5 Waar of niet waar?
a Waar
b Wel en niet waar: de nettokracht is en blijft 0 bij een eenparige beweging
c Waar
d Waar Fring Fring
e Waar
6
a Zwaartekracht en kracht van de ringen.
b Alleen zwaartekracht.
c De turner valt naar beneden.
d Een versnelde beweging.
Fz
7
a De krachten van de kinderen op de wip werken naar beneden.
b De kracht van de ondersteuning op de wip zorgt voor evenwicht.
c Ze zitten niet precies even ver van het draaipunt af.
d De wip gaat links naar beneden.
e De volwassene moet dichter bij het draaipunt gaan zitten.
4.2 SOORTEN KRACHTEN
8 [W] Experiment: Een ‘zwaar’ voorwerp verplaatsen
9 [W] Experiment: Uitrekken van een elastiek en een veer
10 Waar of niet waar?
a Waar
b Niet waar: De grootte van de kracht is evenredig met de lengte van de getekende pijl.
c Waar
, d Niet waar: De normaalkracht is steeds loodrecht op de oppervlak en is niet altijd even
groot als de zwaartekracht.
e Niet waar: De veerkracht is evenredig met de uitrekking van de veer.
f Waar
g Niet waar: De schuifwrijvingskracht is evenredig met het gewicht.
h Niet waar: Als je met grote snelheid een bocht wilt nemen, is het handig om een grote
schuifwrijvingskracht te hebben.
i Niet waar: De luchtweerstandskracht is de kracht die de lucht uitoefent op het
voertuig.
11
a De sjoelsteen en de sjoelbak.
b De lucht en de motorfiets.
c De steen en de aarde.
d De kracht van de sjoelsteen op de sjoelbak werkt in bewegingsrichting.
De kracht van de sjoelbak op de sjoelsteen werkt tegen de bewegingsrichting in.
De kracht van de lucht op de motorfiets werkt tegen de bewegingsrichting in.
De kracht van de motorfiets op de lucht werkt in de bewegingsrichting.
De kracht van de aarde op de steen werkt naar het middelpunt van de aarde.
De kracht van de steen op de aarde werkt in de richting van de steen.
12
a Schuifwrijvingskracht.
b Luchtweerstandskracht.
c Rolweerstandskracht.
d Schuifwrijvingskracht.
13 Richting van de kracht Factoren die de
grootte van de kracht bepalen
A naar middelpunt aarde massa.
B naar de veer uitrekking, sterkte van de veer.
of: van de veer af indrukking, sterkte van de veer
C tegen bewegingsrichting in ruwheid contactoppervlak, gewicht.
D tegen bewegingsrichting in massa, vervorming van de banden, contactoppervlak.
E tegen bewegingsrichting in luchtdichtheid, stroomlijn, frontale oppervlakte, snelheid.
F loodrecht op het oppervlak gewicht, helling van de ondergrond, eventuele andere
krachten, zoals opwaartse kracht in water
G in de richting van het touw andere krachten op het touw.
14
a
b Groter worden Fvoorwaarts en Fw,lucht.
Fz , Fn en Fw,rol blijven gelijk.
c Fz , Fn en Fw,rol.
16
a
b Schuin naar beneden.
c Als de slee sneller gaat neemt de luchtweerstandskracht steeds meer
toe, totdat de nettokracht nul wordt. Dan is de snelheid constant.
17
a Voordeel: de raceauto wordt harder op de grond geduwd waardoor de banden meer
grip hebben.
Nadeel: de rolweerstand neemt toe.
b De normaalkracht, de rolweerstandskracht en de schuifwrijvingskracht.
c Hij glijdt minder makkelijk weg in de bocht door de grotere schuifwrijvingskracht.
18 [W] Experiment: Bungeejumpen
19 De eigenschappen van krachten zijn: grootte, richting en
aangrijpingspunt.
Verschillende krachten hebben verschillende oorzaken:
veerkracht: de uitrekking of indrukking van een veer
spankracht: de ‘uitrekking’ van het touw
zwaartekracht: de aarde, die aan elk voorwerp trekt
normaalkracht: de grond, die terugduwt
wrijvingskrachten: de wrijving tussen een voorwerp en het contactoppervlak
(schuifwrijving) of het voorwerp en de lucht (luchtweerstand)
of de interne vervorming (rolweerstand).
20
a Krachten op de man: Fz en Fn.
Krachten op de plank: Fgewicht.
b Fgewicht en Fn : deze zijn even groot, tegengesteld en werken op verschillende
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Yuna429. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.