Samenvatting van de hoorcolleges 7 t/m 13 van wetenschapsfilosofie 2017. De samenvatting is volledig geschreven aan de hand van de colleges van de heer Vlerick. Stof die hij tijdens de colleges niet behandeld heeft (maar wel op de oude slides van vorig jaar stonden die hij heeft gebruikt) staat nie...
Endterm wetenschapsfilosofie
Hoorcollege 7: Paul Feyerabend
Paul denkt in de lijn van Kuhn, maar is radicaler. Lakatos en Feyerabend waren goede
vrienden. Lakatos gaf een reactie op de filosofische theorie van Feyerabend.
Waar Kuhn het had over paradigma’s had Feyerabend het over tradities. De geschiedenis is
een opeenvolging van tradities: het één is niet beter dan het andere. De huidige westerse
wetenschap is één van die tradities. Waar Kuhn dacht dat je in een paradigma opgesloten
zat, zegt Feyerabend dat je over kan stappen naar een andere traditie. Je kunt afwisselen en
combineren. Hij was het er wel mee eens dat een paradigmawisseling geen verbetering
inhoudt. De waarneming is theorie geladen en de feiten worden dus geconstrueerd.
Wetenschap kun je samenvatten in 2 slogans: against method en anything goes.
Against Method:
Against Method wordt vaak niet goed geïnterpreteerd. Hij is niet tegen de wetenschappelijke
methode. De wetenschappelijke methode is zeker wel een methode om kennis te verwerven,
maar er zijn nog meerdere methodes. Feyerabend is dus pro wetenschap. Waar is hij dan
tegen? Waarom?
Als je zegt dat de bron van kennis de wetenschap is, dan zeg je dat alle andere methoden
geen goede methoden zijn om kennis te verwerven. Daarom heeft de wetenschap een
monopolie op kennisverwerving gekregen.
Als we toegang zouden hebben tot objectieve feiten, dan zou het terecht zijn dat de
wetenschap een monopolie heeft op kennisverwerving. Maar dit hebben we niet omdat de
waarneming fundamenteel theorie geladen is. Door de theorie die je hebt kijk je anders naar
de werkelijkheid. Er is geen objectieve werkelijkheid. Alles volgt uit de traditie waaruit we
komen. Er zijn dus geen objectieve feiten, elke theorie is dus een soort constructie. Het zou
niet toegestaan moeten zijn dat de wetenschap een alleenrecht heeft op kennisverwerving,
in de westerse maatschappij is dit nu wel het geval. Het is slechts een perspectief naast
andere perspectieven en dus moeten we andere bronnen van kennis toelaten.
Het is wel mogelijk om één traditie uit te kiezen en als autoriteit aan te nemen als het over
de werkelijkheid gaat. Tot op zekere hoogte hebben we dit met de wetenschappen gedaan.
Dit is echter niet wenselijk. Als we andere tradities toelaten zullen we meer kennis vergaren.
Anything Goes:
Alles kan en alles mag. Methodologisch anarchisme: totale vrijheid van methodes die je kunt
gebruiken. Voodoo en toveren zijn hierbij ook toegestaan. Er is een totale afwezigheid van
regels over hoe we kennis moeten produceren over de werkelijkheid.
Terug bij kennisvraag die centraal staat in de cursus: wat is de bron van kennis? Voor
Feyerabend is dit niet alleen de wetenschap, maar alle vormen van kennisverwerving. Om de
wereld te begrijpen is het absurd om onze opties/manieren te beperken. Als we zo veel
mogelijk kennis over de wereld willen hebben dan moeten we geen restricties opleggen. Elke
methode heeft zijn sterke kanten en beperkingen. Om die beperkte methodes aan te vullen,
,moeten we andere methodes gebruiken. Dit doet hij niet enkel vanuit een epistemologisch
oogpunt, maar hier zit ook een morele ondertoon. Feyerabend is tegen dogmatisch denken.
Dit gaat volgens hem tegen een humanitaire houding in, je moet mensen fundamenteel vrij
laten in hun denken.
Let op: niet alle methoden zijn wetenschappelijk, maar naast de wetenschap zijn er meerde
methoden om kennis te verwerven zoals Voodoo.
Het is helemaal niet interessant om onderscheid te willen maken tussen pseudowetenschap
en wetenschap. Het was alleen maar interessant toen we op de vraag ‘waar komt kennis
vandaan?’ als antwoord gaven dat dit de wetenschap was. Feyerabend geeft dus een ander
antwoord. Hij zegt dat kennis van allerlei verschillende methoden komt, niet alleen van
wetenschap. Dan is het niet meer zo interessant om een onderscheid te willen maken.
Consequenties van Feyerabends anarchisme:
1. Kennis is een zee van alternatieven
2. Er zou vrijheid van methode in het onderwijs moeten zijn
Consequentie 1: kennis is een zee van alternatieven
We hebben niet één manier van kennis verwerven, kennis is een zee van alternatieven. Voor
elke regel die we in een bepaalde methode gebruiken om kennis te verwerven moeten we
ook een tegenregel hebben: een regel die in tegenspraak is met de geaccepteerde regels van
een bepaalde traditie. Je moet niet alleen de regels van 1 traditie gebruiken, maar hier juist
tegenin gaan.
