Evolutie en Biodiversiteit (2022/2023) Samenvatting Deeltoets 2
62 views 8 purchases
Course
Evolutie en biodiversiteit
Institution
Universiteit Utrecht (UU)
Uitwerkingen van de leerdoelen van Evolutie en Biodiversiteit deeltoets 2 bij Universiteit Utrecht. In deze samenvatting is alle tentamenstof verwerkt, waarbij gebruik is gemaakt van de hoor- en werkcolleges.
Samenvatting Evolutie en biodiversiteit deeltoets 2
Het dierenrijk – invertebraten.
Eigenschappen van dieren in het algemeen.
Dieren zijn heterotroof. Dit betekent dat de organismen zich voeden van anderen; ze zijn niet in staat
om anorganische stoffen om te zetten in organische stoffen. Na opname moeten de dieren het
voedsel verteren.
Dieren zijn multicellulair en hebben geen celwand. Ze hebben meerdere cellen. Een celwand komt
alleen voor bij bacteriën, planten en schimmels.
Dieren kunnen zich actief bewegen. Ze kunnen sessiel zijn, dit betekent dat ze vastzitten op de
bodem, maar kunnen zich dan alsnog in een bepaalde staat bewegen. Dit wordt mogelijk gemaakt
door zenuwcellen en spier/contractiele vezels.
Dieren planten zich geslachtelijk voort. Het diploïde (2n) stadium is overheersend. Lichaamscellen
zijn altijd diploïd, alleen geslachtscellen (gameten) zijn haploïd (n).
De ontwikkeling van zygote naar adult gaat volgens een vast patroon. Dit wordt gereguleerd door
hox genen (homeotische genen). Deze genen bepalen de identiteit van lichaamsonderdelen. De
ontwikkeling van zygote naar adult gaat soms via metamorfose (rups -> vlinder).
Het ontstaan van het dierenrijk
Choanoflagellata worden gezien als de directe voorouders van dieren. Het is een eencellig organisme
met een kraag en een flagel. Er is waarschijnlijk een kolonie van deze cellen ontstaan waarbij
sommige cellen zich gingen specialiseren. Hier ontstonden de eerste vormen van gastrulatie.
Soortgelijke kraagcellen worden ook gevonden bij porifera (sponzen), cnidaria (neteldieren),
platyhelminthes (platwormen) en echinodermata (stekelhuidigen). Daarnaast zijn er overeenkomsten
op DNA niveau gevonden.
Indeling diergroepen.
Dieren worden ingedeeld op grond van
verschillende evolutionaire stappen:
• Het ontstaan van echte weefsels
(770 MYA).
• Het ontstaan van radiale /
bilaterale symmetrie (680 MYA).
• De ontwikkeling van de
lichaamsholte, deuterostomia vs
protostomia (670 MYA).
,Ontwikkeling van een zygote
De zygote ondergaat een aantal klievingen. Dit zijn celdelingen waarbij geen celgroei optreedt. Er is
een balletje met cellen die even groot blijft, maar wel meer cellen krijgt. Eerst is er een stadium
waarin het balletje uit 8 cellen bestaat. Via een tussenstap wordt dit een blastula. Een blastula is een
holle bal van cellen, de holte aan de binnenkant wordt het blastocoel genoemd.
Het spijsverteringskanaal wordt aangelegd via een proces dat gastrulatie heet. In dit proces migreren
cellen van buiten naar binnen, om een spijsverteringsholte te vormen.
• Blastopore = opening die bij de gastrulatie ontstaat.
• Argentron = holte die bij gastrulatie ontstaat.
,Coelomen
Het coeloom is de lichaamsholte die ontstaat bij de gastrulatie. Er zijn drie verschillende soorten
coelomen.
• Acoelomaten = hebben geen coeloom. Er is wel een mesoderm, maar deze mesoderm vult
de holte op (platwormen).
• Pseudocoelomaten = de holte is eenzijdig bekleed met mesoderm, aan de kant van het
ectoderm (rondwormen).
• (Eu)coelomaten = er is een echt coeloom. De holte is tweezijdig bekleed met mesoderm
(ringwormen).
Weefsels
Er zijn drie verschillende soorten weefsels.
• Ectoderm = buitenkant.
• Endoderm = binnenkant.
• Mesoderm = tussen ectoderm en endoderm.
Parazoa (sponzen en plakdiertjes) hebben geen echte weefsels.
Eumetazoa hebben dit wel. Echte weefsels ontstonden ongeveer
770 MYA.
Het derde kiemblad ontstond bij de wormen. Dit is het
mesoderm. Hieruit ontstaat echt spierweefsel.
, Protostomia vs deuterostomia
Bij protostomia ontwikkelt de blastopore zich tot de mond. Bij deuterostomia ontwikkelt de
blastopore zich tot de anus.
Protostomia bestaan uit lophotrochozoa en ecdyzoa.
• Lophotrochozoa bestaat uit lophophoraten; dieren die een lophophore dragen. Dit is een
soort kroon van tentakels met cilia daarop die worden gebruikt voor voedselverwerving. En
de groep bestaat uit trochophoralarve.
• Edcysozoa is een groep van dieren die vervellen door middel van een exoskelet.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maudmiddendorp. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.97. You're not tied to anything after your purchase.