100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Collegeaantekingen van basiskennis van het beroep deel 1A (gehaald met 9,1) $6.98
Add to cart

Class notes

Collegeaantekingen van basiskennis van het beroep deel 1A (gehaald met 9,1)

 6 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Het document bevat college 1 tot en met 7. Daarbij is alles duidelijk uitgelegd met veel bijbehorende afbeeldingen. Alleen mobiliteitsaandoeningen en psychiatrie is niet behandeld.

Preview 4 out of 43  pages

  • November 7, 2023
  • 43
  • 2023/2024
  • Class notes
  • Nadine wilzack
  • Mobiliteitsaandoening en psychiatrie
avatar-seller
Inhoudsopgave
Basiskennis van het beroep deel I.................................................................................................................. 2
College 1 introductie en cellen.............................................................................................................................2
College 2 celdeling en oncologie..........................................................................................................................5
College 3 Weefsels en Huid..................................................................................................................................9
College 4 Melanoom, huidaandoeningen, botten en gewrichten......................................................................13
College 5 Glucose, vetmetabolisme, ondervoeding en uitdroging bij ouderen.................................................20
College 6 Nieren en aandoeningen, urineweg en incontinentie........................................................................27
College 7 Spijsverteringsstelsel en maag- en darmaandoeningen....................................................................34




1

,Basiskennis van het beroep deel I
College 1 introductie en cellen

Anatomie en Fysiologie
Anatomen bestuderen interne en externe structuur en de fysieke relaties
tussen lichaamsdelen. Fysiologen bestuderen hoe organismen vitale
functies uitvoeren.

Het leven bestaat uit opeenvolgende niveaus van toenemende
complexiteit
- Chemisch of moleculair
- Cellulair
- Weefsel
- Orgaan
- Orgaanstelstel
- Organisme.

De cellen zijn de kleinste biologische eenheden. Zij hebben allemaal hele specifieke functies. Het
grootste orgaan van ons organisme is de huid. Het menselijk lichaam bestaat uit 11 orgaanstelsels:
- Huid
- Skelet
- Spieren
- Zenuwen
- Hormonen
- Hart en bloedvaten
- Lymfe
- Ademhaling
- Vertering
- Urine
- Voortplanting

Homeostase is het stabiel houden van het lichaam. De regulering door homeostase hangt af van een
receptor die gevoelig is voor een bepaalde stimulus of van een effector die dezelfde stimulus
beïnvloeden. Bij homeostase kan er sprake zijn van een negatieve feedback. De negatieve feedback
zorgt er bijvoorbeeld voor dat als de temperatuur te hoog is door middel van een negatieve
terugkoppeling de temperatuur omlaaggaat. Een negatieve terugkoppeling zorgt voor het
tegenovergestelde effect (laag  hoog en hoog  laag). Om dit goed te kunnen doen zijn er drie
componenten nodig (detector  receptor  effector). De negatieve feedback komt erg veel voor,
omdat het goed de homeostase kan bewaren. De tegenhanger van negatieve feedback is positieve
feedback. Positieve feedback zal een prikkel versterken (laag  lager en hoog  hoger). Een
positieve feedback gaat tegen de begrippen van homeostase in. Deze acties zijn relatief zeldzaam in
het lichaam, het komt voornamelijk voor bij bloedstolling, spijsvertering en bevalling.

De taal van anatomie
De anatomische positie is de armen langs het lichaam, handpalmen naar voren en voeten naast elkaar.
Anatomische positie: armen langs het lichaam, handpalmen naar voren en voeten naast elkaar. Een
supineligging is een rugligging en een prone ligging is buikligging.

Er zijn een aantal anatomische richtingen
- Anterior is de voorkant van het lichaam
- Posterior is de achterkant van het lichaam
- Craniaal verwijst naar het hoofd
- Caudaal verwijst naar het staartbeentje

2

, - Superior is boven het hart
- Inferior is onder het hart
- Lateraal is alle organen aan de zijkant
- Mediaal is alle organen in het midden
- Proximaal is alles wat naar het lichaam wijst
- Distaal is alles wat van het lichaam wegwijst
- Prone is een buikligging
- Supine is een rugligging.

In de kliniek worden er drie verschillende soorten vlakken
gebruikt om een het lichaam te onderzoeken, denk hierbij aan
frontale doorsneden, sagittale doorsneden en transversale
doorsneden. Een voorbeeld van een transversale doorsneden is
voor een CT-scan.




