onmogelijk of uiterst bezwaarlijk worden.
3. Omvang van kapitaal: Bij een NV moet het kapitaal ten minste 45.000 euro bedragen
op grond van art. 2:67 lid 2 BW. Soortgelijke regeling bestaat niet voor de BV.
3.2.1Organen van de NV en BV: Algemene ledenvergadering van aandeelhouders, het
bestuur, raad van commissarissen. Ondernemingsraad wordt ook als een orgaan van de NV en
BV beschouwd, als de ondernemingsraad niet gebaseerd is op het vennootschapsrecht van
boek 2 BW, maar op de Wet op de ondernemingsraden.
Algemene vergadering van aandeelhouders (hierna: a.v.a.): hebben de juridische
bevoegdheden die niet aan het bestuur toekomen op grond van art. 2:107/ 217 BW. Alleen de
a.v.a. kan de statuten wijzigen. De a.v.a. is bevoegd tot benoeming, ontslag en schorsing
van bestuurders en commissarissen. De a.v.a. heeft dus de uiteindelijke juridische macht in
een onderneming, terwijl de feitelijke macht bij de bestuurders ligt. Jaarlijks moet er minstens
1 algemene leden vergadering van aandeelhouders worden gehouden waarbij voor de NV
geldt dat dit binnen 6 maanden na afloop van het boekjaar (art. 2:108 en 218 BW). Bij de NV
wordt in ieder geval een a.v.a. gehouden binnen 3 maanden nadat het volgens het bestuur
aannemelijk is dat het eigenvermogen is gedaald tot een bedrag gelijk of lager dan de helft
van het gestorte deel van het kapitaal. Deze vergadering is dan bedoeld om met de
aandeelhouders te overleggen over maatregelen (art. 2:108a BW). Bij een belangrijke
gebeurtenis kan er een nieuwe vergadering worden uitgeschreven. Op grond van art. 2:96 en
2:206 BW is de a.v.a. bevoegd om nieuwe aandelen uit te geven, emissie. Volgens art. 2:96a
en 206 a BW hebben de bestaande aandeelhouders bij emissie een voorkeursrecht naar
evenredigheid van het gezamenlijke bedrag van hun aandelen. De a.v.a. kan het recht tot
emissie ook overdragen aan een ander orgaan. De wettelijke regeling van de BV bevat een
bijzondere bepaling over het uitkeren van dividend. Op grond van art. 2:216 BW is a.v.a. in
een BV bevoegd tot het vaststellen van de winstuitkering. De voorwaarden hiervoor is echter
dan het eigen vermogen van de BV groter moet zijn dan de reserves die krachtens de wet of
de statuten moeten worden aangehouden. Een besluit tot uitkering moet overigens de
goedkeuring hebben van het bestuur, zie art. 2:216 BW.
Bestuur: belast met het besturen van de NV/BV op grond van art. 2:129 en 239 BW.
Omvang van de bevoegdheden worden niet alleen bepaald door de statuten maar ook door de
wet. Zo staat in art. 2:101 en 210 BW dat a.v.a. de jaarrekening en jaarverslag vaststelt en in
, art. 2:130 en 240 BW dat het bestuur de vennoot vertegenwoordigd. De statuten kunnen de
bevoegdheden uitbreiden of beperken. De benoeming van besturen geschiedt de eerste keer
per notariële akte van oprichting en later door de a.v.a. De statuten kunnen bepalen dat dit
door de a.v.a. geschiedt op basis van bindende voordracht, waarbij de a.v.a. keuze heeft uit
voorgestelde personen. Iedere bestuurder kan worden ontslagen door degene die bevoegd is
tot hun benoeming (art. 2:134 en 244 BW). De bestuurder kan dan een procedure starten met
beroep op arbeidsovereenkomstrecht of ondernemingsrecht
Raad van commissarissen: Op grond van art. 2:140 en 250 BW kan bij de statuten worden
bepaald dat er een raad van commissarissen is. Deze houdt toezicht op het beleid van het
bestuur en de algemene gang van zaken. Verder staat hij het bestuur met raad terzijde. Om de
raad van commissarissen de gelegenheid te geven zijn adviserende en controlerende
werkzaamheden naar behoren uit te voeren, dient het bestuur tijdig de noodzakelijke gegevens
te verschaffen ex art. 2:141 en 251 BW. In verlengde van de controlerende taak bezit de raad
de bevoegdheid om bestuurders te schorsen.
