Hoofdstuk 12: Sociologische perspectieven op
het levenseinde en de dood
1. Sociale constructie van de dood
Fysiologische dood ~ sociaal gebeuren.
Hoe we omgaan met de dood wordt beïnvloed door cultuur & maatschappelijke
structuren.
Sociologisch perspectief: focus op sociale, culturele, maatschappelijke context
à betekenis, emoties, gedrag, effecten beter te begrijpen.
MAAR:
Hoe we sterven wordt ook beïnvloed door hoe we denken over de dood, vormt
onze culturele reacties en sociale instituties.
2. De dood als aanjager van de samenleving
= We zijn bang van de dood, we willen de dood zover mogelijk van ons
weghouden.
Centraliteit van de dood doorheen het menselijk bestaan alle maatschappelijke
organisaties zijn het resultaat van onze vrees voor en het ontwijken van de dood.
• “Every human society comprises people banded together in the face of
death” (Berger, 1969)
• “Civilisation is a defence mechanism against awareness of and fear of
being mortal” (Becker, 1973)
• “Existential fear” (Berger & Luckmann, 1967)
• “Ontological insecurity” (Giddens, 2013)
• “Denial of death”
• “Death anxiety”
Zie ook: terror management theory in sociale psychologie (Kemp, 2019): “…is a
dual-defense model that explains how people protect themselves against
concerns about death. Conscious concerns about death are combated by
proximal defenses aimed at eliminating the threat from focal attention.
Distal defenses diminish unconscious concerns about mortality via a sense of
meaning (i.e., worldviews) and value (i.e., self-esteem).”
1
,Duidelijk in het werk van de ‘vaders’ van de sociologie:
- Weber: kapitalistisch denken komt voort uit het idee van de
voorbestemming voor de hemel via het verweren van rijkdom. Hoe rijker je
wordt, hoe meer aanvang dat je naar de hemel kan gaan. Zorgt dat we ons
op bepaalde manier gaan inzetten.
- Durkheim: overlijdens in de gemeenschap leiden tot sterkere sociale
banden en meer solidariteit.
- Marx: religie (belofte van leven na de dood) ‘opium voor het volk’
- Malinowski: alle religies behelzen gelijkaardige reacties op dezelfde
doodsangst onsterfelijkheid, reïncarnatie, hemel,…
Ontologische (leer van het zijn) onzekerheid -> motor voor verandering in
materiële omstandigheden
• Voedselproductie: agricultuur & domesticatie
• Wetenschappelijke kennis rond hygiëne, gezondheid en ziekte
• Technologische & medische vooruitgang
• Volksgezondheidbeleid om (voortijdige) mortaliteit te vermijden
Verandering in overlijdensoorzaken (waar we van sterven)
Verandering in ziektetrajecten (hoe we onze laatste dagen spenderen)
Verandering in populatiestructuur. Vroeger veel jonge mensen, relatief weinig
oudere mensen -> veranderd en zal blijven veranderen. Aandeel ouderen stijgt.
Transitiefasen
Hoge deathrate & geboortefase, 2e fase snelle daling (door gezondere levensstijl),
3e fase geboorteratio daalt ook. 4e fase meer tot stabilisatie.
Epidemiologische transitiemodel (Omran) onderscheidt 3 fasen van transitie op
basis van patronne in fertiliteit, ziekte en mortaliteit:
2
, • Periode van infectieziekten en hongersnood : hoge mortaliteit, lage
levensverwachting (20-40 jaar)
• Periode van teruglopende pandemieën: dalende mortaliteitsgraad, minder
epidemiepieken, stijgende levensverwachting (30-50 jaar)
• Periode van degeneratieve beschavingsziekten : verder dalende
mortaliteitsgraad, shift naar ouderdomsziekten
Ook: 4de en 5de fase: “restabilisering” and “inkrimping”
Heden: rand 3e-4e fase & verder in de 4e fase. Bevolking aan het aanlengen,
vooral door migratie want geboortecijfer blijft wel stabiel.
Voorbeeld levensverwachting:
Er is een stijging in levensverwachting (variatie in verschillende landen,
levensverwachting wordt beïnvloed door gebeurtenissen in het land: geweld,
ondervoeding, epidemiologie).
Voorbeeld populatiestructuur:
We leven langer, dus we gaan naar een oudere bevolking (vergrijzing) =
veroudering van populatie.
Bevolkingspyramide (standaard opmaak van de bevolking).
In 2060 zien we een afvlakking, grotere proportie ouderen en een kleinere
proportie jongeren.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller yasminejoye. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.