Answer: stoffen die uitsluitend bestaan uit niet metaalatomen
3.
Hoe worden verbindingen ook wel genoemd?
Answer: Ontleedbare stoffen
4.
In welke fases geleiden metalen stroom?
Answer: In de vaste en vloeibare fase
5.
Hoeveel elektronen heeft de schil M?
Answer: 18 elektronen
Content preview
1.1
Elementen indelen
- In het periodiek systeem staan elementen → atoomsoorten
- Er zijn metalen en niet-metalen, de meeste zijn metalen.
- Horizontale lijnen → Perioden
- Verticale lijnen → groepen
- Groep 17 → de halogenen; dit zijn niet-metalen die erg reactief zijn en schadelijk voor het
milieu
- Groep 18 → de edelgassen; gassen die niet met andere stoffen reageren
Stoffen indelen
- Voor stroomgeleiding kun je de stoffen onderscheiden;
- metalen → stoffen die uitsluitend bestaan uit metaalatomen
- moleculaire stoffen → stoffen die uitsluitend bestaan uit niet metaalatomen
- zouten → stoffen die zijn opgebouwd uit een metaal en een niet-metaal
- Alle stoffen behoren of tot de metalen, moleculaire stoffen of de zouten
- Alle zouten en de meeste moleculaire stoffen zijn te ontleden → ze bestaan uit twee of meer
atoomsoorten
- Ontleedbare stoffen worden ook wel verbindingen genoemd
- Metalen geleiden stroom in…
- de vaste fase
- de vloeibare fase
- Veel stoffen in de natuur zijn moleculaire stoffen:
- geleiden geen stroom
- kunnen vast, vloeibaar of gasvormig zijn
- Alleen opgeloste en gesmolten zouten geleiden stroom, vaste zouten (kristallen of
edelstenen) geleiden geen stroom
Verschil atomen en stoffen
- De wereld bestaat allemaal uit stoffen (moleculen), maar die bestaan weer uit atomen, de
nog kleinere deeltjes. BV, water is een stof maar bestaat uit 2 waterstof atomen en 1 zuurstof
, 1.2
Modellen
- Elk moleculaire stof heeft zijn eigen soort moleculen
- Een molecuulmodel gebruik je om de vaste, vloeibare en gas fase van moleculaire stoffen te
verklaren
- Dalton:
- alle atomen van één atoomsoort zijn aan elkaar gelijk en anders dan de atomen van
andere atoomsoorten
- bij een reactie hergroeperen atomen tot nieuwe moleculen → hierbij blijven de
atomen behouden
- Thomsen:
- negatieve deeltje, elektronen, kun je uit een atoom vrij maken
- de rest van het atoom moet dus positief geladen zijn
- Rutherford:
- een atoom bestaat uit een kern en een elektronenwolk
- de kern bevat positief geladen protonen → dit komt overeen met
het atoomnummer in het periodiek systeem
- Niels Bohr:
- Heeft het antwoord op de vraag “Waarom reageert elk atoom anders?”
- Model van Rutherford verbeterd → de elektronen bevinden zich allemaal op een
vaste afstand → dit noemen we de elektronenschillen
- Hij begint bij schil K, L, M, N….
- Schil K → 2 elektronen
- Schil L → 8 elektronen
- Schil M → 18 elektronen
- Schil N → 32 elektronen
- Elektronenconfiguratie → de verdeling van de elektronen over de schillen
- Edelgasconfiguratie → De verdeling van elektronen over de verschillen bij een edelgas.
- Deze zijn heel stabiel
- Neutron → heeft geen lading
- massa van neutron is gelijk aan massa van
proton
- Isotopen → Atomen met dezelfde atoomnummer en
aantal protonen, maar een ander aantal neutronen,
dus een ander massagetal
- BV. Isotoop van fosfor → Massagetal 31,
atoomnummer is 15, dus 15 protonen. 31-15=16 dus
16 neutronen. Er zitten wel 15 elektronen (want
protonen=elektronen)
- Atoommassa → gewogen gemiddelde van de atoommassa’s van de isotopen.
- Wordt uitgedrukt in “u”
- 1 u → 1,66 x 10^-27 kg
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ruaahaleema1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.68. You're not tied to anything after your purchase.