100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Uitgewerkte leerdoelen $3.75   Add to cart

Summary

Samenvatting Uitgewerkte leerdoelen

 133 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Leerdoelen, deze per module, per leerdoel concreet uitgewerkt. Zo kan je zien of je alle leerdoelen hebt bereikt

Preview 3 out of 16  pages

  • Unknown
  • December 18, 2017
  • 16
  • 2016/2017
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting MGZ Q4

Module 1. Het immuunsysteem als netwerk
Leerdoelen:
1. De student kan op hoofdlijnen de bouw en functie beschrijven van het immuunsysteem op
moleculair, cellulair, histologisch en orgaan niveau, en kan uitleggen hoe de verschillende
onderdelen met verschillende functies in elkaar grijpen tijdens een immuunreactie.
 De student kan uitleggen hoe de huid en de mucosa de eerste afweer barrière
vormen.
Mucosa: De mucosa staat steeds bloot aan de bacteriën van de darm (en andere
micro-organismen) daardoor verschilt het van de huid.
Stap 1: m-cellen en DC’s zijn gelegen tussen epitheelcellen en nemen antigenen op
die zij presenteren aan de naïeve T-cellen in onderliggend lymfoid weefsel.
Stap 2: Geactiveerde T cellen in MALT differentiëren in effector T-cellen. Deze
migreren via lokale lymfeklieren en bloedbaan terug naar mucosa waar ze worden
geactiveerd.
Stap 3: geactiveerde T-cellen stimuleren B-cellen tot vorming van plasmacellen.
Afgifte van IgA door plasmacellen neutraliseert pathogenen en toxines.
Huid: Belangrijke functie is de fysieke, biochemische en immunologische barrière
voor de buitenwereld. Opbouw: opperhuid (epidermis), lederhuid (dermis) en
subcutane vetweefsel.
Keratinocyten: Zitten voornamelijk in de epidermis, ze zijn verbonden door tight
junctions. De cellen delen voortdurend en kunnen zo de corneocyten (dode
huidcellen) vervangen, deze hebben keratine in hun cytoplasma. Tussen de
corneocyten zitten epidermale lipiden, dit samen is de fysieke barrière.
Zweet en talg zorgt voor een antimicrobiële functie.
Mechanish:
i. Via tight junctions
ii. Stroming van lucht of vloeistof over epitheel (urine, tranen, speeksel, etc.)
iii. Mucociliar transport (beweging van slijm met daarin gevangen stofdeeltjes,
allergenen en micro-organismen dmv trilharen)
Chemisch:
i. Lage pH (maag)
ii. Vetzuren (sebum/talg)
iii. Enzymen; lysozym (tranen, speeksel,zweet), pepsine (maag)
Microbiologisch: normale flora/microbioom; competitie voor voedingsstoffen en
kolonisatie, productie van antibacteriëlesubstantie.
 De student kan benoemen hoe het immuunsysteem op orgaan niveau is opgebouwd.
Lymfoide organen, hierin zitten de cellen die betrokken zijn bij een adaptieve
immuunrespons.
Primair lymfoide organen: (thymus & beenmerg). Hier vindt de ontwikkeling en
uitrijping plaats van lymfocyten.  tot het niveau waar ze kunnen reageren op
pathogenen.
Secundair lymfoide organen: (o.a. lymfeknopen, tonsillen, milt, adenoïd, peyers
plaques, appendix), hier vindt de activatie plaats van rijpe lymfocyten in respons op
een antigen dat afkomstig is van een pathogeen.
 De student kent op hoofdlijnen de histologie van primaire (thymus, beenmerg) en
secundaire lymfoide organen (milt, lymfe knopen, mucosa geassocieerde lymfoide

, weefsels) en kan uitleggen hoe deze bijdraagt aan de totstandkoming van een
immuunrespons.
Zie bovenstaand.
 De student kan de hematopoese en ontwikkeling en differentiatie stadia van de
verschillende immuuncellen op hoofdlijnen beschrijven.
Hematopoëse = bloedcelvorming
Vanaf ongeveer 18 dagen na de bevruchting vindt bloedcelvorming in de dooierzak
plaats (alleen rode bloedcellen). Hierna worden rond de 6e week in de lever zowel
granylopoëse (=witte bloedcel vorming) als megakaryopoëse (=bloedplaatjes
vorming) waargenomen. Vanaf 22 weken worden alle elementen van
bloedcelvorming in het beenmerg waargenomen.
Bij volwassenen vindt bloedaanmaak primair plaats in het beenmerg van de: Femura,
schedel, ribben, bekken en wervels.
Tijdens uitrijping brengen hematopoëtische cellen, eiwitten tot expressie. CD-
markers, de samenstelling is afhankelijk van het ontwikkelingsstadium waarin de cel
zich bevindt.
Uitgerijpte bloedcellen zijn CD34-.
CD20 is typerend voor B-cellen.
CD4 en CD8 worden door T-cellen tot expressie gebracht.

