100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Kwantitatieve M&T van criminologisch onderzoek $5.93   Add to cart

Summary

Samenvatting Kwantitatieve M&T van criminologisch onderzoek

 18 views  3 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Uitgebreide samenvatting van kwantitatieve methoden en technieken van criminologisch onderzoek waar ik een 9.5 mee heb gehaald. Samenvatting van het boek en verwerking van de college-aantekeningen.

Preview 4 out of 34  pages

  • Yes
  • November 7, 2023
  • 34
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Methoden en technieken van onderzoek in de criminologie
Hoofdstuk 1: Inleiding
Waar gaat dit boek over?
Criminologie is een objectwetenschap = Een wetenschap die zich bezighoudt met allerlei verklaringen
van één en hetzelfde soort fenomeen
 Object = Criminaliteit
 Verklaringen uit zeer uiteenlopende wetenschapsgebieden → Psychologie, sociologie,
economie, politicologie, biologie, rechtswetenschappen etc.
 Criminologen specialiseren zich in hun onderzoek naar bepaalde gebieden →
Divergentie/differentiatie
Criteria methoden en technieken van criminologisch onderzoek:
1. Is de methodologie uniek voor de criminologie?
2. De mate van algemeenheid van een bepaalde methodologie
→ Nadruk op de Nederlandse situatie

Criminaliteit en criminologie:
Crimineel gedrag is gedrag dat strafbaar is gesteld in de wet, maar:
 Te smal → Bijv. pesterijen
 Definities in het Wetboek van Strafrecht veranderen
→ Definitie is breder in de praktijk
Onderzoek naar:
 Omvang van criminaliteit
 Aard van criminaliteit
 Verklaren van criminaliteit
 Reacties op criminaliteit (en de effectiviteit van sancties)
 Daders van criminaliteit
 Slachtoffers van criminaliteit (victimologie)
o Slachtofferstudie an sich = Studie naar de gevolgen van een bepaald delict voor het
slachtoffer
o Instrumentele studie = Slachtofferstudies gebruiken om iets te weten te komen over
de omvang van criminaliteit

Een veelkleurig en fluïde onderzoeksobject:
Criminaliteit is een containerbegrip:
1. Wordt door het onderzoek ingegeven
2. Verschillende typen criminaliteit hebben verschillende verklaringen
Indelingen:
 (CBS-)Standaardclassificatie → In de praktijk vaker gedrags- of maatschappelijke kwalificatie
dan juridische kwalificatie
 Duidelijk aanwijsbaar slachtoffer of niet
 Groepscriminaliteit of individueel gepleegde criminaliteit
 Georganiseerdheid
 Kenmerken van dader of slachtoffer → Leeftijd, gender, etniciteit, activiteit

Kenmerken en doelen van wetenschap:
 Objectiviteit = Onderzoeker mag de verzamelde gegevens niet subjectief inkleuren
o Intersubjectiviteit = Wanneer onderzoekers onafhankelijk van elkaar tot hetzelfde
subjectieve oordeel komen
o Standaardisatie van onderzoekssituaties, openbaarheid van regels, repliceerbaarheid
van onderzoek
 Kennis (verwerving)

,  Streven naar waarheid
 Rationaliteit = Theorieën waarmee we fenomenen verklaren mogen onderling geen
tegenstrijdige conclusies opleveren
Wetenschapsopvattingen:
 Fenomenologie
o Bestudering van de mens in relatie tot zijn omgeving
o Welke betekenis heeft de situatie voor het individu?
 Symbolisch interactionisme
o Interactie tussen mensen en de symbolen die hierbij worden gebruikt
o Participerende observatie = Als onderzoeker zoveel mogelijk in de rol van de
onderzochte kruipen om de interacties van deze persoon zo goed mogelijk te
begrijpen
 Neopositivisme
o Huis van bouwstenen = Als de bouwstenen waar zijn, is de daaruit opgebouwde
theorie ook waar
o Wetenschap is een accumulatie van telkens kleine waarheden, al die waarheden
tezamen vormen een theorie
o Der Wiener Kreis
 Kritisch rationalisme
Theorie
o Karl Popper (1)

