100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting bacteriologie $5.35   Add to cart

Summary

Samenvatting bacteriologie

1 review
 280 views  8 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit is een handige samenvatting bevattende de slides van prof Lagrou, handboek 'medische bacteriologie' en handboek 'mycologie en parasitologie' van Johan Van Eldere.

Preview 4 out of 101  pages

  • Yes
  • December 10, 2017
  • 101
  • 2017/2018
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: farmalvn • 6 year ago

avatar-seller
Hoofdstuk 1: Morfologie en taxonomie van
bacteriën
1. Inleiding: indeling van de levende wezens
• Levende wezens zijn opgebouwd uit cellen
• Classificatie in twee grote groepen
– Prokaryote cellen: bacteriën
– Eukaryote cellen: fungi (gisten en schimmels), protozoa, wormen, planten en dieren
Cel = een onafhankelijke eenheid die in staat moet zijn om alle of bijna alle functies nodig voor het
overleven uit te voeren.
2. De opbouw van de bacteriële cel
• Grootte van bacteriën: 1um
• Samenstelling van de bacteriële cel:
– cytoplasma met vrij DNA, zonder organellen
– cytoplasma-membraan
– celwand
– externe (uitwendige) structuren

2.1 Het cytoplasma bevat vrij DNA, ribosomen en soms reservegranula
• Cytoplasma:
– nucleoïd: chromosoom en plasmiden (bevat DNA)
– 70S ribosomen (30S + 50S)
– reserve-granules
– stofwisseling-intermediairen
– geen celorganellen
– DNA niet gebonden aan histonen en vormt geen nucleosomen maar opgerold
2.2 Het cytoplasmamembraan: opname van voedingsstoffen, metabool en biosyntheseorgaan
en mitoseapparaat
• Cytoplasmamembraan:
– fosfolipidendubbellaag zonder sterolen → minder rigide en stevig
– complexer dan bij eukaryoten (functies van celorganellen)
– voornaamste metabool orgaan (cytochromen)
– opname van voedingstoffen uit omgeving
• passief : diffusie en gefaciliteerde diffusie (volgens concentratiegradient)
• actief : actief transport en groepstranslocatie (tegen concentratiegradient)


o In cytoplasma vindt ook oxidatief metabolisme plaats dmv cytochromen → neemt rol van
mitochondriën over in eukaryote cellen

o In de binnenzijde: de biosynthese van alle macromoleculen; structurele moleculen (DNA, lipiden,
proteïnen) en proteïnen voor secretie


1

, o Celmembraan : primitief mitoseapparaat. Bacterieel DNA is vastgehecht aan celmembraan

2.3 De celwand geeft vorm, stevigheid, b escherming en helpt in de adherentie

• Celwand:
– geeft stevigheid, vorm en bescherming
– op basis celwand-opbouw kunnen bacteriën onderverdeeld in:
• Gram-positief
• Gram-negatief
• zuurvast
• spirochaeten
• zonder celwand
• Basismolecule van de celwand: peptidoglycaan
– Structuur:
• polysacharide ruggengraat: polymeer van disachariden (NacGlc en NacMur)
• tetrapeptide cross-linking
• tweedimensionale structuur

– Biosynthese:
• aanmaak subunits in cytoplasma
• transport subunits doorheen membraan
• polymerisatie (transglycosylase)
• cross-linking en transpeptidatie door PBP’s
Verschillende groepen antibiotica inhiberen celwandbiosynthese /rol autolysines

Autolysines: constante aanmaak van nieuw peptidoglycaan en afbraak van bestaande
peptidoglycaanketens. Activiteit autolysines bepaalt mee de vorm van de bacterie en is verantwoordelijk
voor het bacteriedodend effect van celwand- synthese- inhiberende antibiotica

2.3.1 Grampositieve bacteriën

→ behouden steeds blauwe kleur bij gramkleuring ondanks toevoeging ontkleurend solvent
• Opbouw celwand
• meerdere lagen peptidoglycaan: stevigheid en bescherming (lysisch,
schadelijke uitwendige stoffen)
• (lipo)teïchoïnezuren: stevigheid en aanhechtingsplaats voor extracellulaire
moleculen (bv adhesines, virulentiefactor!)
Bacterie kan zich vastzetten op de slijmvliezen van gastheer
Lipo “ : in celmembraan
Teïchoïnezuren : in celwand

2.3.2 Gramnegatieve bacteriën
→ behouden de blauwe kleur niet + opbouw celwand complexer
• Peptidoglycaan: dunner en minder dwarsverbindingen dan G+ = minder
stevig en niet zo beschermend
• Buitenmembraan met LPS, fosfolipiden (voornaamste bescherming tegen
schadelijke invloeden) en porines


2

, • Periplasmatische ruimte: peptidoglycaan, enzymen voor voedselverwerking
+ afbraak antibiotica (tussen buitenmembraan en cytoplasmamembraan)

