Probleem 7 Materieel Strafrecht
Leerdoelen:
1. Wat houdt medeplegen in en hoe wordt dat uitgelegd in theorie en jurisprudentie?
2. Wat houdt medeplichtigheid in en hoe wordt dat uitgelegd in theorie en jurisprudentie?
3. Wat is het verschil tussen medeplegen en medeplichtigheid en hoe is dat verschil te duiden in een concrete
casus?
9.4
Medeplegen – 47 lid 1 sub 1 Sr.
De MvT spreekt van ‘opzettelijk tot het plegen van een strafbaar feit medewerken’. Van medeplegen kan pas worden gesproken als
wordt gehandeld volgens een gezamenlijk plan, of een gezamenlijk intentie. Dit hoeft niet te betekenen dat alle betrokkenen worden
vervolg en terecht staan, mits kan worden aangetoond dat wat de wel vervolgde verdachte ten laste wordt gelegd samen met een of
meer medeplegers is gedaan:
Drie wijzen van zo’n samenwerking:
1. de medeplegers verwerkelijken elk een gedeelte van de gehele delictsomschrijving, waarbij het ene aandeel het ander aanvult. Bijv A
breekt de deur open, B haalt de klok weg: ieder is medepleger van diefstal met braak: door hun verderstrekkende opzet is het 311 lid 1
sub 5 Sr.
2. ieder voor zich vervult de gehele delictsinhoud, dus hun aandelen zijn identiek. Aan het gezamenlijk handelen wordt door de wet wel
eens een strafverhogend gevolg verbonden, bijv. 311 lid 1 sub 4 Sr.
3. de aandelen van de medeplegers kunnen ook nog ongelijkwaardig zijn in die zin dat de ene medepleger de gehele delictsinhoud
vervult en de ander een deel ervan: bijv gezamenlijk inbreken, en A neemt de klok weg.
In 2014 is door de HR een belangrijk overzichtsarrest inzake het medeplegen gewezen. De HR overwoog dat het hoofdcriterium voor
medeplegen is: een ‘voldoende nauwe en bewuste samenwerking’ waarbij de ‘intellectuele en/of materiële’ bijdrage van de deelnemer
aan het delict een voldoende gewicht moet zijn. Dus drie vereisten:
1. een nauwe, volledige samenwerking door meer dan één persoon. Dit is de objectieve kant van medeplegen. De bijdrage van de
verdachte aan de verwerkelijking van het grondfeit moet voldoende substantieel zijn om te kunnen oordelen dat hij nauw met een ander
heeft samengewerkt.
2. een bewuste samenwerking door meer dan één persoon. Dubbel opzet is vereist: opzet op het delict zelf en opzet op de
samenwerking. Dit is de subjectieve kant van medeplegen.
3. het accessoriteitsbeginsel brengt mee dat het gevolg van de samenwerking zal moeten zijn dat het strafbare feit (zowel misdrijf als
overtreding) ook daadwerkelijk gepleegd wordt, zij het dat op basis van 78 Sr het medeplegen van een poging tot misdrijf en van
strafbare voorbereiding eveneens strafbaar is.
Objectieve zijde: nauwe samenwerking
De nauwe samenwerking zal in praktijk blijken uit een gezamenlijk uitvoering van het grondfeit. Van een gezamenlijke uitvoering kan pas
worden gesproken als er uitvoeringshandelingen zijn: dus handelingen waarmee een of meer van de bestanddelen van het grondfeit
wordt of worden vervuld. Deze handelen moeten in materiële en/of intellectuele zin van voldoende gewicht zijn om als medeplegen te
kunnen worden gekwalificeerd: bij zulke uitvoeringshandeling is al snel aan dat criterium voldaan. Het vereiste van zo’n
uitvoeringshandeling is minder strikt-objectief dan in het kader van de poging.
Ook indien niet kan worden vastgesteld dat ieder van de medeplegers een gedraging heeft verricht die als uitvoeringshandeling van het
desbetreffende grondfeit valt te kwalificeren, kan onder omstandigheden sprake zijn van een nauwe en volledige samenwerking. Dat
moet dan blijken uit gedragingen die voorafgaand aan, tijdens of na afloop van het delict hebben plaatsgevonden en weliswaar niet
allemaal kunnen worden beschouwd als uitvoeringshandelingen, maar wel in materiële en/of intellectuele zin voldoende gewicht
hebben. Dat kan het geval zijn indien de rollen van de deelnemers in hoge mate uitwisselbaar zin geweest, zodat het uiteindelijk
toevallig is wie de beslissende handeling voor zijn rekening heeft genomen.
