100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Organisatienetwerken - Samenwerken vanuit organisaties $16.62   Add to cart

Summary

Samenvatting Organisatienetwerken - Samenwerken vanuit organisaties

 5 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van alle powerpoints + notities van de les. Ook de artikels en filmpjes zijn vermeld in de samenvatting. Paginanummers uit het handboek worden gelinkt aan de leerstof.

Preview 4 out of 60  pages

  • No
  • Hoofdstuk 3 tot 5
  • November 5, 2023
  • 60
  • 2023/2024
  • Summary
  • Unknown
avatar-seller
SAMENWERKEN VANUIT EEN ORGANISATIE

LES 1: CONTEXT

- Artikelen:
 Nieuw publiek management in Vlaanderen en de impact op het
middenveld
 Het wit konijn van vermarkting
 Sociaal werk in een politiek van vermarkting

HANDBOEK: P48-50

Zie handboek

- VUCA -> veronderstelt nieuwe vaardigheden en competenties op het vlak
van management en leiderschap.
- Nieuwe uitdagingen waarbij traditionele oplossingen niet langer werken 
samenwerking wint aan belang (mogelijkheden ind. Org worden
overstegen).
- Hoe eenvoudig de organisatievorm, hoe beter -> voorbeeld
Yoghurtfabriek.
- Handelstransanctie (beroep op ander bedrijf voor bepaald product of
dienst).
- Organisatienetwerk -> creating shared value
- Keuze hangt af van het gewilde resultaat  joint venture, shared service
center, fusie, overname of een organisatienetwerk.
- Brainport

PPT CONTEXT VAN SAMENWERKEN + NOTA’S

Civil Society

 Veel maatschappelijke veranderingen die
ze daartoe genomen hebben om dit te
doen -> welke veranderingen hebben
deze sm in de hand gewerkt

 Toenemende focus op:
- Verantwoordelijkheid individuen, hun
natuurlijk netwerk en
 toenemende focus op de individu
en de netwerken die ze
verondersteld zijn te
hebben/smeden.
- De gemeenschap, ten koste van de
gedeelde verantwoordelijkheid van de welvaartstaat voor alle burgers.
 Samenhorigheid.
- Markt Driehoek: middenveld – gem – markt
- Overheid trekt zich terug
 Minder focus op verantwoordelijkheid overheid.

, Nieuwe paradigma’s dagen professioneel aanbod uit
 De georganiseerde welvaartstaat komt in de verdrukking, wordt
kleiner  toenemdendere focus netwerk, mensen en de markt.
Overheid wordt geacht kleiner te worden, overheids-dienstverlening
ook geacht kleiner te worden = grote shift van de laatste decennia

 Samenwerkingen/netwerken van organisaties dringen zich op
 Maar: dus meer focus op middenveld, moet meer gebeuren.
Complementair met overheid, org moeten zich hierop organiseren.
Moeten meer gezamenlijk en samen doen om de wicked problems
aan te pakken. Samenwerking en netwerken van org die zich daarop
org en geza doen.
 Sociaal werk in spagaathouding:
- Nieuwe paradigma’s
- Wicked Problems
- Én toename zorgvragen

Historiek verzorgingsstaat

 Jaren 1950-1970: de verzorgingsstaat/welvaartsparadigma
- Sterk gecentraliseerd
 Welvaartstaat (waar we nog over spreken) werd uitgebouwd op een
centralistische manier ( = vanuit Belgische nationale staat)
- Sterk verzuild (gezondheidszorg, onderwijs) en sterk corporatistisch
(sociaal overleg, sociale zekerheid)
 Sterk verzuild van oorsprong, zien nog restanten maar al stuk
minder
 van oorsprong corporatistisch systeem (sociaal overleg, sociale
zekerheid zijn basisprincipes)
- Van naastenliefde naar rechten (OCMW wet van 1976)
 systeem of idee van naastenliefde  systeem gebasseerd op
universaliteit (iedereen heeft recht op een menswaardig bestaan en
grondrechten naar sociale bescherming toe). Bv. midden jaren 70
OCMW wet, bestaansminimum (voorloper leefloon-wet).
 Langzaam gegroeid van naastenliefde naar een systeem gebasseerd
op universaliteit. Iedereen heeft recht op menswaardig bestaan,
grondrechten van soc bescherming.

- Zwakke positie van lokale besturen: hoogstens aanvullend
 Zeer sterk centralistisch gegeven: alles ging uit van de nat overheid,
loklae besturen zeer zwak, gewoon een aanvullen en voerde uit wat
de nat overheid als taak gaf. voor derest was het een doorgeefluik:
voerden uit wat de nat als taak gaf.

- Onvoorwaardelijk recht (ipv gunst)/grondrecht
- Universaliteit (ipv selectiviteit)
- Aanbodgericht
 Nu: klantegericht, ervaringsgericht werken, Uitgaan leefwereld zelf,
behoeften en nodig van mensen, toen dachten ze hier niet aan.
 Toen: Ze bouwden een dienstverlening uit en menen konden zich tot
het aanbod richten : aanbodgericht

- Niet oordelende houding – participatie centraal

,  Ied recht op gaat gepaard met niet oordelende houding (zie
volgende)
 Jaren 1980 – 1990: verzorgingsstaat onder druk
 Overgang naar huidige periode
 Verzorggingstaat met veel zorgvuldigheid uitgebouw, nu onder druk.
Staatshervormingen worden doorgevoerd aan goeie snelheid in deze
periode bv uitbouw vlaamse overheid, decentralisatie


