100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Vastgoedmarkten Hoorcolleges Vastgoedkunde leerjaar 1 kwartiel 1 $6.83   Add to cart

Class notes

Vastgoedmarkten Hoorcolleges Vastgoedkunde leerjaar 1 kwartiel 1

 19 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

Hoorcolleges voor het vak Vastgoedmarkten in kwartiel 1 leerjaar 1 vastgoedkunde

Preview 3 out of 23  pages

  • November 6, 2023
  • 23
  • 2022/2023
  • Class notes
  • Jos bodewes
  • All classes
avatar-seller
,Vastgoedmarkten 1.1 hoorcolleges
week 1)

Vastgoed en vastgoedmarkten
Met het begrip vastgoed wordt vaak een object (bijv. huis, kantoor of grond) aangeduid.
Met het begrip vastgoedmarkt(en) wordt bedoeld : • De (totale) vraag naar en het (totale)
aanbod van goederen (bijv. huis, kantoor of grond). Het resultaat van de marktwerking is de
prijsvorming van een goed

(Er zijn allemaal vastgoeddeelmarkten, want een vastgoedmarkt bestaat niet).

Economie = keuzes maken tussen schaarse middelen
Doel: maximale behoeftebevrediging (behoeften zijn in principe oneindig)
Probleem: beperkte middelen! (inkomen, grondstoffen, arbeid, etc.)

Schaarste is een begrip die hiermee te maken heeft à spanning tussen behoeften enerzijds en de
beschikbare middelen anderzijds.

De beschikbare middelen zijn schaars en alternatief aanwendbaar. Gevolg: nutsmaximalisatie
(schaarse) beschikbare middelen trachten maximaal nut te bereiken door het maken van keuzes. Dit
geldt voor zowel gezinshuishoudingen als bedrijfshuishoudingen als de overheid.

Welvaart is de mate waarin de spanning tussen behoeften en beperkte middelen is
opgeheven. Als je beschikt over veel goederen en diensten om in je behoefte te voorzien, is
er sprake van een hoge welvaart.

Soorten behoeften:
1. Primaire / secundaire behoeften.
Primair zijn noodzakelijke behoeften.
Secundaire behoeften zijn luxe goederen.
2. Stoffelijke / onstoffelijke behoeften.
Stoffelijke goederen zijn tastbare goederen.
Onstoffelijke goederen zijn geen tastbare goederen maar bijvoorbeeld dienstverlening.
3. Individuele / collectieve behoeften.
Individuele behoeften (individueel verschillend per consument waarbij ook individueel in kan
worden voorzien). Bijvoorbeeld mode of muziek.
Collectieve behoeften (behoeften die bij groepen consumenten bestaan, maar lastig
individueel in zijn te voorzien door deze consumenten). Bijvoorbeeld: onderwijs.

1. Kapitaal → Rente/huur 2. Arbeid → Loon 3. Natuur → Pacht 4. Ondernemerschap → Winst.

Modaal inkomen: Het meest voorkomende inkomen.
Nominaal inkomen: Het inkomen in absolute waarde.
Reëel inkomen: Het inkomen uitgedrukt in de hoeveelheid goederen die hiermee gekocht kunnen
worden. (Dit is ook wel de koopkracht). De verandering van het inkomen gecorrigeerd voor de
inflatie is de verandering van de koopkracht.


2

, De overheid krijgt inkomen door belastingen en premies, en geeft het inkomen uit aan:
1. Collectieve behoeften zoals onderwijs, veiligheid, etc.
2. (Consumptie door de overheid zelf.)
3. Inkomensvoorziening voor behoeftigen, zoals uitkeringen.

Kapitaal +arbeid + natuur + ondernemerschap = BBP (Bruto Binnenlands Product) genoemd; één van
de belangrijkste manieren om de omvang van de economie te meten.




Vormen van economische orde:
Centraal geleide planeconomie →Sterk aanwezige overheid.
Vrijemarkteconomie→ Zwak aanwezige overheid.
Georiënteerde markteconomie→Overheid reguleert in een vrijemarkteconomie.

Economische indicatoren op macroniveau:
Binnenlandse indicatoren zijn:
1. Groei bruto binnenlands product
2. Conjuncturele situatie
3. Index consumentenvertrouwen
4. Ontwikkeling werkloosheid, lonen en arbeidsproductiviteit
5. Prijsontwikkeling / inflatie
6. Orderportefeuille bedrijven

Buitenlandse indicatoren zijn:
1. Renteontwikkelingen
2. Ontwikkeling export en import
3. Ontwikkeling wisselkoersen
4. Verloop van de dollarkoers
5. Ontwikkeling energieprijzen

Conjunctuur = een meerjarige ontwikkeling van de economische activiteit van een land,
afgemeten aan de nationale productie (= BBP (bruto binnenlands product) van dat land. Het
gaat hier dan om de aanbodzijde van de economie

De trend geeft de gemiddelde groei van de nationale productie aan
gemeten in de tijd. Op lange termijn zal de trendlijn samenvallen met
de groei van de productiecapaciteit.

Conjunctuurgolf boven de trend → hoogconjunctuur.
Conjunctuurgolf onder de trend → laagconjunctuur.

3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller phoebevanderheijden1. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.83. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

78767 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.83  2x  sold
  • (0)
  Add to cart