o Absolute kennis bestaat niet → Popper: “Je kunt nooit zeker
weten of iets waar is; je kunt wel zeker weten dat iets niet waar Evaluatie Inductie

is.”
o Falsificatie met empirisch onderzoek
o Een theorie is voorlopig waar, totdat deze wordt gefalsificeerd
Toetsing Deductie
o Zwaartekracht → Zolang appels naar beneden vallen, is er
sprake van zwaartekracht

De mpirische onderzoekscyclus:
→ Adriaan de Groot (Het denken van de schaker)
→ We zijn nooit klaar met verklaren
 Theorie
o Observatie/idee, iets wat men wil onderzoeken
o Min of meer afgebakend onderwerp waarop het onderzoek zich richt
o Literatuurstudie vaak vereist
 Inductie
o Van het algemene idee naar de formulering van een abstracte onderzoeksvraag
o Stelling/hypothese
 Deductie
o De hypothese/verbanden moet concreet worden
o Hoe wordt het gemeten, bij welk resultaat is de hypothese bevestigd etc.
 Toetsing
o Verzamelen van de gegevens en de hypothese toetsen
o Onderzoekers moeten inwisselbaar zijn → Standaardisatie
 Evaluatie
o Resultaten van het onderzoek worden vergeleken met de bestaande kennis
o Voldoende kwaliteit? Voldoende zeggingskracht?
o Absolute criteria = Bij negatieve beoordeling wordt de theorie sowieso verworpen
 Logische consistentie = Er moeten geen tegenstrijdigheden in een theorie
zitten, een logisch geheel
 Toetsbaarheid = Je moet empirie kunnen gebruiken om het te toetsen

, o Relatieve criteria = Dienen om te kiezen tussen twee theorieën
 Parsimonie = Als er twee tegenstrijdige theorieën zijn, met evenveel
verklaringskracht, kiezen we de meest eenvoudige theorie
 Compatibiliteit = Voorkeur aan de theorie die het beste aansluit bij de
bestaande kennis
Theorie vs. model:
 Modellen hebben structuurovereenkomst met de werkelijkheid die zij beschrijven
o Onafhankelijk van de werkelijkheid
o Bekender dan de werkelijkheid
o Komt in structuur overeen met de werkelijkheid
 Theorie is ook een soort model, maar vaak veelomvattender
o Leiden tot voorspellingen
o Verklaren waarnemingen

Typen criminologisch onderzoek:
Micro (of meso)  Macro
 Microniveau = Individu/persoon is degene bij wie de gebeurtenissen die we willen
onderzoeken plaatsvinden
o Bijv.: Relatie tussen slachtofferschap van seksueel misbruik en zedendelinquentie
 Macroniveau = Processen die zich op een niveau boven het individu afspelen
o I.p.v. gegevens van een groot aantal verschillende landen, de gegevens uit één land
nemen, gemeten over meerdere jaren
o Bijv.: Algemene welvaartspeil in relatie tot geregistreerde criminaliteit
 Ecologische fout = Bevindingen van het ene niveau interpreteren op een ander niveau
o Bijvoorbeeld: Op groepsniveau: Hoger inkomen → Hoger daderschap - Op individueel
niveau: Hoger inkomen → Lager daderschap
 Mesoniveau = Al die niveaus waar ten minste één aggregatie over de oorspronkelijke
eenheden heeft plaatsgevonden

Kwantitatief  Kwalitatief
 Kwantitatief = Hoeveelheid van een fenomeen
o Meetinstrumenten, vragenlijsten, experiment, survey etc.
 Kwalitatief = Precieze hoe en waarom van een fenomeen
o Interviews, participerende observatie, bestudering van strafdossiers etc.
o Etnografische studie
 Mixed methods

