100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Aantekeningen hoorcolleges Hersenen en Gedrag $5.90   Add to cart

Class notes

Aantekeningen hoorcolleges Hersenen en Gedrag

 2 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit document omvat alle aantekeningen van de hoorcolleges van het vak Hersenen en Gedrag aan de Universiteit Utrecht. Ik heb het vak ruim voldoende gehaald door deze aantekeningen en mijn samenvatting te leren.

Preview 4 out of 47  pages

  • November 6, 2023
  • 47
  • 2023/2024
  • Class notes
  • Kenemans
  • All classes
avatar-seller
Video 1 – Genetica – van gen naar gedrag:
Wat zijn genen?
Moleculen zijn de bases. Ze komen in base paren: AT en GC.
Genen bestaan uit oneindig lange reeksen moleculen (ATGC). (DNA bevat de genen.)

Onverbiddelijk verband voorbeeld:
Herhaling letters CAG (>40x) --> abnormale gen produceert abnormale hoeveelheid eiwit huntingtine
(enzym) --> leidt tot ziekte van Huntington. (Degeneratieve hersenziekte; spartelen/ worstelen/
kronkelen; motoriek en later andere mentale functies progressief aangetast; begint meestal op latere
leeftijd.)

Wat doet een gen precies?
Een gen codeert voor een eiwit.
DNA in celkern. Er vinden transcripties plaats – er worden kopies gemaakt van epigen= RNA.
RNA kan celkern uit. In cel zit ribosomen, die code lezen. Obv code pakken ribosomen aminozuren en
rijgen die aaneen tot een proteïne.
Steeds drie letters (triplet= codon) achter elkaar in RNA coderen voor specifiek aminozuur.

DNA --> RNA --> eiwit
Verschillende genen (20 000) in DNA
1000en letters in één gen
3 letters coderen voor 1 aminozuur
Er zijn 20 aminozuren
Eiwitten dienen de functie van (zenuw)cellen: enzym, receptor, boodschapperstof.

Hoe krijg je de genen?
Chromosomen: waar het DNA op zit, zijn aparte structuren in celkern, in mens 46, in paren dus 23
paren.
Voortplanting: als kind 1 element van vader, 1 element van moeder. Nieuwe generatie.
Genen op 2 elementen (‘allelen’) van chromosomenpaar zijn grotendeels identiek; subtiele verschillen
kunnen ingrijpende gevolgen voor gedrag hebben.
--> Kortom: genen liggen verspreid over chromosomen. Chromosomen in paren. Elk paar heeft 2
varianten (allelen) van hetzelfde gen.

Samenspel met andere factoren:
Altijd onverbiddelijk? Lang niet altijd onverbiddelijk – meestal samenspel:
“De genen neigen, maar dwingen niet.”  Leg uit adhv gedragseffecten van PKU/ander voorbeeld. Door
omgeving aan te passen. Effect van omgeving hangt af van genetische uitrusting. Effect van genetische
uitrusting wordt pas echt bepaald door hetgeen in omgeving gebeurt.

Voorbeeld:
MAO-A op X chromosoom (allel-aspect niet essentieel)
2 varianten van gen: MAO-A low leidt tot zacht werkend MAO-A enzym; MAO-A high leidt tot hard
werkend MAO-A enzym. MAO-A low is kwetsbaarder voor omgeving.
MAO-A gen (MonoAmineOxydase A enzym)
- 1e variant: high – beschermt tegen agressie
- 2e variant: low – maakt kwetsbaar voor agressie

, HC 1

Wat is psychologie?
Gebruiken om gedrag te begrijpen, voorspellen, verbeteren; gedrag is niet mogelijk zonder hersenen.
*Zes perspectieven
- Evolutionair: gedrag in relatie tot hersenprocessen;
- Cognitief: meer gericht op mentale processen, gedrag begrijpen door zorgvuldig condities van
proefpersonen te manipuleren;
- Sociaal: gedrag in relatie tot anderen;
- Ontwikkeling: hoe ontwikkelt gedrag zich gedurende levensduur;
- Klinisch: geestesziektes.
Gedrag; mentale processen (gedrag bepaald door mentale processen); om iets te weten moeten we
meten (mentale processen meetbaar? Emotie – zweet, tranen? Waarneming – als iemand zegt dat hij
iets niet ziet, hebben we dan een meting van een mentaal proces?)

Meten is weten
- Gedrag kunnen we meten
- Kennis onderliggend mechanisme
- Verschillen in gedrag meten:
o Helmholtz: reactietijden op teen-simulatie langer dan die op heup-stimulatie
o Donders: reactietijden langer als je FCGT ziet dan alleen FT
- Mentale processen infereren
o Leren
 Gedrag in een en dezelfde situatie is veranderd na een ervaring
 Klassiek conditioneren – relatie tussen stimulus en daarop volgende respons
 To be CS followed by UCS automatically elicits UCR à CS leidt tot CR
 Operant of instrumenteel conditioneren – Skinner, Thorndike – relatie tussen
gedrag en daaropvolgende stimulus
 Reinforcement, bekrachtiging, zorgt dat het gedrag herhaald wordt
 Episodisch declareren
Wat betekent nature versus nurture, en hoe beinvloeden nature en nurtue volgens moderne
psychologen het gedrag?
- Nurture= leren van omgevingsinvloeden
- Nature= genetische bepaaldheid
- Alle ontwikkeling is functie van interactie tussen nature en nurture.

