Samenvatting Verbeteren van Sportprestaties
Week 2 C1
Hoe ouder je wordt, hoe moeilijker het is om nieuwe dingen te leren en hoe makkelijker het is om terug
te vallen in oude patronen (is gewoonte geworden). Het is dus makkelijker voor een kind van 3 jaar om
iets nieuws te leren.
Direct leren/expliciet leren: incidentele bewuste besturing het werkgeheugen
- Werkt voor ter plekke ontwerpen van nieuwe bewegingen
- Werkt langzaam en wordt snel vergeten
Kans op choking groter en kans op vloeiende beweging kleiner
Indirect leren/impliciet leren: geautomatiseerde onbewuste besturing de harde schijf
- Werkt voor routine bewegingen
- Onder tijdsdruk en in lange termijn geheugen
Wordt gekeken in het lange termijn geheugen
welke bewegingen je al kent en je kan gebruiken
voor dit beweegprobleem
Totaal plaatje
Bij direct leren probeer je als trainer meteen in te
grijpen op de lerende loop v.d. deelnemer
heeft vaak en goed oefenresultaat (zie je meteen
aan eind van de training), want werkt goed voor incidentele bewuste besturing
Bij indirect leren grijp je als trainer veel
meer in op elementen waar de deelnemer
uiteindelijk zelf van leert oefensituaties
creëren waarin beweegpatronen vanzelf
geleerd worden past bij goed leereffect
van structuur van harde schijf niet
meteen zichtbaar na een training, maar na
periode van retentie (=periode wanneer niet
geoefend word) kan beweging nog steeds goed uitgevoerd
worden.
Specificiteit is een voorwaarde dat bewegingen ook transfer hebben naar
doelbeweging beweging zo uitvoeren dat het ook lukt
Specificiteit als voorwaarde transfer of learning:
- Overeenkomst in innerlijke structuur (intra & inter musculaire coördinatie)
- Overeenkomst in uiterlijke structuur (bewegende deelsegmenten)
- Overeenkomst in energieleverantie (indien van toepassing)
- Overeenkomst in sensoriek
- Overeenkomst in het gevolg v.d. beweging
Intramusculaire coördinatie: spieren zorgen voor stabilliteit en energie
Intermusculaire coördinatie: samenwerken van verschillende spiergroepen binnen
een spier
, Cocontractie: tegelijk aanspannen van agonist en antagonist (en mogelijke synergist) tijdens bepaalde
beweging
- Zorgt voor stabiliteit bot wordt op zijn plek gehouden door gewrichten
- Zorgt dat er verminderde force output is voor de agonist
Cocontractie gebeurt altijd bij: krachtige bewegingen, plotselinge bewegingen en onvoorspelbare
bewegingen
Een skill moet specifiek en universeel (overal hetzelfde) zijn
Gesloten skill: beweging is voorspelbaar, omgeving blijft gelijk
Open skill: beweging is onvoorspelbaar, sporter moet snel beslissen
Concentrische contractie: spier verkort hogere snelheid leidt tot lagere
contractiekracht die dan nog haalbaar is weinig kracht + veel snelheid
Isometrische contractie: spier blijft op zelfde lengte (snelheid 0) gemiddeld niveau
aan kracht veel kracht + weinig snelheid (=co-contracties)
Excentrische contractie: spier verlengt hoger krachtniveau (wel tegen de
weerstand in) weinig kracht + veel snelheid
Dimensies van aandacht
- Interne focus: aandachtsgebied in je lichaam
- Externe focus: aandachtsgebied buiten je lichaam
Smal:
- Intern bv. gevoel in je knie
- Extern bv. midden v.d. handschoen v.d. catcher bij honkbal
Breed:
- Intern bv. gevoel wat een gehele golfswing met zich mee brengt
- Extern bv. verschillende bewegingen van tegenstander om te
bepalen welke richting ze opgaan
Externe focus heeft beter leerresultaat en
prestatie als gevolg
Bij ervaarde coaches is zelfs maar 1/3 v.d. aanwijzingen
voor de externe focus en 2/3 voor de interne focus
Een beweging kan je niet herhalen je kan nooit 2x een beweging precies hetzelfde uitvoeren, want
er is altijd verschil in uitvoering
Einde van een beweging wordt als eerst aangeleerd, want dit zorgt ervoor dat je je doel kan behalen
Preflex (=van tevoren) buiten werking van zenuwstelsel om
Bv. bij auto-ongeluk (van voren) hebben spieren zich van te voren onbewust
aangespannen, omdat je het zag aankomen
Reflex (=er na): reactie v.d. spieren die onwillekeurig optreedt
Bv. het terugtrekreflex ( je kunt dit uitschakelen bij bloedprikken
in je vinger)
Attractoren (= stabiele elementen v.d. beweging die altijd terugkomen)
Bv. voetplaatsing van boven is belangrijke attractor bij veel
sporten optimale cocontractie tussen hamstrings en quadriceps
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller roosschutte1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.07. You're not tied to anything after your purchase.