Samenvatting Verbeteren van Sportprestaties
Week 5 D1
Intro module D
De uitgeoefende kracht zal de beweging van een lichaam in de ruimte veranderen of geneigd zijn te
veranderen.
Gebaseerd op de tweede wet van Newton: kracht (f) is gelijk aan het product van massa
(m) en versnelling/accelereren (a) (f = m * a).
O.b.v. dit principe is de versnelling van een bepaalde massa recht evenredig en in
dezelfde richting als de uitgeoefende kracht.
Het vergroten v.d. maximale kracht van een atleet zal prestaties verbeteren (bv. harder gooien, harder
trappen of sneller rennen). Max. kracht kan een factor zijn binnen de prestatievergelijking, maar het
verhogen v.d. max. kracht en/of het vergroten van de hoeveelheid spierweefsel (hypertrofie) kan een
negatieve invloed hebben op een prestatie.
Energiesystemen (bv. ATP-PCr-systeem), neuromusculaire mechanismen (bv. grootteprincipe) en
spiervezeltypes hebben allemaal invloed op de complexe relatie tussen kracht en snelheid en deze
relatie wordt beschreven in de kracht-snelheidscurve. Deze curve kan worden gebruikt als blauwdruk
voor het ontwikkelen van krachttraining.
De sleutel tot het uitvoeren van een dergelijke behoefteanalyse is het begrijpen v.d.
prestatiekenmerken en beperkende factoren van kracht- en krachtsporten en weten hoe
je de belangrijkste prestatiekenmerken kunt meten (of de sporter testen).
Impulsoverdracht in een synaps (neuromusculaire synaps)
https://www.youtube.com/watch?v=XIQ0vJpzwPQ
Overgang van axon van alfamotorneuron naar de spiervezel
De eindknopjes van het motorische neuron geleiden impulsen van het CZS naar
Spiercellen. Hierin bevinden zich heel veel blaasjes. In die blaasjes bevindt zich de
neurotransmitter acetylcholine.
Wanneer een actiepotentiaal de eindknop bereikt gebeurt er dit:
1. Er ontstaat depolarisatie van het prejunctionele/presynaptische membraam van de eindknop.
2. Depolarisatie veroorzaakt instroom van calciumionen in de eindknop. Deze calciuminstroom
zorgt ervoor dat de neurotransmitter blaasjes samen gaan met het celmembraan, er ontstaan
dus een soort gaatjes in de rand.
3. En omdat deze gaatjes er zijn gaat er acetylcholine de neuromusculaire of synaptische spleet
in (ruimte tussen 2 neuronen).
4. Acetylcholine bind zich aan receptoren in de
postjunctionele/postynaptische membraam (spiercelmembraam)
5. Hierdoor kan er vooral meer natrium + het membraam in (hogere
membraam permeabiliteit). De instroom van natrium + zorgt voor
depolarisatie van de postjunctionele membraam.
6. De membraampotentiaal die bij dwarsgestreepte spiervezels -80 MV
is zakt naar -50 MV. Deze verandering heet de eindplaatpotentiaal.
7. Door ladingtransport in de spiercel wordt in het aangrenzende
gebied de drempelwaarde bereikt en komt er een actiepotentiaal die
via het sarcolemma gaat (spier contraheert).
De eindplaatpotentiaal heeft naast het opwekken van een actiepotentiaal in
de spiervezel nog een andere belangrijk effect:
1. Uit de spiercel komt het enzym acetylcholinesterase vrij. Dit enzym koppelt aan acetylcholine
om het te inactiveren en te splitsen naar choline en acetaat.
2. De membraam permeabiliteit voor ionen komt daardoor weer op het oorspronkelijke niveau en
de rustpotentiaal wordt weer herstelt.
3. Choline en acetaat worden nu weer opgenomen in de eindknop en terug gevormd naar
acetylcholine. Hierdoor is er ook maar een kleine voorraat neurotransmitter nodig.
, Sliding filament theory
Youtube: Sliding filament theory in muscle contraction
https://www.youtube.com/watch?v=gZevEd0qeW4
Tijdens spiercontractie glijden de actine- en myosinefilamenten langs elkaar heen.
Sarcomeer is de kleinste functionele eenheid die kan samentrekken. ( van Z-lijn tot Z-lijn)
Myofribril bestaat voornamelijk uit mysosine en actine myosinefilamenten.
Myofibril-rangschikking van actine en myosine is verantwoordelijk voor het gestreepte uiterlijk.
Bij een ontspannen spier blokkeert de tropomyosine de myosinebindingsplaatsen op actine.
De power stroke van de myosinekoppen kost ATP.
De power strokes van de myosinekoppen worden herhaald als er Ca2+ en ATP beschikbaar is.
1. Type I spiervezels lage intensiteit voor lange periode
2. Force neemt toe, het wordt zwaarder, dus type I spiervezels zijn
niet genoeg gebruik maken van type I en type IIa
3. Force neemt meer toe, beide spiervezels zijn niet genoeg en je
heb er nog een nodig gebruik maken van type I, type IIa en
type IIx
Type IIa spiervezels raken sneller op dan type I en type IIx
raken nog sneller op dan type IIa stoppen met de
activiteit (voor herstel) of de intensiteit afnemen
Youtube: Sarcomere length-tension
relationship | Circulatory system physiology |
NCLEX-RN | Khan Academy
https:// www.youtube.com/watch?
v=uVFqEi5j1v0
1. Er is geen ruimte voor
myosine om de Z- lijn naar
zich toe te trekken geen contractie
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller roosschutte1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.