, HC2 - Neuronen
11/09
Geslachtsafhankelijk
- Mens heeft 23 paar chromosomen
- Eerste 22 paar autosomale chromosomen
- Laatste paar zijn geslachtschromosomen
o Vrouwelijk: XX
o Mannelijk: XY
- Genen liggen verspreid over die 23 paar chromosomen
- Bij autosomale chromosomen: elk geen heeft dus twee allelen (=varianten)
- Maar bij geslachtschromosomen
o Vrouwelijk: XX (gen: 2 allelen)
o Mannelijk: XY (gen: 1 allel)!
o X en Y dragen ‘seks-linked’ genen
 1 variant van allel kan gevolgen hebben, bijv rood-groen kleurenblindheid
 Genen coderen voor lichtgevoelige eiwitten (opsinen) in oog en liggen op X-
chromosoom.
 Gevolgen voor expressie van eigenschap, en voor overerving van eigenschap.
- ‘Seks-limited’ genen kunnen op alle chromosomen voorkomen
- Verschillend afgelezen tussen mannen en vrouwen
- Worden alleen afgelezen in 1 van de twee geslachten, onder invloed van geslachtshormonen
- Leidt tot verschillen in eigenschappen

Wat is het verschil tussen seks-linked en seks-limited genen?
- Seks-linked genen komen voor op geslachtschromosomen, en seks-limited genen kunnen
voorkomen op alle autosome chromosomen. Seks-limited zijn aanwezig in beide geslachten,
komen slechts tot expressie in 1 van de geslachten en blijven uitgeschakeld in andere geslacht.
Gebeurt oa onder invloed van hormonen.

Kunnen ervaringen de genen veranderen?
- Voorbeeld: onder invloed van ervaringen (dat mannetje niet geaccepteerd wordt als vrouwtje al
gepaard heeft) enzym dat DNA op plek bij promoter regio verandert, hangt chemische groep
aan, methyl, machinery die normaal afleest probeert te binden zit er methyl groep op en kan
niet binden dus kan niet afgelezen worden, gen is er codeert voor eiwit, structurele verandering
DNA of eiwit op DNA. à Minder versierpogingen;
- (Genetisch) manipuleren van fruitvliegen – geen enzym – methylering van plek is nodig voor
geheugenvorming. à Gedrag dier veranderd adhv die ervaring
- Promotor regio is soort mechanistische basis voor geheugen;
- Promotor regio wordt eigenlijk nooit afgelezen, binden machinery die zorgt voor aflezen daarna.

- Epigenetica
o Methylering – stopt de aflezing;
o Acetylering – wordt juist meer afgelezen;
o Andere mechanismen.
- Veranderingen kunnen relatief lang duren, niet genetisch.
- (Paar voorbeelden waarbij epigenetische veranderingen wel overerft worden)

, Wat is in globale termen een belangrijk chemisch mechanisme van epigenetica?
- Methylering
- Acetylering

Evolutie
Wat is het?
- Verandering over generaties van genen (en de eigenschappen waarvoor ze coderen) in
populaties;
- Reproductieve isolatie leidt vervolgens tot het ontstaan van verschillende soorten;
- (Gemeenschappelijke voorouder, soorten veranderen over de tijd, telkens een voorouder die
zich splitst in nieuwe soorten.)
- Al het leven is evolutionair verwant en alle soorten delen daarom een gemeenschappelijke
voorouder;
- Soorten die een recentere gemeenschappelijke voorouder hebben lijken vaak meer op elkaar
- Dit geldt voor genen, en de eigenschappen waarvoor ze coderen
- Genen op letter-bij-letter basis (CTAG) gemiddeld voor 85% gelijk (muiselijke)

- Maar de hoeveelheid genetische verandering heeft niet altijd een 1-op-1 relatie met de grootte
van verandering in een eigenschap;
- Verschillen in gedrag zijn vaak niet te herleiden tot een verschil in 1 enkel gen;
- Kleine genetische veranderingen kunnen soms tot grote veranderingen in eigenschappen leiden
en andersom.

Hoe werkt het?
- Spontane mutaties zorgen voor genetische variatie (verschillende allelen);
- Varianten die leiden tot verminderde voortplanting verdwijnen;
- Varianten die leiden tot betere voortplanting (meer nakomelingen) worden geselecteerd;
- Hierdoor veranderen eigenschappen van individuen in een populatie.
- Bij bacteriën kan je het wel snel zien (video over antibacterie dat bacteriën snel resistentie
kunnen opbouwen tegen AB).

Principes evolutie (Darwin)
- Overerfbaarheid van eigenschappen (genen)
- Verandering nodig – mutaties: het spontane ontstaan van genvarianten (niet doelgericht)
- Natuurlijke selectie van varianten die zorgen voor een individu dat beter aangepast is en
daardoor meer nakomelingen krijgt – ‘fitness’
- Mutaties zijn random; natuurlijke selectie van mutaties niet random , gebaseerd op
aangepastheid aan omgeving
- Eigenschappen die verworven worden door gebruik worden niet genetisch aan de volgende
generatie doorgegeven, bijv studie/spieren (contra Jean Lamarck)
- Let op: fitness betekent niet fit in de zin van sterk/gezond, maar het vermogen om aandeel
eigen genen in volgende generaties te vergroten.

Consequenties voor menselijk gedrag?
- Door evolutionaire verwantschap delen mensen genen, hersenstructuren en gedrag met andere
dieren;
- Geschikte modelsystemen voor experimenteel onderzoek aan ‘hoe’ vragen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maxmax11. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

80364 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.90
  • (0)
  Add to cart