Beschrijvend  Verklarend
 Voordat aan verklaren kan worden toegekomen, worden de te verklaren verschijnselen vaak
beschreven
 Verklarend onderzoek = Causaliteits- of experimenteel onderzoek
 Wanneer er twee kenmerken zijn die beide tot het gevolg zouden kunnen leiden, zijn deze
confounded → De verklarende factor hangt systematisch samen met andere mogelijke
verklaringen
o Oplossing: Experimenteel onderzoek
o Maar: Niet altijd mogelijk in de criminologie → OM/rechter legt de straffen op

Cross-sectioneel  Longitudinaal
 Longitudinaal = Onderzoek waarin men door de tijd metingen verricht
o Er komen min. 2 metingen in voor die elk een verschillend moment representeren
 Bijv.: Onderzoek naar de effectiviteit van een interventie (voor- en nameting)

, o Retrospectief = Terugkijken in de tijd, mensen achteraf om gegevens vragen
 Nadeel: Geheugeneffecten + Mensen ordenen gebeurtenissen in een logisch
systeem (ander gevoel over huwelijk na scheiding) + Statistisch (bijv. deel
overleden)
o Prospectief = Nu starten met onderzoek en je loopt mee met de
onderzoekssubjecten
 Nadeel: Duur + Duurt lang voordat je resultaten hebt
o Overeenkomst: Herhaalde metingen over dezelfde personen worden verzameld
 Cross-sectioneel = Onderzoek dat kijkt naar de situatie op één moment in de tijd (en niet
naar veranderingen)
o Bijv.: Hoe is het gesteld met het vertrouwen in de politie?

Historisch  Contemporain
→ Onderzoeken van zeldzame fenomenen, trends, vragen naar het verleden zelf

Toetsend  Exploratief
 Toetsend = Onderzoeken van twee hypothesen, waarvan een de nulhypothese is
→ Vaak kwantitatief
 Exploratief = Minder van tevoren omschreven, diepgravender, maar leidt tot minder harde
conclusies
→ Vaak kwalitatief

Primair  Secundair
 Primair = Gegevens die door de onderzoeker zelf zijn verzameld
 Secundair = Gegevens die eerder verzameld zijn door anderen (soms voor hetzelfde doel)
→ Snel en goedkoop, maar mindere kwaliteit, diepte of precisie

Bijzonder aan methoden en technieken van criminologisch onderzoek:
1. Populatie wil niet worden gekend en niet worden onderzocht
 Ophelderingspercentage loopt terug
 Leden van de populatie hebben een negatief belang bij het onderzoek
 Risico op vervolging etc.
 Dom om hun bedrijfsgeheimen te verklappen
2. Officiële gegevensbestanden met veel informatie
 Selectief → Onderschatting/niet representatief
 Weinig keteninformatie & onduidelijke kwaliteit
 Opgezet voor andere (administratieve) doeleinden
3. Gegevens vaak niet normaal verdeeld
 Bijv.: IQ wel, leeftijd ten tijde van eerste delict niet → Minder krachtige toetsen
 Levensloop, geografie
4. Gelaagde structuur
 Sommige daders zijn bij meerdere delicten betrokken en komen zo vaker voor in de
statistieken
 Soms kunnen ook zaken samen worden gevoegd
5. Normatief kader
 Veel experimenteel onderzoek kan om ethische redenen niet
6. Gevoeligheid (maatschappij, media, politiek)

Hoofdstuk 2: Onderzoek naar criminaliteit en aanverwante zaken
Operationaliseren en meten:
 Meten = Toekennen van getallen aan waarnemingen

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying this summary from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller criminologiestudent2. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy this summary for $5.93. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy summaries for 14 years now

Start selling

Recently viewed by you


$5.93  3x  sold
  • (0)
  Buy now