- Vlaamse overheid in uitbouw: centralisatie
- Kritiek op de verzorgingsstaat: gebrek aan efficiëntie, verkokering en
Mattheüseffect
 Nadenken over verzorgingstaat en gebreken verkennen bv
universaliteit is niet alles. Als je aan iedereen alles toeken,t ga je
ook dingen toekennen aan mensen die het niet nodig hebben, beter
selectiever te werk gaan ipv verspillen. Mattheuseffect: mensen die
het minst nodig hebben, gaan de grootste toegankelijkheid hebben.
- Verzuiling ideologisch in afbouw maar belangenverdediging blijft
- Steeds meer aanbod en professionalisering van lokale besturen
(gemeenten en OCMW’s)

- Voorwaardelijkheid is terug! No rights without responsibilities
 Voorwaardelijkheid: eis van meer wederkerigheid, slaat dan op het
idee van geen rechten zonder verantwoordelijkheid / verplichtingen
op te nemen. Wederkerigheid nam toe.
= ‘voor wat, hoort wat’ vond ingang in de verzorgginsstaat.
 Empowerment, zelfredzaamheid -> ingevoerd, gekoppeld aan de
verantwoordelijkheid en de andere visie op de verzorggingsstaat.
Mensen de verantwoordelijkheid voor hun eigen situatie laten
opnemen, maar houdt ook risicos in.

- Recht op kansen en mogelijkheden/ return on investment
- Instrumenteel
- Kortdurend, gericht op zelfredzaamheid
- Categoriale inzet (progressief universalisme)
 Progressief onvoorwaardelijk: men wil niet zomaar alles aan ied
geven, maar ook niet zuiver selectief. Niet enkel aan de armsten bv.
Anders creëer je een sociale zekerheid voor de armsten en een
negatieve spiraal naar beneden met een arme sociale zekerheid.
 Activerings politiek: men wil een sociaal investeringsbeleid. Andere
visie op sociale bescherming die ervan uitgaat dat je er mee kan
investeren in de toekomst. Als je mensen kansen geeft, krijgt je dit
terug van de mensen (return investments). Interessant om te
investeren in bv trajectbegeleiding van werklozen.
 Jaren 2000 – heden: verzorgingsstad?
- Effecten van neoliberaal beleid:
 kleiner worden van de overheid
 Afbouw van dienstverlening en sociale bescherming.
• Vermarkting, effecten slaan lokaal neer
• Vermaatschappelijking van de zorg
• ‘Voor wat, hoort wat’: rechten en plichten (activering)
 Verandering van kijken naar soc bescherming

- Druk op het lokale:

, • Decentralisatie – besparingen – vermaatschappelijking van de zorg –
terugtredende overheid (‘kerntaken’)
 Maar ook fenomenen bv. vermaatschappelijking van de zorg: we
worden in het algemeen meer geacht om zelf te doen als burger,
ook in organisatie.
 Meer regie van org met stadsbesturen, ook vermarkting (veel
besturen die een rol hebben in het soc domein die kleiner wordt
bv vab, minder personeel maar de opdracht wordt wel uitgebreid
-> opl opdrachten uitbesteden aan org = middenveld, kan hierop
intekenen).


• Zie Nederland: decentralisatie van de zorg
 Decentralisatie: begonnen met een aanbod van de overheid van
dienstverlening en bescherming -> verschuiving naar lokaal.
Belangrijk worden van de vermaatschapelijking van de zorg.
Meer naar de lokale doorgeschoven. Maar ook te maken met een
verandering in het denken, belangrijker worden van nabijheid.

3 lagen in relatie - en in de evolutie ervan (artikel npm p8)

Relatie van de overheid en het middenveld (organisaties in sociaal werk
maken deel uit van het middenveld).
- We kunnen er 3 lagen in zien en zien hier ook een evolutie in.
Ideologische verhoudingen  institutionele  handelingspraktijken
 Ideologische verhouding tussen overheid en organisatie
 Institutionele = manier van besturen, bestuursvormen die je kan
plakken op die periodes.
 Handelingspraktijken die daar het gevolg van zijn ( verschillend
naargelang de bestuursvorm).
 Je ziet ook een evolutie -> 3 periodes

Ideologische laag: neoliberaal narratief
 Bril waardoor men naar de samenleving kijkt (zie historiek)
 manier waarop men naar de verhouding kijkt tussen overheid en
mensen + overheid en organisaties.
 Ook het bestaan van verschillende opvattingen over en in organisaties over
de maatschappelijke plaats en de (wederzijdse) rol van overheid en
middenveld
 Wat is de rol van de overheid? Centralistisch instaan voor de
besherming van de burgers of essentieel voor bepaalde zaken zoals
wegen. En voor derest de macht zijn ding laten doen?
 Diverse componenten:
- Opvattingen over zelforganisatie (cfr. Zelfredzaamheid,
samenredzaamheid, empowerment, participatie …?)
- Opvattingen over politiek & democratie
- Opvattingen over solidariteit
- Opvattingen over subsidiariteit
 Moet de overheid zorgen voor regels en org zelf hun ding laten doen?
Moet ze zelf meer regelen en doen? Meer aanbieden of niet?
- Overheid als ‘ondersteuner, facilitator, regulator, …’
 Depolitisering van het middenveld! Factoren?
 Nu zitten we in neoliberaal: idee overheid kleiner en meer door de
mensen zelf en organisaties.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller naomi2bossu. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $16.62. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$16.62
  • (0)
  Add to cart