Uit het arrest van 2014 wordt benadrukt dat de feitenrechter zijn oordeel over medeplegen secuur moet motiveren. Dat geldt des te
meer in gevallen waarin geen sprake is van een gezamenlijke uitvoering, doch die gedragingen betreffen die men eerder met
medeplichtigheid associeert (zoals op de uitkijk staan/helpen bij vluchten). Dan kan de rechter verschillende factoren in zijn oordeel
betrekken: intensiteit samenwerking, onderlinge taakverdeling, het belang van de rol van verdachte in de voorbereiding/tijdens de
uitvoering of afhankelijk en zelf het zich niet distantiëren, van de gedragingen van andere kan onder omstandigheden tot de conclusie
leiden dat van een nauwe en volledige samenwerking sprake is geweest. Aan dat niet-tijdig distantiëren mag geen grote betekenis
worden toegekend. Indien het wordt aangenomen moet voldoende aannemelijk zijn dat het voor betrokkene ook werkelijk mogelijk was
dat te doen.
Uitsluitend bij toeval op de plaats des onheils fysiek aanwezig zijn in onwetendheid van wat dreigt te gebeuren of van wat gaande is, is
voor strafbaar medeplegen dan ook ontoereikend. Het gedrag van de medepleger moet tenminste van wezenlijke betekenis zijn geweest
voor de uitvoering van het delict (substantieel hebben bijgedragen + dubbel opzet)
De vraag van het kunnen distantiëren heeft pas relevantie als is vastgesteld dat degene die met een zekere betrokkenheid en dus niet
louter toevallig bij een bepaald handelen aanwezig is, ook de wetenschap bezit – vanwege de voorfase of op grond van waarnemingen
en communicatie ter plaatse- dat het om wederrechtelijk handelen gaat. Alleen als dit tot zijn bewustzijn is doorgedrongen kan hem de
rechtsplicht worden toegedicht om niet in te stemmen met dat handelen, geen bijdrage te leveren en te distantiëren.
Per casus kan dit zich in verschillende vormen voordoen.
, Jaren geleden is door de HR geoordeeld dat niet van alle medeplegers de fysieke aanwezigheid bij de uitvoering werd geëist om toch
strafbaar te zijn. De kracht van de samenwerking lag wel in de daaraan voorafgaande fase van het gezamenlijk beramen van het plan.
Als de bewuste samenwerking evident volledig en nauw is geweest, is het van minder belang wie van de samenwerkenden precies de
daadwerkelijke uitvoeringshandelingen heeft verricht en wie in mindere mate of niet. De lijfelijke afwezigheid kan worden
‘gecompenseerd’ door andere omstandigheden, die dan expliciet een nadere invulling moeten geven aan die samenwerking. Dit kan zich
manifesteren in de voorbereiding, aanwezigheid op belangrijke momenten etc.
Ook kunnen zich situaties voordoen waarin iemand het initiatief heeft genomen een diefstal te plegen waarbij een ander alleen op de
uitkijk zal staan, waarna tijdens de wegnemingshandelingen de ander plotseling zo actief aan de uitvoeringshandelingen gaat deelnemen
dat hij er blijk van geeft het initiatief als het ware tot het zijne te maken. Dan moet er wel sprake zijn van een bewuste en nauwe
samenwerking.
Voor de bewijsbaarheid van medeplegen is niet nodig dat kan worden vastgesteld wat de precieze rol is geweest van ieder van de
betrokkenen, zolang er voldoende ‘compenserende factoren’ in het spel zijn (samenwerking vooraf, sterke betrokkenheid bij het maken
van het plan) die ertoe leiden dat uiteindelijk uit het beschikbare bewijsmateriaal kan worden afgeleid dat de betrokkenen voldoende
nauw en bewust hebben samengewerkt.
è Nijmeegse scooterzaak: vaststond dat de verdachte en zijn medeverdachte een Hotel in Nijmegen wilden overvallen: toen zij
politieagenten zagen, sloegen zij op de vlucht op een gestolen scooter. Tijdens de achtervolging werd een voetganger geschept
die naderhand aan zijn verwondingen overleed. Beide verdachten werden door het Hof vrijgesproken van medeplegen van
doodslag nu niet viel te achterhalen wie van beiden de bestuurder was van de scooter, terwijl er ook geen aanvullende
aanwijzingen bestonden voor een nauwe en volledige samenwerking met betrekking tot de doodslag tussen beide
betrokkenen.