Binnen het empiristisch paradigma is de regel: theorie moet corresponderen met de
ervaring. De tegenregel is dan de regel die stelt dat de theorie helemaal niet met de
ervaringen overeen hoeft te komen. Dit is – in termen van Kuhn – het innemen van een
ander incommensurabel paradigma.
Voorbeeld: biologie. Neodarwinisme. Gegeven de neo-darwiniaanse evolutieleer ga je vanuit
het creationisme of een heel andere traditie naar het leven op aarde kijken. Met andere
woorden: je bekijkt iets vanuit zoveel mogelijk standpunten - de pluralistische methode.
Je kunt geen zekere kennis hebben. Afhankelijk van de traditie die je gelooft, wordt jouw
waarneming gekleurd.
Niet alle methoden zijn wetenschappen, maar wel alle methoden leveren kennis op.
Consequentie 2: er zou vrijheid van methode in het onderwijs moeten zijn
Onderwijs is een vorm van brainwashing. Je wordt geïndoctrineerd door een
wetenschappelijk wereldbeeld. Dit gaat in tegen onze democratische waarden. We mogen
niet kiezen welke opleiding we krijgen. Volgens Feyerabend moet er naast een scheiding
tussen staat en religie ook een scheiding zijn tussen staat en wetenschap. Elke Amerikaan
heeft tegenwoordig de vrijheid om zijn eigen godsdienst te kiezen, maar hij kan nog steeds
niet eisen dat zijn kinderen op schoolonderwijs krijgen in magie in plaats van wetenschap.
, Evaluatie van het relativisme en constructivisme
1e overweging:
Twee grote relativisten zijn Kuhn en Feyerabend. Het is heel moeilijk te begrijpen hoe Kuhn
zelf de andere paradigma’s is gaan begrijpen en hoe hij dit zelf heeft kunnen inzien. Denk aan
de ervaring van Aristoteles zijn fysica. Eerst begreep hij niet hoe Aristoteles zo kon denken,
tot hij inzag dat het gewoon een andere manier van denken was.
2e overweging:
De beweringen “alles is relatief” (algemeen relativisme) en “waarheid is afhankelijk van het
paradigma” (Kuhns versie) of “waarheid is afhankelijk van de traditie” (Feyerabends versie),
bevatten een contradictie.
Als alles relatief is, dan zijn deze uitspraken dat ook, maar dat kan niet, want ze moeten
gelden voor alle paradigma’s of tradities. De stelling dat alles relatief is of afhankelijk van een
bepaald denkkader, hoe kun je dit dan met zekerheid weten? Deze stelling is toch ook
gerelateerd aan een bepaald denkkader?
3e overweging:
Moeten we wel kunnen kiezen voor les in regendansen op school? Meeste stemmen gelden
wat de feiten zijn? Meeste mensen gaan hier niet mee akkoord. De meesten zijn ervan
overtuigd dat wetenschappen betrouwbaarder zijn dan de andere methoden. De vraag is hoe
sterk de waarneming theorie geladen is. Als de waarneming niet zo sterk theorie geladen is
als de relativisten en constructivisten claimen, dan kunnen we de objectieve feiten wellicht
wel achterhalen. Als je dit kunt achterhalen dan kun je weten welke methode het beste is.
Argument voor relativisme:
Met een andere achtergrondtheorie neem je anders waar. (Denk aan plaatje konijn-eend).
Dit plaatje is in 1900 door Joseph Jastrow gemaakt, precies om aan te geven dat de
waarneming ook afhankelijk is van mentale activiteit. Het is dus met opzet ambigu gemaakt.
Maar wat als hij [1] had uitgelegd dat eenden kunnen vliegen en konijnen niet & [2] foto van
een dier had gebruikt? Als je van de tekening een foto maakt, dan is het nog maar de vraag
of je wel nog een konijn kunt zien. Mensen zien toch echt gewoon een eend. Je kunt de
theoriegeladenheid van de waarneming wel serieus nemen, maar die hoeft niet zo radicaal
te zijn als de relativisten zeggen. Relativisme is dus problematisch.
Misschien is het dan toch een goed idee om te kijken of we wetenschap niet van relativisme
kunnen redden en het project van het vinden van een demarcatiecriterium weer oppakken.
Dat is precies wat Lakatos gedaan heeft. Lakatos gaat het demarcatiecriterium van Kuhn
aanscherpen.
Imre Lakatos:
Normativiteit van de wetenschap is belangrijk. Poppers criterium is niet altijd correct. Toch is
het mogelijk om een demarcatiecriterium voor te stellen. Dit is een verfijning van het
Falsificationisme.
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller josephine7. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.79. You're not tied to anything after your purchase.