Een cel is een levend organisme. De cel is begrensd door een celmembraan. Al hetgeen wat zich in de
cel bevindt is intracellulair en al hetgeen wat zich buiten de cel bevindt is extracellulair.

Plasmamembraan
De plasmamembraan bestaat uit twee lagen fosfolipiden. Deze twee lagen fosfolipiden bevatten
eiwitten en suikermoleculen. De kop van de plasmamembraan is hydrofiel, dat betekent dat het water
aantrekt. De staart is lipofiel of hydrofoob, dat betekent dat het vet aantrekt.

De vloeistof in de cel heet cytosol en de vloeistof in de cel en celorganel heet cytoplasma.

Mitochondriën à Celademhaling
Zij maken cel brandstof, ook spelen zij een rol bij de aerobe ademhaling. De
betekenis van aerobe is dat glucose in aanwezigheid van zuurstof wordt
omgezet of verbrand tot cel brandstof of ATP (adenosinetrifosfaat). –
energiefabriekjes.




Ribosomen
Ribosomen zijn korrels in het cytosol. Er worden eiwitten gemaakt uit aminozuren.

Eiwitten:
Het versnellen van biologische en chemische reactie in de cel wordt geregeld door enzymen.
Voorbeelden van hormonen zijn insuline, glucagon, geslachtshormonen en schildklierhormonen.
Neurotransmitters is een voorbeeld van een signaaleiwit. Ook zijn er functionele eiwitten en
transporteiwitten.

Endoplasmatisch reticulum (ER)
Dat is het organel in het cytoplasma:
- Ruw uitzicht of bedekt met ribosomen à ruw ER of RER
- Glad uitzicht (niet bedekt met ribosomen) à smooth ER of SER

3

, Eiwitten en ook hormonen worden via exocytose naar het extracellulaire milieu getransporteerd.

Endoplasmatisch reticulum
SER

De aanmaak van lipiden of vetten en steroïden hormonen. Voorbeelden van steroïden hormonen is
bijvoorbeeld cholesterol, cortisol, corticosteroïden en aldosteron. Het is ontgiften van farmaca
(medicijn). Veel SER wordt gevonden in de lever.

Golgi apparaat
Golgi apparaat staat in verbinding met het ER. De gevormde eiwitten,
hormonen, enzymen, lipiden en steroïde hormonen van het ER worden in het
Golgi apparaat verpakt.

De eiwitten worden verpakt in blaasjes en deze blaasjes bevatten een membraan
De verpakte stoffen in deze blaasjes kunnen dan de cel verlaten via exocytose.

Exocytose is het proces waarbij een celstoffen afgeeft aan of afscheidt naar de celmembraan of
extracellulaire milieu.




Lysosomen
Dit zijn blaasjes in de cel die verteringsenzymen bevatten. Het verteringsenzym breken in een gezonde
cel grote moleculen af. Het glycogeen wordt afgebroken tot glucose en eiwitten worden afgebroken tot
aminozuren. Het afbreken van grote moleculen tot kleinere moleculen noemt men katabolisme. Er
komt bij het afbreken altijd energie vrij onder vermelding van ATP. Tot slot kan het verteringsenzym
ook lichaamsvreemde stoffer afbreken (fagocytose).

Cytoskelet
Dit is het netwerk van microscopische kleine vezels, denk hierbij aan
microvilli, cilia en flagella.
- De cellen van de dunne darm zijn bedekt met microvilli
- De cellen van de luchtwegen (trachea) zijn bedekt met cilia
- De spermacellen bevatten zweepachtige uitstulpingen of flagella.


Elke cel in ons lichaam bevat een celkern, met uitzondering in de erytrocyt of de rode bloedcel. Een
celkern bevat DNA of desoxyribonucleïnezuur (genetische code). In de chromosomen bevindt zich het
DNA. Er zitten 23 paar of 46 menselijke chromosomen in de somatische cellen en 23 chromosomen in
de geslachtscellen. 1 chromosoom bestaat uit 2 chromatiden.

BELANGRIJK
De kern bevat DNA, de genetische instructies in de chromosomen. De instructies geven aan hoe de
eiwitten moeten worden gevormd die de structuur en de functie van de cel bepalen.

4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller chantalvisscher. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.98. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.98
  • (0)
Add to cart
Added