Deze samenvatting bevat alle informatie die je nodig hebt om je tentamen met een ruime voldoende te halen. De aantekeningen van alle colleges zijn in de samenvatting meegenomen. Succes met leren!
Bedrijfskunde samenvatting (met aantekeningen van de colleges)
H7
Strategisch management -> hoe de gestelde organisatiedoelen kunnen worden bereikt en op welke
uitgedachte manier
Missie -> waarom we bestaan? Primaire/ permanente opdracht.
De missie doet uitspraken over het brede doel van de organisatie, haar waarden en haar plaats in de
wereld.
Uitwerking kan aan de hand van 5 elementen (Weber):
1. Werkterrein
2. Bestaansrecht
3. Betekenis voor belanghebbenden
4. Normen, waarden en overtuigingen
5. Intenties en ambities
Visie -> wat willen we zijn? Ambitieus gedeeld beeld van de toekomst, kernwaarden, waar geloven
we in? Waarden en normen van de organisatie.
Strategie -> wat we moeten doen, doelstellingen, scenario’s.
De uitgedachte weg waarlangs wordt geprobeerd de organisatiedoelen te bereiken.
- Scope -> op hoeveel markten wil je actief zijn?
- Gerichte inzet van middelen -> je kunt niet al je middelen inzetten. Er moeten keuzes
gemaakt worden.
- Synergie -> stem de verschillende strategieën van de verschillende bedrijfsonderdelen op
elkaar af. 1+1=3
- Onderscheidend vermogen -> hoe kan je je naar de klant als organisatie onderscheiden van
je concurrentie.
Een manager is iemand die zich richt op de planning, organisatie, leiding en beheersing van een
organisatie en die menselijke en materiële middelen toewijst om de organisatiedoelen te bereiken.
Planning:
- Tijdstip
- Tijdspanne
- Altijd sprake van een of meerdere activiteiten
- Inzet van middelen
- Doelstelling(en)
,Voordelen van een planning:
- Coördineert de activiteiten
- Stimulans om vooruit te denken
- Verhoogt participatie
- Vormt de basis voor controle en beheersing
Nadelen van een planning:
- Kost tijd en geld
- Kan leiden tot verstarring
Top-downplanning -> de plannen worden door de top gemaakt en later naar beneden doorgegeven,
zonder hierbij de lagere delen van de organisatie inspraak te verlenen.
Fasen top-downbenadering:
1. De concernleiding bepaalt de doelstellingen
2. De directies van de divisies bepalen een niveau lager de globale plannen (strategie) waarmee
de doelstellingen bereikt kunnen worden
3. De concernleiding keurt de globale plannen goed
4. De diverse afdelingen van de divisies moeten de tactische uitvoering van de strategie
bepalen in de vorm van deelplannen
5. Ook de tactische deelplannen moeten goed gekeurd worden door de top van de
onderneming
6. De goedgekeurde tactische deelplannen worden gebruikt als uitgangspunt voor de
operationele korte termijnplanning.
Voordelen:
- De top houdt met het maken van de eerste planning rekening met de totale organisatie
Bottom-up planning -> de planning wordt onder in de organisatie gevormd en doorgespeeld naar
boven in de organisatie.
Een zuivere bottom-upbenadering:
1. De afdelingen komen zelf met toekomstplannen
2. De top van de organisatie keurt de plannen na aanpassing goed
3. De afdelingen gaan de gewijzigde toekomstplannen uitwerken
4. Na goedkeuring door de leiding worden de door de afdeling uitgewerkte plannen uitgevoerd
Voordelen:
- Lagere delen van de organisatie voelen zich meer verbonden met de plannen
- De basis is meer gemotiveerd
- Voelt zich gerespecteerd betreft hun expertise
Nadelen:
- De basis heeft geen overzicht over de totale organisatie, hierdoor kunnen de
afdelingsplannen niet op elkaar afgestemd worden.
- De synergie tussen activiteiten zal ontbreken
,Criteria voor effectieve plannen: smart
- Specifiek en meetbaar
- Richten op een paar kerngebieden
- Uitdagend maar realistisch
- Richten op een specifieke periode
Planningstechnieken:
1. MBO (Management by Objectives), Doelen -> op basis van gemeenschappelijke doelen voor
elke functie laag in de organisatie doelen en subdoelen formuleren tot op het laagste niveau.
Plannen op basis van een doel (bottom-up planning).
2. Budgetteren (financiën/geld) -> - plannen met een doorvertaling naar de financiële
implicaties en het afgeven van financiële randvoorwaarde.
- Kosten en opbrengsten inschatten
- Taakstellend: wat moet gebeuren binnen welke randvoorwaarden en wie is daarvoor
verantwoordelijk?
- Regelvrijheid binnen budgettaire randvoorwaarden
- Budget is norm
Planningshulpmiddelen
- Planbord (activiteiten/tijd) -> wie moet wanneer werken, wie is er aanwezig?
- Gantt-Chart (activiteiten/geld) -> uitgebreide versie van een planbord, er worden
activiteiten toegevoegd. Wordt meestal gebruikt bij grote projecten, je kan zien wanneer het
druk wordt.
- Netwerkplanning (kritieke pad) -> welke activiteit moet er eerst uitgevoerd worden?
Activiteiten in volgorde zetten, zolang je weet hoelang elke activiteit duurt. Doorlooptijd
wordt weergegeven.
Voorwaarden:
- Het totale project moet opgesplitst kunnen worden in deelactiviteiten
- Van elke deelactiviteit moet de benodigde tijd bekend zijn
- De volgorderelaties tussen de verschillende deelactiviteiten moet bekend zijn.
-
Overige planningstechnieken:
- Voorspellingen: tijdsreeksanalyse (1 variabele, vele waarnemingen) op basis van het verleden
worden voorspellingen gedaan over de waarde van de variabele in de toekomst, causale
voorspellingen (relaties tussen verschillende variabelen) op basis van het verleden.
, - Lineair programmeren (optimale combinaties) -> optimale combinaties van ingrediënten,
productvarianten of aanvoerpunten samen te stellen.
- Computersimulatie -> speelt de werkelijke gang van zaken na
Het maken van een netwerk vervolg
De weergave van een knooppunt
X= knooppuntnummer
Y= het vroegst mogelijke tijdstip waarop met de volgende activiteit kan worden gestart
Z= laatst toegestane tijdstip waarop gestart kan worden zonder dat het totale project uitloopt
Geprogrammeerde beslissingen -> routinematige beslissingen. Men is goed bekend met de materie
van het probleem.
Niet-geprogrammeerde beslissingen -> niet vooraf te structureren of te programmeren. Vaak bij
grote projecten. Ze hebben betrekking op een unieke situatie.
Besluitvormingscondities
1. Zekerheid -> alle deelnemers zijn volledig geïnformeerd
2. Risico -> op basis van incomplete betrouwbare informatie
3. Onzekerheid -> mogelijke uitkomst bekend, zonder kansverwachting
4. Fuzzyness -> onbekende uitkomsten
Besluitvormingsmodellen
- Rationeel (ook klassiek besluitvormingsmodel) -> veronderstelt dat managers logische,
rationele, economisch handelende wezens zijn.
- Beperkt rationeel -> de mens neemt niet altijd logische en rationele beslissingen door
incomplete, informatie. Opereert dus in een toestand van onzekerheid, en risico.
- Vuilnisvat -> telkens andere groepen werknemers, andere inzichten, die problemen in een
organisatie oplossen. Hier ontstaat een vuilnisvat vol problemen, beslissers en alternatieve
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller danaboerakker. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.92. You're not tied to anything after your purchase.
