Samenvatting Pedagogisch Management in de kinderopvang - conceptuele toets 2.1 Pedagogiek
29 views 3 purchases
Course
Management & organisatie (PED-HV1CTKO-23)
Institution
Haagse Hogeschool (HHS)
Book
Pedagogisch Management in de kinderopvang
dit document bevat aantekeningen van de hoorcolleges in combinatie met een samenvatting van de boeken: Pedagogisch Management in de Kinderopvang en Blik van de Yeti.
hierin staat dus kort en bondig vermeldt wat je voor het tentamen van leerjaar 2 blok 1 Pedagogiek op de Haagse Hogeschool moet w...
, Pedagogiek hoorcollege 1
Kinderopvang vanuit een historisch perspectief
Eind 19e eeuw
Armoede zorgde voor urbanisatie = trek van het platteland naar de stad en industrialisatie
slechte leefomstandigheden hoge kindersterfte (40% onder 1e jaar) moeder aansprakelijk,
want die waren nog pedagogisch onwetend en er waren geen sociale voorzieningen die vanuit de
overheid gegeven werden volksopstand de overheid doet nog steeds niks hulp geboden
vanuit (burgerlijke / vrouwelijke) bevolking 1875 kwam dan ook de eerste bewaarschool. Deze
was alleen bestemt voor kinderen van ‘’zedelijke’’ en arme moeders. Bij deze bewaarscholen werd:
- Hygiëne gecheckt
- Voeding was nauwelijks gezond
- Werden kalmeringsmiddelen gebruikt tegen het huilen
Er kwam dan ook een ambivalente houding vanuit de overheid : vrouwen horen niet te werken, maar
voor hun kinderen te zorgen, tegelijkertijd wisten ze ook dat het werken van de moeders nodig was
de bewaarschool werd dan ook gezien als noodzakelijk kwaad filantropen financierde deze
bewaarscholen.
1950-1980
Toename welvaart kindersterfte neemt af en ook kwam er meer vraag naar kinderopvang er
waren tekorten op de arbeidsmarkt de eerste gastarbeiders kwamen.
De overheid biedt nu wel sociale en zorgelijke voorzieningen en er kwam ook een verbod op
kinderarbeid ontstaan van een verzorgingsstaat.
Rond 1970 ontstaat er een grotere morele vrijheid de 2e feministische golf komt eraan, waarbij er
een introductie van de pil werd gemaakt en er meer vrouwen deelnamen aan het hoger onderwijs
en werk ook ontstond de hechtingstheorie = ontwikkelen van een emotionele band tussen
moeder en zuigeling door sensitief responsief reageren dit creëert het fragiele kind = kind is
emotioneel afhankelijk van ouders daardoor kwam er ook meer aandacht voor de pedagogische
relatie tussen kind en pedagogisch medewerker.
1980 – 2000
In de jaren 80 kwam er een economische crisis er ontstond massale werkeloosheid +
overheidstekorten geen geld om te investeren in de kinderopvangcentra daardoor gingen
vooral hoger opgeleide gebruik maken van de kinderopvang kinderopvang werd een
arbeidsmarktinstrument = vraag en aanbod was belangrijker dan de zorg voor het kind.
, In de jaren 90 kwam er juist weer een economische groei het neoliberalisme ontstond, oftewel
het marktdenken de overheid moest zich op kerntaken gaan richten, maar ze werden juist als
inefficiënt gezien. Ze vonden dat ‘’het marktleven dit beter kon’’. doordat de kinderopvang een
marktinstrument was geworden werd er een wijziging gemaakt in het overheidsbeleid > een
uitbreidingsaanbod voor het aantal kinderplekken hierbij werd er een introductie gedaan aan de
tripartieve financiering = dit houdt in dat de overheid, de werkgevers en de ouders allemaal
meebetalen aan de kinderopvang in 1995 kwam er langzaam maar zeker steeds meer aandacht
voor de kwaliteit van de kinderopvang.
Peuterspeelzalen
1960 – 1990
In 1965 werd de 1e peuterspeelgroep opgezet door hoogopgeleide moeders, waar het kind 2 à 3
dagdelen met leeftijdsgenootjes kon spelen later werd dit als buurtvoorziening gezien voor alle
kinderen.
Vanaf 1990
Er werd een overheidsbeleid opgesteld voor het bestrijden van taalachterstanden > VVE= vroege
voorschoolse educatie 2000 kwam de VE regeling > VVE in kinderopvang en de eerste twee
groepen van de basisschool per 1 jan 2022 moet er verplicht een VVE coach op locatie aanwezig
zijn.
De peuterspeelgroep werd dan door die jaren heen vooral gezien als voorziening voor peuters in
achterstandswijken.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller melissaveen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.33. You're not tied to anything after your purchase.