4.Andere rechtspersonen:
Vereniging: rechtspersoon die opgericht is op een bepaald doel (art. 2:26 BW). Meestal is het
doel het behartigen van de belangen van de leden. Op grond van art. 2:26 lid 3 mag de winst
niet onder de leden verdeeld worden. De eventuele winsten moeten altijd aan de vereniging
zelf ten goede komen. Verengingen worden meestal opgericht voor onbepaalde tijd. Opricht
geschiedt bij meerzijdige rechtshandeling, overeenkomst tussen oprichters. Deze kan in een
notariële akte (art. 2:27 BW) worden vastgelegd, maar dat hoeft niet. Wanneer deze ontbreekt
is de vereniging niet nietig, maar is er sprake van een informele vereniging. Het ontbreken
leidt wel tot een aantal rechtsgevolgen: formele vereniging kan geen registergoederen
verkrijgen en geen erfgenaam zijn (art. 2:30 BW). Bestuurders zijn hoofdelijk aansprakelijk
voor schulden van de vereniging. Verder is de informele vereniging niet verplicht om in
geschreven te staan in het handelsregister van de Kamer van Koophandel, dit is de normale
vereniging wel (art. 2:29 BW).
Algemene ledenvergadering: hebben alle bevoegdheden die krachtens de wet/ statuten de
andere organen niet toe komen (art. 2:40 BW). In beginsel heeft ieder lid toegang tot de a.v.a.
(art. 2:38 BW), ieder lid heeft één stem. Lidmaatschap is persoonlijk tenzij de statuten ander
bepalen (art. 2:34/35). Tenzij de statuten anders bepalen beluit het bestuur over toelating van
een lid en bij niet-toelating kan de a.v.a. alsnog tot toelating besluiten (art. 2:33 BW).
Bestuur: het in de statuten omschreven bestuur. Soms delegeert het bestuur een deel van zijn
bevoegdheden aan een dagelijks bestuur/ directie. De statuten/wet van de vereniging kunnen
de bevoegdheden van het bestuur beperken (art. 2:44 lid 2 BW). Alleen als het uit de statuten
voortvloeit, is het bestuur bevoegd tot overeenkomsten aangaan tot verkrijging, vervreemding
en bezwaring van registergoederen, hetzelfde geldt voor het aangaan van overeenkomsten
waarbij de vereniging garant staat voor de schulden van derde. Bestuurders kan verenigingen
kunnen ex art. 2:9 BW persoonlijk aansprakelijk gesteld worden. Het bestuur wordt in
beginsel benoemt uit leden door de a.v.a. maar de statuten kunnen de benoeming anders
regelen. Een belangrijke taak is het vertegenwoordigen van de vereniging (art. 2:45 BW), dit
is een collectieve bevoegdheid. Het bestuur moet financiële verantwoording aan hun
toezichthouder de a.v.a. afleggen. De a.v.a. benoemt elk jaar een kascommissie die bestaat uit
min. 2 leden. Die geen deel uitmaken van het bestuur, deze controleren of het bestuur de
jaarrekening juist gemaakt heeft. Ex art. 2:48 BW moet het bestuur tevens verslag doen over
de gang van zaken in de vereniging en over het gevoerde beleid aan de a.v.a.
Coöperatie: ‘Bij notariële akte opgericht vereniging’ (art. 2:53 lid 1 BW). Komt met name
vooral voor in de agrarische sector. Coöperatie oefent voor hun leden een bedrijf uit, volgens
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller liesxx2020. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.85. You're not tied to anything after your purchase.