Duitsland in Europa 1918-1991
§1 zwakke plekken van de Republiek van Weimar
In de laatste dagen van de Eerste Wereldoorlog werd in het Duitse keizerrijk een republiek
uitgeroepen. De democratie van de Republiek van Weimar was vanaf het begin al wankel. De sociaal-
democratische regering moest de wapenstilstand tekenen, een groot deel van de bevolking had geen
vertrouwen in de Republiek en de economie van Duitsland stond er erg slecht voor. Voor het goed
functioneren van een parlementaire democratie is er vertrouwen nodig van een merendeel van de
bevolking. In de Republiek van Weimar was dit niet het geval. Er kwam tegenstand van verschillende
groepen. Ten eerste de Duitse communisten van de partij KPD. In de hoop op een revolutie deden zij
mee aan de verkiezingen, ze gebruikten de parlementaire democratie alleen om propaganda te
maken voor hun eigen ideaal. Daarnaast waren er de nationalisten en conservatieven. Zij wilden het
liefste terug naar het keizerrijk om zelf meer invloed te kunnen behouden. Ook vonden ze dat het
communisme niet goed genoeg bestreden werd door de regering van de republiek. Als laatste waren
er de teleurgestelde ex-soldaten. Na de oorlog keerden zij terug naar huis, maar velen konden geen
baan vinden. Ze konden hun oude leven niet meer oppakken en gaven de schuld aan de regering.
Gevoed door de Dolkstootlegende hielden de tegenstanders van de republiek de sociaal-
democratische regering verantwoordelijk voor de nederlaag in de Eerste Wereldoorlog, het
opgelegde Verdrag van Versailles uit 1919 en van de hieruit voortvloeiende slechte economische
toestand. De leiders van de heersende partijen probeerden door een vreedzame politiek weer
aanzien te krijgen in Europa en de steun te winnen van de Duitse bevolking. Maar de Vrede van
Versailles maakte dat moeilijk. Als verliezer had Duitsland geen invloed op de zeer nadelige vrede.
Duitsland kreeg de schuld van de oorlog en kreeg enorme herstelbetalingen opgelegd. Daarnaast
moest Duitsland belangrijke economische gebieden en koloniën afstaan. Ten slotte moest Duitsland
zich ontwapenen, het mocht alleen een klein beroepsleger hebben.
De Duitse economie verslechterde sterk door de hoge herstelbetalingen. Door de slechte
economische toestand kon Duitsland de herstelbetalingen niet bijhouden. Wegens achterstand in de
betalingen werd het Ruhrgebied in 1923 bezet door Franse en Belgische troepen. De arbeiders van
het industriegebied gingen staken, de Duitse regering betaalde hun lonen door. Om dit te kunnen
betalen liet de regering geld bijdrukken, wat leidde tot hyperinflatie. De mark werd waardeloos. Door
deze inflatie ontstond in 1923 een grote economische crisis.
Halverwege de jaren ’20 bloeide de Duitse economie weer enigszins op. Dit kwam mede door een
verzoeningspolitiek met Frankrijk. In 1925 begonnen de ministers van Buitenlandse Zaken van
Frankrijk en Duitsland aan een politiek van Frans-Duitse toenadering. Daarnaast schoot de VS
Duitsland te hulp bij de economische crisis. In 1924 kwamen zij met het Dawesplan. De VS zou het
jaarlijkse aandeel in de aflossing van herstelbetalingen koppelen aan de daadkracht van de Duitse
economie. Ook verstrekte de VS leningen om de economie weer te stimuleren. Het Dawesplan leidde
tot het vertrek van de troepen uit het Ruhrgebied en tijdelijk economisch herstel. Daardoor kon er
tussen 1924 en 1929 een redelijk stabiele regering worden gevormd.
