VRHI 2 – pH-regulatie
1. Het begrip homeostase
= Behoud van een constant inwendig milieu in een verandelijk extern milieu
→ cel- en weefselleer
2. Samenstelling van het lichaam
3. Water
Aandeel water in samenstelling lichaam:
à Water is belangrijkste stof in het lichaam
à 60% van het totale lichaamsgewicht bestaat uit water
ð Te weinig water leidt tot denaturering eiwitten, dysfunctionering van enzymen,…
ð Te veel water leidt tot overvulling van de persoon, met verhoogde bloeddruk en
ademhalingsproblemen tot gevolg
Functies:
à H2O is een reagens bij veel chemische reacties
ð Condensatie: chemische reactie tussen moleculen waarbij water ontstaat en (een) andere
molecule(n)
ð Hydrolyse: chemische reactie tussen moleculen, waaronder (een) watermolecule(n), en
waarbij andere moleculen ontstaan
à H2O heeft een grote warmtecapaciteit
ð Tussen waterstofmoleculen onderling bestaan er intermoleculaire bindingen,
waterstofbruggen genaamd
ð Om de temperatuur van water te verhogen moeten waterstofbruggen worden verbroken →
dat vergt energie → hier gaat warmte-energie in op
ð Dat geldt ook voor het veranderen van de toestand van vloeibaar naar gas → transpiratie
heeft verkoelend effect
à H2O is een uitstekend oplosmiddel en dus transportmiddel
ð Organische en anorganische moleculen lossen gemakkelijk op in water
ð Moleculen die oplossen, en dus uiteenvallen, heten ionen
, Vochtbalans:
à Is de toestand waarbij een lichaam evenveel vocht opneemt als het afgeeft
à Cellen kunnen geen water transporteren, alleen ionen → water volgt passief via osmose
4. Begrip pH
Begrip:
= Is een maat voor de concentratie protonen ofte waterstofionen (H+) in een oplossing
à pH = -log [H+]*
à Gaat van 1 (extreem zure oplossing) tot 14 (extreem basische oplossing); geen eenheid
à Een pH van 7 is het absoluut gemiddelde (neutrale oplossing)
Neutrale pH:
à Water op zich heeft slechts een zeer beperkte neiging om te dissociëren: H2O → H+ + OH-
à Zuiver water heeft pH = 7 → de concentratie waterstofionen bedraagt slechts 10-7 mol/l
à We zeggen van een oplossing met een pH = 7 dat ze een neutrale pH heeft
pH-waarden van enkele vloeistoffen:
à Let op: hoe meer H+-ionen, hoe zuurder de oplossing, hoe lager de pH-waarde, en omgekeerd,
hoe minder H+-ionen, hoe basischer de oplossing, hoe hoger de pH;
ð m.a.w. de pH verhoudt zich omgekeerd evenredig aan de concentratie H+-ionen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller febeboeren. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.32. You're not tied to anything after your purchase.