LPS
• Driedelige structuur: lipide A, core and repeating unit
• Lipide A: verankeringsmolecule, stimulator immuunsysteem (endotoxine)
Bestaat uit: disacharide met korte keten vetzuren en fosfaatgroepen
Beperkte doses → koorts ; hoge dosis → intravasculaire coagulatie, shock en zelfs dood

• Core: verbonden met lipide A ; korte keten van suikers meestal identiek in éénzelfde soort
bacterie
• O antigeen: wekt antistoffen op, bescherming (hydrofiele laag) aan de core
Bestaat uit: lange keten van suikers met herhalende units van 4-7 suikers (50-100 units)
→ porines in lipofiele buitenmembraan laat transport van voedingsstoffen toe, grotere
moleculen via permeasen.

2.3.3 Zuurvaste bacteriën

Dikke en complexe celwand: zelfs met zure oplossing geen ontkleuring : myobacteriën
• dikke peptidoglycaanlaag
• laag met polysachariden (arabinose en galactose)
• wasachtige laag: mycolzuurlaag
• glycolipiden
Doorheen de lagen: lipiden, glycolipiden en peptidoglycolipiden
– kleuring met speciale methode
sterke beschermende functie en maakt de bacteriën resistent tegen veel toxische stoffen MAAR zorgt
ook voor tragere groei

2.3.4 Spirocheten

• celwandopbouw gelijkaardig aan Gram-negatieven, maar moeilijk kleurbaar met Gram-
kleuring (dun!)
• peptidoglycaanlaag omgeeft het cytoplasmamembraan en daarrond buitenste laag
• geen LPS in buitenste membraan
• endoflagellen : tussen buitenste laag en peptidoglycaanlaag, verankerd aan één uiteinde van
de bacterie en windt zich longitudinaal rondom de bacterie.

2.3.5 Bacteriën zonder celwand

• Mycoplasmata
• cytoplasma-membraan met sterolen
• alle vormen aannemen + niet gevoelig voor antibiotica die ingrijpen op celwand

2.4 Kapsels, pili en flagellen
• Externe structuren:
– Kapsel of slijmlaag
• polysaccharide of polypeptide (K-antigeen) → kan verschillen bij eenzelfde
soort

3

, • virulentiefactor omwille van anti-fagocytair effect
• kan penetratie antibiotica verhinderen
• adherentie vergemakkelijken
– Flagellen opgebouwd uit proteïnen (H-antigeen als onderscheiding tss bacteriën):
• Chemotaxis
• Energie voor bewegen door membraanpotentiaal
• Externe structuren van bacteriën zijn sterke antigenen voor ons lichaam
• Zowel bij gram – als gram + en 1 of meerdere flagellen
• Gelokaliseerd aan uiteinden van bacterie of verspreid over het hele opp
• Chemotaxis : verplaatsen in richting van voedingsbestanddelen of weg van
de schadelijke
– Fimbriae (pili) opgebouwd uit proteïne-subunits (pilin)
• dunner dan flagellen, niet bewegelijk
• vooral gram – en verspreid over heel opp
• adherentie, anti-fagocytair, conjugatie (sex-pili)
• virulentie van de bacteriën

2.5 Endosporen

→ wanneer bepaalde soorten bacteriën groeiomstandigheden ongunstig worden, ontwikkeling
endosporen
• Alleen G+: Clostridium en Bacillus
• Functie : resistente overlevingsvorm (koude, droogte, straling, toxische agentia)
• Cryptobiotisch: geen metabole activiteit, maar kunnen ontwaken bij gunstige
groeiomstandigheden
• Twee fasen: normale vegetatieve fase en slaap- of gesporuleerde fase (sporulatie-
germinatie)

Opbouw spore :
Kern : bevat chromosoom en al wat nodig is om proteïnen aan te maken bv. Ribosomen
Integumentum : lagen
• Rond kern binnenste membraan ( = opbouw cytoplasmamebraan)
• Cortex : dikke concentrisch opgebouwde laminaire peptidoglycaanlaag
• Membraan met keratineachtige proteïnelaag geeft hoge resistentie tegen toxische chemicaliën
• Sommige exosporium = losse proteïnen- lipidenlaag




2.6 Vergelijking tussen de morfologie van bacteriën en eukaryoten cellen

Prokaryote cellen Eukaryote cellen
• DNA zweeft in cytoplasma, 1 circulair • Erfelijk materiaal bijeen in kern,
chromosoom, ook extrachromosomale meerdere chromosomen
elementen • Celorganellen in cytoplasma (ER, golgi-
• Geen celorganellen in cytoplasma apparaat en mitochondriën)
• 70S ribosomen • 80S ribosomen
• Cytoplasmamembraan: geen sterolen • Cytoplasmamembraan: sterolen
• Complexe celwand • Zelden celwand (cellulose/chitine)

4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller farmagirl. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

72042 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.35  8x  sold
  • (1)
  Add to cart