100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting van scheikunde vwo 4 en 5 $6.97
Add to cart

Summary

Samenvatting van scheikunde vwo 4 en 5

 0 view  0 purchase
  • Course
  • Level

In de samenvatting staan alle onderwerpen die worden behandeld in vwo 4 en 5.

Preview 3 out of 22  pages

  • November 6, 2023
  • 22
  • 2023/2024
  • Summary
  • Secondary school
  • Unknown
  • 5
avatar-seller
Module 1

Zouten -> samenstelling van metaal en niet-metaal (hoef je niet te weten)

Als een stof zuiver is heeft het een kookpunt geen kooktraject.

Mengsel, temperatuur verandert tijdens stage verandering.

Isotoop -> hetzelfde atoomnummer maar massa varieert

Molrekenen

Moleculaire stof -> niet-metaal

Oxidatie getallen ->

Stoffen indelen -> metalen, niet-metalen, ..

Stroomgeleiding -> zouten geleiden stroom in een vloeibare toestand en een opgeloste toestand
maar niet in een vaste toestand

Covulentie -> aantal elektronen die nodig zijn om tot de octetregel te behoren

Valentie -> elektronen in buitenste schil

Bindingen -> aantal elektronen in de buitenste schil

, Module 2

Proefwerk:

Zouten, roosters, neerslag, bindingen (inter/intra), Naamgeving zouten, molrekenen

1.5, 2.2, 2.3, 1.6, 2.5, 1.10, 1.12, 1.13, 1.14, 3.4, 3.5

Elektronegativiteit (BINAS 40A) -> twee atomen delen elektronen, één trek elektronen meer naar
zich toe. Die heeft dan grotere elektronegativiteit (wordt dan negatief).

Elektronen tussen 0-0,4 dan zitten ze in het midden -> moleculaire stoffen (apolair)

Elektronen tussen 0,4-1,7 -> polaire stof

Elektronen boven 1,7 -> zouten (ionen)

Moleculaire stoffen -> niet-metalen

In een vloeistof dan splitsen ze in ionen, krijgen ze lading. De ene is positief en andere negatief.

Uitkomst is altijd positief

Voorbeeld – H(2,1) , Cl(3,2) -> 3,2 – 2,1 = 1,1

Voorbeeld – Na(0,9)Cl (3,2)-> 3,2 – 0,9 = 2,3

Metalen staan makkelijk elektronen af, behalve edelmetalen (goud, platina en zilver). Ze nemen het
niet op.

Niet-metalen staan niet af.

Zouten zijn in vaste toestand neutraal. In opgeloste toestand ontstaan er ionen.

Elektronen willen liefst in paren voorkomen. Als je er 7 hebt in de buitenste schil, hebben ze liefst er
8 zodat het voldoet aan octetregel. Volgende jaren staan ze ook anderen af zodat ze in een paar
voorkomen. Chloor +1,+5,-1 (BINAS 99 rechtsboven)

Bij zouten is de uitkomst groter dan 1,7.

Polariteit ->lading verschil

Delta(δ) -> verschil in lading

Degene die het sterkste is wordt negatief (als de uitkomst boven 0,4) is.



Dipoolmolecuul -> één kant van het molecuul is een beetje positief geladen, andere kant van het
molecuul is een beetje negatief geladen

Polaire stof -> bestaat uit dipoolmoleculen

Is een molecuul een dipoolmolecuul?

- Polaire atoombinding
- Ruimtelijke bouw

, Hydrofiel (wateroplosbaar) -> lost goed op in water

Hydrofoob (vet oplosbaar) -> lost niet goed op in water, stoot het af



Vanderwaalskracht -> is van alle tijden

Hoe groter de molecuul, hoe groter de vanderwaalskracht

Hoe kleiner de molecuul, hoe kleiner de vanderwaalskracht

Hoe groter een molecuulformule, hoe groter de massa, hoe groter de vanderwaalskracht, hoe
sterker de molecuul, hoe hoger het kookpunt



Waterstofbrug -> als een stof dat heeft, lost het snel op in water (O-H, N-H, H-F)

Als een stof vanderwaalskracht en een waterstofbrug heeft een hoger kookpunt.

Als een stof vanderwaalskracht, waterstofbruggen en een ion hebben, zijn ze nog sterker.



Bindende elektronenparen - Valentie elektronen -> aantal elektronen in de buitenste schil

Niet-bindende elektronenparen -> elektronen binnen de schillen



Als je een polaire stof hebt die geen spiegelvlak heeft is het een apolaire stof.



Atoomrooster-> alleen atomen die netjes gerangschikt zijn




Een apolaire stof neemt de oplosbaarheid af.



Apolair-apolair -> mengt goed

Polair-polair -> mengt goed

Polair-apolair -> mengt slecht (emulsie)



Neerslagreacties hebben twee functies -> aantonen en filtreren

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller madelonnotenboom2006. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.97. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

50064 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.97
  • (0)
Add to cart
Added