Koolhydraten en lipiden
Levende organismen bestaan uit verbindingen die op het element koolstof gebaseerd zijn.
Koolstof blijkt het meest geschikt om grote complexe en van elkaar verschillende moleculen
te vormen. De meest belangrijke moleculen in levende organismen op aarde zijn
koolhydraten, lipiden, eiwitten en nucleïnezuren.
Polymeer reactie
De reactie die monomeren aan een polymeer of ander monomeer verbind is een dehydratie
reactie.
Dit is een reactie waarbij 2
moleculen een covalente binding
vormen door het verliezen van
een water molecuul. Het ene
molecuul geeft OH weg en het
andere molecuul geeft H weg en
zo komt H2O vrij. Deze reactie
word steeds herhaald wanneer er
monomeren aan de ketting binden
1 voor 1.
Polymeren worden dus
gesynthetiseerd door dehydratie.
Polymeren worden afgebroken naar monomeren door hydrolyse. (toevoeging van water).
Hydrolyse is een proces dat
dehydratie eigenlijk terug draait.
De verbinding tussen
monomeren word verbroken door
de toevoeging van water.
Het waterstof H atoom bind aan
een monomeer aan de linkerkant
en de hydroxyl groep OH bind
aan het andere monomeer aan
de rechterkant.
Een voorbeeld van hydrolyse in ons lichaam is vertering. Er zitten vormen van polymeren in
ons voedsel die te groot zijn om onze cellen binnen te komen. In het verteringstraject vallen
verschillende enzymen de polymeren aan waardoor de hydrolyse versnelt.
De afgebroken monomeren worden dan in de bloedbaan geabsorbeerd voor verspreiding
naar de lichaamscellen. De lichaamscellen kunnen dan dehydratie reacties gebruiken om
van de monomeren weer nieuwe polymeren te maken die specifieke functies in de cel
kunnen uitvoeren.
Dehydratie reacties en hydrolyse kunnen ook betrokken zijn in de synthese en afbraak van
andere moleculen zoals lipiden.
,Polymeren
Polymeren worden gevormd van maar 40 tot 50 monomeren. Het maken van een groot
aantal polymeren met een beperkt aantal monomeren is te vergelijken met het opbouwen
van duizenden woorden van maar 26 letters van het alfabet. Alleen de grote diversiteit aan
macromoleculen is een stuk meer dan het aantal letters van het alfabet.
Macromoleculen hebben allemaal verschillende functies afhankelijk van de vorm en
restgroepen.
Koolhydraten bouwstenen, functie
Functie koolhydraten: brandstof en bouwstenen.
Koolhydraten bevatten suikers en polymeren van suikers.
Het meest simpele koolhydraat = monosacchariden (= monomeren waarvan complexere
koolhydraten van worden gevormd).
Koolhydraten macromoleculen zijn polymeren genaamd polysachariden, bestaande uit veel
suiker bouwstenen.
Monosachariden
Monosacharide is het simpelste koolhydraat, actief alleen of als monomeer voor
disachariden of polysachariden. Monosachariden hebben meestal een structuurformule van
een meervoud van CH2O zoals glucose. Het molecuul heeft een koolstof en een hydroxyl
groep.
Disachariden zijn dubbele suikers, bestaan uit twee
monosacchariden(monomeren) die covalent gebonden
zijn.
Monosachariden zijn aldose (alhyde suikers) of ketose
(ketone suikers) afhankelijk van de plek van de
functionele groep.
De meeste namen van suikers eindigen op -ose.
Een ander eigenschap van een monosacharide is de
grootte van het koolstof skelet (kan verschillen tussen 3
tot 7 koolstofatomen lang).
Glucose, fructose en andere suikers met 6
koolstofatomen heten hexosen. Triosen (3) en pentosen
(5) zijn ook gebruikelijk.
