Buffer
een waterige oplossing van twee stoffen die zich in een bepaald evenwicht bevinden en een bepaalde pH (=
zuurtegraad) aannemen. Bij verdunning, toevoegen van een zuur of een base zal deze pH nagenoeg constant
blijven. De verstoring van het evenwicht en de zuurtegraad wordt dus 'gebufferd'.
Buffercapaciteit
= hoeveelheid sterk zuur / sterke base die aan een liter buffermengsel
toegevoegd moet worden om de pH een eenheid te veranderen
hoe groter de buffercapaciteit, hoe beter de buffer de pH-waarde stabiel kan houden bij toevoeging van
zuur of base
Bufferoplossingen bestaan steeds uit een zuur/basekoppel; ofwel een zuur en het zout van
zijn geconjugeerde base, ofwel een base en het zout van zijn geconjugeerd zuur. Beide zijn steeds zwakke
zuren of basen, ze zullen dus onvolledig reageren. De reactievergelijking tussen het zuur en de base kan
worden gegeven als:
In welke mate deze reactie verloopt, wordt gegeven door de Kz-waarde of zuurconstante:
Hoe maak je buffermengsel?
1. Zwak zuur dat zwakke geconj base levert, dan voeg je daar een zout aan toe die identiek dezelfde
geconj base vormt
2. Die geconjugeerde base moet zwak zijn
Geen buffer? pH zal na paar druppels sterk stijgen en dan geleidelijk aan
Het zwakke zuur en het zout moeten dezelfde geconjugeerde base vormen + de pH moet in het buffergebied
liggen om een goede buffer te zijn
In oef altijd eerst de drie bufferreacties uitschrijven, dan pH berekenen en kijken of het in het buffergebied ligt,
de ene reactie mag dus niet 10 keer groter dan de andere zijn (log)
Formule pH zure buffer:
Kz[Z ]0
[H3O1+] = want [B]e ≈ [zout]0 = [B]0 en [Z]e ≈ [Z]0
[ B]0
[ Z]0 [ Z]0
pH = pKz -log = (-logKz -log )
[B ]0 [ B ]0
!!De concentratie van je base = concetratie zout want het is ene aflopende reactie van het zout = alles wordt
omgezet
[ Z]0
Buffergebied = pH = pKz ± 1 -log mag niet groter of kleiner dan 1 of -1 zijn
[B ]0
, Waarom pH constant blijft:
Zure buffer
Het is altijd een zwak zuur!! Die een
zwakke geconjugeerde base zal vormen of
omgekeerd (evenwichtsreactie)
Stel dat HAc + NaAc je reactie is
Reactie (1) = evenwichtsreactie zuur (HAc)
Reactie (2) = dissociatie van het zout (NaAc)
Reactie (3) = evenwichtsreactie van geconjugeerde base die het zuur uit (1) vormt (Ac -1)
Nu ga je bij reactie (1), (2) en (3) een keer water, een zuur en een base toevoegen en kijken of pH veranderd, indien niet is
HAc + NaAc een buffermengsel, niet perse een goeie (cfr buffergebied)
Je kan niet blijven H30+ toevoegen want op een gegeven hoeveelheid want water en het ion moet er blijven
inzitten voor een buffermengsel te gebruiken, als dat ion weg is blijft het niet meer constant. Zoals te veel
water drinken
Het buffermengsel buffert ten opzichte van H30+ zolang als er acetaationen (CH3C001-) in de oplossing zitten
een waterige oplossing van twee stoffen die zich in een bepaald evenwicht bevinden en een bepaalde pH (=
zuurtegraad) aannemen. Bij verdunning, toevoegen van een zuur of een base zal deze pH nagenoeg constant
blijven. De verstoring van het evenwicht en de zuurtegraad wordt dus 'gebufferd'.
Buffercapaciteit
= hoeveelheid sterk zuur / sterke base die aan een liter buffermengsel
toegevoegd moet worden om de pH een eenheid te veranderen
hoe groter de buffercapaciteit, hoe beter de buffer de pH-waarde stabiel kan houden bij toevoeging van
zuur of base
Bufferoplossingen bestaan steeds uit een zuur/basekoppel; ofwel een zuur en het zout van
zijn geconjugeerde base, ofwel een base en het zout van zijn geconjugeerd zuur. Beide zijn steeds zwakke
zuren of basen, ze zullen dus onvolledig reageren. De reactievergelijking tussen het zuur en de base kan
worden gegeven als:
In welke mate deze reactie verloopt, wordt gegeven door de Kz-waarde of zuurconstante:
Hoe maak je buffermengsel?
1. Zwak zuur dat zwakke geconj base levert, dan voeg je daar een zout aan toe die identiek dezelfde
geconj base vormt
2. Die geconjugeerde base moet zwak zijn
Geen buffer? pH zal na paar druppels sterk stijgen en dan geleidelijk aan
Het zwakke zuur en het zout moeten dezelfde geconjugeerde base vormen + de pH moet in het buffergebied
liggen om een goede buffer te zijn
In oef altijd eerst de drie bufferreacties uitschrijven, dan pH berekenen en kijken of het in het buffergebied ligt,
de ene reactie mag dus niet 10 keer groter dan de andere zijn (log)
Formule pH zure buffer:
Kz[Z ]0
[H3O1+] = want [B]e ≈ [zout]0 = [B]0 en [Z]e ≈ [Z]0
[ B]0
[ Z]0 [ Z]0
pH = pKz -log = (-logKz -log )
[B ]0 [ B ]0
!!De concentratie van je base = concetratie zout want het is ene aflopende reactie van het zout = alles wordt
omgezet
[ Z]0
Buffergebied = pH = pKz ± 1 -log mag niet groter of kleiner dan 1 of -1 zijn
[B ]0
, Waarom pH constant blijft:
Zure buffer
Het is altijd een zwak zuur!! Die een
zwakke geconjugeerde base zal vormen of
omgekeerd (evenwichtsreactie)
Stel dat HAc + NaAc je reactie is
Reactie (1) = evenwichtsreactie zuur (HAc)
Reactie (2) = dissociatie van het zout (NaAc)
Reactie (3) = evenwichtsreactie van geconjugeerde base die het zuur uit (1) vormt (Ac -1)
Nu ga je bij reactie (1), (2) en (3) een keer water, een zuur en een base toevoegen en kijken of pH veranderd, indien niet is
HAc + NaAc een buffermengsel, niet perse een goeie (cfr buffergebied)
Je kan niet blijven H30+ toevoegen want op een gegeven hoeveelheid want water en het ion moet er blijven
inzitten voor een buffermengsel te gebruiken, als dat ion weg is blijft het niet meer constant. Zoals te veel
water drinken
Het buffermengsel buffert ten opzichte van H30+ zolang als er acetaationen (CH3C001-) in de oplossing zitten