2. De student kan uitleggen hoe de aangeboren en verworven immuunrespons geactiveerd
worden en hoe de cellulaire en humorale respons interacteren in tijd en plaats.
 De student kan de verschillende typen cellen en oplosbare componenten van het
aangeboren en het verworven immuunsysteem benoemen en via welke effector
mechanismes ze hun functie uitoefenen (humorale respons en cellulaire respons).
Aangeboren
Cellulaire afweer:
- Neutrofiele granulocyten (kern ziet er korrelig uit en kleuren aan bij een
kleurstof met een neutrale pH)
- Dendritische cellen
- Monocyten (alleen een celkern)
- Eosinofiele granulocyten (kleuren met eosine)
- Mestcellen (deze bevinden zich niet in het bloed naar in weefsels die in contact
staan met de buitenwereld)
- Basofiele granulocyten (kleuren met een basische kleurstof)
Humorale afweer: Het complement systeem is een groep eiwitten die na activatie
een cascade (kettingreactie) vormt. Bepaalde receptoren zijn verantwoordelijk voor
de erkenning van ziekteverwekkers door PAMP’s.
Verworven
Cellulaire afweer: Dit is een immuunrespons gericht tegen intracellulaire micro-
organismen (virussen en bacteriën) voor de cellulaire immuniteit zijn T cellen
verantwoordelijk, vernoemd naar de Thymus.
Humorale afweer: Antistoffen zijn eiwitten die worden geproduceerd door B-
lymfocyten, die behoren tot de witte bloedcellen. Deze B-lymfocyten en de
antistoffen samen is de humorale afweer.Het afweerssyteem kent niet de volledige
lichaamsvreemde structuur maar slechts een eiwit- of een suikeronderdeel hiervan,
genoemd het antigeen. Een jonge B-lymfocyt, die nog geen antigeen heeft ontmoet,
maakt een primaire antisof aan die als een zogenaamde Bcel receptor op het
celmembraan vertoont. De T-helper cel helpt hem zodra hij wel een antigeen heeft
ontmoet. Als zowel het antigeen als de T-helpercel gebonden is aan de B-lymfocyt;
kan er differentiatie en proliferatie plaatsvinden. De uitrijping vindt plaats in een

, secundair lymfoid orgaan. Het kan een plasmacel worden of een memory B-lymfocyt
worden. De plasmacel zal het orgaan verlaten en richtinf beenmerg aan, hier kan er
goed antistoffen gevormd worden. De memory cel blijft in de circulatie en zal bij een
tweede invasie van een antigeen weer snel antistoffen van dezelfde specificiteit
kunnen maken.
 De student begrijpt de mechanismes die ten grondslag liggen aan de vorming van
een B- en T-cel repertoire en hoe een adaptieve respons tot de vorming van
geheugen leidt.
Zie bovenstaand

3. De student heeft kennis van de effector en regulatorarm van het immuunsysteem en kan
beredeneren hoe via netwerkinteracties de respons in sterkte en tijd gestuurd wordt.
 De student kan op basis van de aanwezigheid van oplosbare factoren en
receptoren/liganden op cellen duiden wat de status is van een immuunrespons.

 De student kan uitleggen hoe immuuncellen zich middels adhesie en migratie tussen
weefsels en lymfoide organen verplaatsen (homing).


 De student kan de diverse wijzen van communicatie in het immuunsysteem
benoemen (oplosbare factoren (cytokines/chemokines), cel-cel interacties en cel-
matrix interacties) en het onderliggende moleculaire mechanisme (receptor-ligand
interactie en signalering) op hoofdlijnen beschrijven

4MSD – MGZ - Stranger en danger
Het lichaam wordt blootgesteld aan micro-organismen uit de omgeving en gevaarsignalen van
binnen. Het immuunsysteem speelt een belangrijke rol in de bescherming tegen deze potentiële
gevaren. De mate van blootstelling en de immunologische reactie, i.e. snelheid en specificiteit van de
immuun reactie na blootstelling, bepalen of een infectie optreedt.
Leerdoelen:
1. De student kan toelichten hoe bij een infectie microorganismen worden herkend.
 De student kan een schema maken waarin de volgende eigenschappen van relevante
pathogeenreceptoren staat weergegeven: patroon wat herkend wordt, celtype
waarop de receptor voorkomt, localisatie in/op de cel, functie van de receptor, mate
van specificiteit –
 De student kan beschrijven op welke 3 manieren het complementsysteem kan
worden geactiveerd
Complement activatie:
1. Klassieke route: wordt o.a. geactiveerd door immuuncomplexen, sommige
proteolytische enzymen (plasmine,kallikreïnine enz.), bepaalde RNA-virussen.
Het eerste plasma-eiwit in de klassieke route is C1, is een complex van C1q, C1r
en C1s.
C1q bindt aan het Fc-gedeelte van een antilichaam. De bindingsplaats aan het FC-
gedeelte komt echter pas vrij wanneer het antilichaam aan het antigeen
gebonden is
2. De alternatieve route; Deze route wordt ook wel het properdine-systeem
genoemd er zijn geen antilichamen nodig om deze route te activeren. De route
activeert zichzelf door spontane hydrolyse van C3. Er zijn een aantal

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jonnerenkens. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.75  1x  sold
  • (0)
  Add to cart