De manier waarop de delen van een suiker om de
koolstofatoom liggen maakt verschil voor de vorm en het
gedrag van de suikers. Ook speelt de lengte va het
koolstofskelet en de plek van hun koolstofgroep een rol. De kleinste aanpassing maakt al
een verschil zoals de OH groep aan de linker kant van een koolstofatoom i.p.v. aan de
rechter kant.
,Glucose is geen lineair koolstofskelet. In waterige oplossingen vormen glucosemoleculen,
net zoals andere suikers met 5 en 6 koolstofatomen, ringen omdat ze zo de meest stabiele
vorm zijn.
Monosachariden, vooral glucose, zijn belangrijke voedingsstoffen voor cellen. In het proces
cellulaire ademhaling, halen cellen energie uit glucosemoleculen door deze in een reeks
reacties af te breken.
Het koolstofskelet van de monosachariden dienen als materiaal voor de synthese van
andere type moleculen zoals aminozuren en vetzuren. Monosachariden die hier niet gelijk
voor worden gebruikt, worden meegenomen als monomeren voor disachariden en
polysachariden.
Functionele groep koolhydraat
Alhydes en ketonen bevatten een carbonyl groep (dubbel gebonden zuurstofatoom op een
koolstofatoom). Ze zijn te onderscheiden door de plek van de groep in de koolstofketen.
Alhyden: groep is aan de buitenkant van de keten.
Ketonen: groep is altijd ergens tussen de buitenste koolstofatomen van de keten.
Disachariden
Disachariden bestaan uit 2 monosachariden die gebonden zijn door een dehydratie reactie.
Maltose is bijv. een disachariden gevormd uit 2 glucosemoleculen. Zie afbeelding.
, De disachariden sucrose (tafelsuiker) is gevormd uit 1 monomeer glucose en 1 monomeer
fructose. Planten transporteren koolhydraten van bladeren naar wortels in de vorm van
sucrose. Disachariden moeten worden afgebroken in monosachariden om gebruikt te
worden voor energie door organismen.
Lactose is een disacharide. Lactose intolerantie is een ‘’ziekte’’ bij mensen die een gebrek
aan lactase hebben. Lactase is een enzym dat lactose afbreekt.
Polysachariden
Polysachariden zijn macromoleculen. (polymeren met honderden monosachariden aan
elkaar gebonden door glycosidische bindingen).
Sommige polysachariden dienen als opslagmateriaal en worden wanneer het nodig is
gehydrolyseerd om cellen van monosachariden te voorzien.
Andere polysachariden dienen als bouwstenen voor structuren die de cel of het hele
organisme beschermen.
De structuur en de functie van een polysacharide worden bepaald door zijn monosachariden
en door de posities van zijn glycosidische bindingen.
Opslag polysachariden De simpelste vorm van zetmeel, amylose,
Planten en dieren slaan suikers op in de is niet vertakt.
vorm van opslag polysachariden om later
Dieren slaan een polysacharide genaamd
te gebruiken.
glycogeen op, een polymeer van glucose
Planten slaan zetmeel (polymeer van dat uitgebreid vertakt is.
glucose monomeren) op. Door zetmeel te
Bij de afbraak van glycogeen komt
synthetiseren kan de plant overtollig
glucose vrij wanneer de vraag naar
glucose opslaan. Door het afbreken van
energie toeneemt. De uitgebreide vertakte
zetmeel door hydrolyse komt glucose weer
structuur van glycogeen past goed bij zijn
vrij. Glucose is een belangrijke cellulaire
functie: er zijn meer vrije uiteinden
brandstof dus zetmeel is te vergelijken met
beschikbaar voor afbraak.
opgeslagen energie.
De opgeslagen energie kan een dier niet
Veel dieren hebben enzymen die
lang behouden, de glycogeenvoorraden
plantaardig zetmeel kunnen hydrolyseren,
vergaan na een dag als ze niet aangevuld
waardoor glucose beschikbaar komt als
worden door voedsel.
voedingsstof voor de cellen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Deempio. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.64. You're not tied to anything after your purchase.