§2 de nazi’s profiteren van de economische crisis van 1929
In 1929 vond de Amerikaanse Beurskrach plaats. De waarde van de aandelen op Wall Street daalde
plotseling zeer sterk. De beurskrach zorgde voor een enorme economische crisis. Deze crisis sloeg
over naar landen die sterke economische banden hadden met de VS, waaronder ook Europa. In
Europa werd Duitsland het zwaarst getroffen. De Amerikaanse banken gingen hun leningen aan
andere landen terugvragen. Veel Duitse bedrijven waren door het Dawesplan erg afhankelijk van de
, lening. Vele Duitse bedrijven gingen failliet of moesten veel arbeiders ontslaan. Er ontstond grote
werkloosheid.
De economische crisis in Duitsland werd ook een politieke crisis. Er ontstond grote politieke
instabiliteit, de partijen die de Republiek van Weimar hadden gesteund (de coalitieregering) vielen in
1930 uiteen. De Rijkspresident en Rijkskanselier slaagde er niet in om een nieuw kabinet te vormen
en riepen de noodtoestand uit. Zo kon de regering noodverordeningen nemen, die ondertekend
werden door de Rijkskanselier. Deze economische en politieke crisis bleek vooral gunstig te werken
voor de fascistische Nationalsozialistische Deutsche Arbeiterpartei (NSDAP) en haar Führer Adolf
Hitler. De partij bood een alternatief voor de parlementaire democratie, Hitler zou het land leiden
naar welvaart en nationale eenheid. Ook beloofde hij het Verdrag van Versailles ongedaan te maken.
De NSDAP was in 1920 opgericht en had in 1923 een mislukte staatsgreep gepleegd. Hitler werd
gevangengenomen, maar begon na zijn vrijkoming in 1925 opnieuw. Het lukte de NSDAP om uit te
groeien tot een massaorganisatie, door gebruik te maken van propaganda en paramilitair vertoon.
Het fascisme is een totalitaire ideologie: een duidelijk omschreven wereldbeschouwing die
betrekking heeft op alle aspecten van de maatschappij. Het fascisme kwam in veel Europese landen
voor. Het fascisme had in die landen een aantal gemeenschappelijke kenmerken:
Het fascisme is negatief de aandacht gaat vooral naar zaken waar men tegen is, zoals de
parlementaire democratie, persoonlijke vrijheid (liberalisme) en alles wat het volk kan
verdelen (socialisme en communisme).
Maar het fascisme was ook vóór een aantal zaken:
Het belang van de eigen groep wordt vooropgesteld
Het fascisme is ultra-nationalistisch fascisten zien hun staat als de beste en vindt dat ze
andere volken mogen overheersen.
De mensen zijn niet gelijk, ‘hogeren’ moeten het volk leiden
Aan het hoofd staat één leider
De fascistische partij beheerst alle uitingen van cultuur in de staat
Verstand als basis voor handelen is minder geschikt dan het gevoel Hitler wilde een
Volksgemeinschaft (volksgemeenschap) met mensen die volledig achter de ideologie van de
nazi’s stonden.
Het fascisme verheerlijkt de daad
Vrouwen moeten veel kinderen voortbrengen en voor hun gezin zorgen
Het Duitse fascisme, het nationaal-socialisme, had nog twee aanvullende kenmerken:
Rassenleer de nazi’s gingen uit van de ongelijkheid van rassen in de wereld. Zij
verdeelden de rassen in drie soorten. Er was een hoogwaardig ras, namelijk het Arische ras.
Dit zijn blanke, niet Slavische volken van Europa. Vooral de Germaanse volken werden
gezien als raszuiver. Daarnaast waren er ook minderwaardige rassen, zoals de slaven in
Oost-Europa en de gekleurde bevolking in de niet-westerse wereld. Ten slotte waren er nog
de verderfelijke rassen. De nazi’s probeerden deze zogenoemde ‘parasietenrassen’ te laten
werken voor de hoogwaardige rassen of probeerden ze te vernietigen. Tot deze verderfelijke
rassen behoorden vooral joden en zigeuners.
De haat tegen joden, het antisemitisme, is echter geen uitvinding van de nazi’s. Bijna
overal in Europa bestond al eeuwenlang antisemitisme. Dit kwam vooral tot uiting in
moeilijke tijden, omdat de bevolking dan een zondeblok zocht voor de ellende. De
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller britthoete. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.53. You're not tied to anything after your purchase.