Hoofdstuk 6
Het aangaan van huwelijk en GP
§6
Het BW stelt verschillende eisen aan de personen die met elkaar willen trouwen. In de eerste
plaats mogen er geen huwelijksbeletselen zijn. binnen de in dat kader gestelde eisen wordt
onderscheiden ‘absolute’ en ‘relatieve’ inwendige ofwel ‘materiële’ huwelijkse vereisten.
Ten tweede moeten voor de totstandkoming van een geldig huwelijk ook de ‘uitwendige’
ofwel ‘formele’ huwelijkse vereisten (vormvoorschriften) in acht worden genomen.
De absolute inwendige vereisten inwendige vereisten gelden voor ieder persoon, ongeacht
met wie deze wil trouwen. Het eerste vereiste is dat de aanstaande echtgenoten de huwbare
leeftijd van 18 jaar moeten hebben bereikt.
De huidige wet kent twee uitzonderingen op het leeftijdsvereiste. Een specifieke uitzondering
betreft de situatie dat de aanstaande echtgenoten de leeftijd van 16 jaar hebben bereikt en
de vrouw een verklaring van een arts overlegt dat zij zwanger is dan wel reeds haar kind ter
wereld heeft gebracht.
Naast deze specifieke regel kent de wet de algemene uitzondering dat de minister van V&J
partijen op grond van een gewichtige reden ontheffing kan verlenen van dit vereiste. De
minister kan deze ontheffing ook verlenen aan personen aan die geen 16 jaar oud zijn, want
de wet stelt hieraan geen minimum leeftijdsgrens. De gewichtige reden kunnen zijn;
- Zwangerschap of bevalling van een kind door een vrouw onder de 16 jaar
- Een levensbedreigende ziekte
- Elke andere reden die de minister zwaarwegend acht.
Minderjarigen die op grond van de uitzonderingen mogen trouwen, moeten wél de
toestemming van hun juridische ouders hebben of vervangende toestemming van de
rechtbank. Als een minderjarige onder voogdij is gesteld, moet deze bovendien toestemming
van zijn voogd verkrijgen.
Minderjarigen die een huwelijk stuiten, worden van rechtswege meerderjarig en derhalve ook
handelingsbekwaam. Dat is o.a. noodzakelijk om de gelijkheid van de echtgenoten te
verzekeren en de eventuele ouderlijke rechten van ouders jonger dan 18 jaar veilig te stellen.
De toestemming van partijen – in modern spraakgebruik aan te duiden als de vrije wil van
partijen – is vereist voor het sluiten van een geldig huwelijk. Als de geestvermogens van een
partij zodanig gestoord zijn dat deze niet in staat is om haar wil te bepalen of de betekenis
van haar wilsverklaring te begrijpen, is er sprake van het ontbreken van vrije wil. Een
zodanige stoornis kan het resultaat zijn van een geestesziekte, de invloed van drugs,
overmatig alcoholgebruik of andere oorzaken.
De ambtenaar van de burgerlijke stand die een algemeen kenbare stoornis waarneemt, moet
weigeren om het huwelijk te sluiten. Mocht een huwelijk onder deze omstandigheden toch
gesloten worden, dan kan het nietig worden verklaart.
Het begrip geestelijke stoornis valt in dit verband niet samen met een ondercuratele stelling.
Ook als daarvan geen sprake is, maar een persoon onder invloed van een geestelijke
stoornis verkeert, is (op dat moment) geen huwelijk mogelijk. En omgekeerd, een persoon
die wegens zijn lichamelijke of geestelijke toestand onder curatele is gesteld kan een heldere
periode hebben waarin hij zijn wil kan bepalen. In dat geval kan hij met toestemming van de
, kantonrechter een huwelijk sluiten. Iemand die wegens drank of drugsmisbruik onder
curatele is gesteld, kan trouwen met de toestemming van zijn curator of de vervangende
toestemming van de kantonrechter.
De vrije toestemming van partijen betekent dat de toestemming zonder dwaling of
ongeoorloofde dwang is gegeven. Onder dwaling wordt slechts begrepen de dwaling in de
persoon van de aanstaande echtgenoot of in de aard van de afgelegde verklaring. Onder
dwang wordt enkel verstaan een onrechtmatige ernstige bedreiging. (1:71 lid 2/1)
De wilsverklaring van partijen volgt in de huidige wetgeving simpel uit hun ‘ja-woorden’
tijdens de huwelijksvoltrekking.
Het monogamie-vereiste betekent dat geen van de aanstaande echtgenoten reeds met een
andere persoon getrouwd mag zijn of een GP heeft. Bigamie is strafrechtelijk verboden.
(einde absoluut)
De relatieve inwendige huwelijkse vereisten worden ‘relatief’ genoemd, omdat het
huwelijksbeletselen betreft die slechts in relatie tot een huwelijk met een concrete, bepaalde
persoon gelden.
Tussen de aanstaande echtgenoten mag geen te nauwe bloedverwantschap bestaan. Zo
mogen bloedverwanten in de rechte lijn en bloedverwanten in de zijlinie in de tweede graad
niet met elkaar in het huwelijk treden.
Onder bloedverwantschap wordt zowel juridische als feitelijke verwantschap verstaan.
Derhalve mag een biologische vader niet met zijn erkende biologische dochter trouwen,
evenmin als adoptieouders met hun adoptiekinderen. Broers en zussen door adoptie kunnen
de minister van V&J om een ontheffing vragen.
Aanverwantschap vormt geen belemmering voor het huwelijk.
(einde relatief)
De zogenoemde uitwendige huwelijkse vereisten zijn de vormvoorschriften die de wet aan de
geldige sluiting van een huwelijk stelt.
Het voltrekken van het huwelijk wordt voorafgegaan door de verplichte aangifte van het
huwelijk ondertrouw.
De aanstaane echtgenoten dienen in persoon of praktijk schriftelijk van hun voornemen om
het huwelijk te sluiten aangifte te doen bij de ABS van de woonplaats van een van de
partijen.
Als partijen – waarvan 1 nederlander is – geen woonplaats in NL hebben, wordt de aangifte
gedaan bij de ABS IN DenHaag. De ABS maakt van de aangifte een akte op.
De verplichte aangifte van het huwelijk is vervangen door het kenbaar maken van het
voornemen om in het huwelijk te treden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de
gekozen gemeente.
Als partijen, waarvan 1 NL’er is, geen woonplaats in NL hebben, kunnen zij hun voornemen
om in het huwelijk te treden uitsluitend kenbaar maken aan de ambtenaar van de burgerlijke
stand in Den Haag. Dat kan op traditionele wijze, dwz in persoon of schriftelijk, of langs
elektronische weg (elek niet verplicht voor gemeente). De partijen moeten in alle gevallen
hun naam, woonplaats, geboortedatum, en de namen en adressen van hun getuigen
overleggen. Of ook nog andere gegevens moeten worden overlegd, is afhankelijk van de
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller FatimaAL. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.