In cassatie oordeelde de HR dat het oordeel van het Hof onvoldoende begrijpelijk is, tegen de achtergrond van de
samenwerking tussen de verdachten voorafgaand aan de vlucht met de scooter: de geplande aanval. Na verwijzing heeft het
Hof de verdachte veroordeeld terzake van medeplegen van dood door schuld in het verkeer. Volgens het Hof is de voor het
medeplegen van dood door schuld vereiste nauwe en bewuste samenwerking ontstaan in het kader van de voorbereiding
van de voorgenomen overval: in die eerdere samenwerking ligt besloten dat men bij een eventuele betrapping op de vlucht
slaat. Dit oordeel hield bij de HR stand.
De subjectieve zijde: bewuste samenwerking
In beginsel veronderstelt een bewuste samenwerking een gezamenlijk gemaakte afspraak, maar dat is niet altijd strikt nodig. Soms kan
er sprake zijn van een wederzijds begrip op het moment van samen handelen, van een ‘understanding’ gericht op het gezamenlijk
nastreven van hetzelfde. Onder omstandigheden is het mogelijk dat het feit dat verdachte zich niet heeft gedistantieerd van het
delictueuze gebeuren bijdraagt aan het oordeel dat hij bewust heeft samengewerkt of opzet had op het grondfeit. Wel moet sprake zijn
van dubbel opzet.
- Afhankelijk van de taakverdeling behoeft niet van iedere medepleger komen vast te staan dat deze zijn opzet op alle
bestanddelen van het delict gericht heeft. Nodig is dat alle bestanddelen in totaal door de gezamenlijke medeplegers zijn
gewild. (bij een overtreding is voor medeplegen voldoende dat sprake is van een bewuste samenwerking zonder dat het opzet
op de betreffende delictsgedraging gericht hoeft te zijn.
Medeplegen van een culpoos delict
Is mogelijk. Bijv als twee werklieden besloten een zwaar voorwerp uit het raam naar beneden te werpen en een voorbijganger wordt
dodelijk getroffen, betreft hun gezamenlijke opzet de daad van het naar beneden werpen, waarbij zij beiden hadden en moeten voorzien
dat dit tot een fatale afloop zou kunnen leiden.
Plegen in vereniging of met twee of meer verenigde personen
Dat komt bijv voor in 141 lid 1 Sr of 138 lid 4 Sr. Voor deze specifieke vormen van deelneming geldt strikt genomen de eis dat alle
betrokkenen wel degelijk lijfelijk aanwezig zijn op de plaats van handelen.
‘Noodzakelijke’ deelneming
Er zijn delicten die uit hun aard niet buiten de ‘medewerking’ van iemand anders tot stand kunnen komen, zonder dat aan medeplegen
moet worden gedacht. Bij de meeste van deze delicten is de desbetreffende persoon juist van het strafrecht uit hoofde van de
strafbaarstelling bescherming krijgt en als slachtoffer is te beschouwen: bijv seksuele misdrijven. Of omkoping. Lang niet altijd zegt de
wet of de noodzakelijke deelnemer zelf strafbaar is.
9.5
Medeplichtigheid
Verschillende typen medeplichtigheid en hun vereisten
De pleger van een misdrijf wordt geholpen en de totstandkoming van dat misdrijf wordt bevorderd en begunstigd. De medeplichtige is
vanwege zijn secundaire aandeel géén dader van het misdrijf, hij ondersteunt. En hij onthoudt zich niet van deze ondersteuning.
In 48 Sr worden twee typen medeplichtigen onderscheiden:
1. zij die opzettelijk behulpzaam zijn bij het plegen van een misdrijf (medeplichtigheid-bij)
2. zij die opzettelijk gelegenheid, middelen of inlichtingen verschaffen tot het plegen van het misdrijf. (medeplichtigheid-tot)
è Door de HR is hulp na het misdrijf op één lijn gesteld met hulp bij het misdrijf. Belangrijk is dan wel dat er van tevoren een
afspraak was gemaakt.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller chlvdziel. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.43. You're not tied to anything after your purchase.